Blad 2 Deze vorm van bedrijvigheid dient dan ook als basis voor de karakterisering en hoofdfunctie (labeling) van het gebied. Het betreft een gebied met (industriële) bedrijvigheid met in hoofdzaak een middelzwaar milieuhinderlijk karakter. De ontwikkeling van het gebied zal uiteraard op de verdere uitbouw van deze hoofdfunctie (productiebedrijven) gericht worden. Overigens is het niet de bedoeling bestaande rech ten van bedrijven, tenzij er zeer dringende redenen zijn, aan te tasten. Uit inventarisatie blijkt dat de meeste be drijven - en dit geldt ook voor het bedrijf van ELMO B.V. - in milieu-categorie 4 vallen of lager (beperkt milieuhinderlijk)Algemeen uitgangspunt is dat categorie 4-bedrijven, als middelzware milieuhinderlijke bedrijven, in het gehele plangebied aanvaardbaar zijn. De bedenkingen van ELMO B.V. moeten dan ook ongegrond worden geacht. Wij merken verder het volgende op. Handelsonderneming Ger- rit Gaastra (o.a. horecabenodigdheden)Celciusweg 5, al hier, heeft reeds in 1995 gevraagd of men een eenvoudig restaurant/snackbar zou mogen beginnen in een deel van dit bedrijfspand. Aanvankelijk is daar terughoudend op gerea geerd, aangezien zowel het oude als het nieuwe plan ter plaatse geen horeca-functie toelaten. Planologisch gezien bleken er evenwel geen bezwaren te bestaan. Op een industrieterrein van een flinke omvang - zoals hier het geval is - moet een eenvoudige voorziening in de vorm van een daghorecabedrijf, gericht op het verstrekken van snacks e.d., een passende functie worden geacht. Ook op andere industrieterreinen zijn inmiddels dergelijke snackbars ge vestigd (t.b.v. de op de Lorentzkade aanwezige snackbar, is binnen de bestemming "Doeleinden van verkeer en verblijf" de aanduiding "horeca toegestaan" op de plankaart aan gebracht) Aangezien bovendien gebleken was dat in voldoen de mate in de parkeerbehoefte kon worden voorzien, hebben wij de heer Gaastra meegedeeld in principe geen bezwaar te hebben tegen vestiging ter plaatse. Alhoewel het niet om een ingrijpende verbouwing gaat (de welstandscommissie is akkoord) en aanvankelijk zelfs de indruk bestond dat moge lijk geen bouwvergunning nodig was, is in augustus 1996 een bouwaanvraag ingediend. Als reactie op de bekendmaking in de rubriek "Ingekomen bouwplannen" van het weekblad Huis aan Huis (het veranderen van een deel van een bedrijfsge bouw in een snackbar) is een brief ontvangen (die voor u bij de stukken ter inzage ligt) waarin bedenkingen naar voren worden gebracht. In het kader hiervan is o.a. geble ken dat de verbouwing reeds had plaatsgevonden en de snack bar inmiddels geopend was, hetgeen niet een juiste gang van zaken is. In feite gaat het nu dus om legalisatie van de bestaande toestand, iets waartegen geen bezwaar bestaat, aangezien deze functie hier planologisch aanvaardbaar is. Blad 3 In de brief met bedenkingen wordt er verder op gewezen dat er momenteel geen vergunningen meer worden verstrekt voor het plaatsen van speelautomaten in een nieuw te openen snackbar, maar dat men zich er over verbaasd heeft dat hier toch een speelautomaat opgesteld staat. Het is inderdaad juist dat in het kader van het zgn. af- sterfsysteem voor kansspelautomaten geen aanwezigheids vergunning wordt verleend voor het hebben van een dergelij ke automaat in bijvoorbeeld een nieuwe snackbar. Aan de exploitant is te verstaan gegeven dat men in overtreding is, dat de kansspelautomaat hier niet kan blijven staan en dat deze eventueel kan worden omgewisseld voor een behen digheidsautomaat waartegen geen bezwaar bestaat. Teneinde bedoelde legalisatie (van de horeca-functie) moge lijk te maken, is het nodig dat het bestemmingsplan enigs zins wordt aangepast. Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 18 maart 1997 gehouden vergadering heeft geadvi seerd met het vorenstaande in te stemmen stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 3 april 1997. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 107