Blad 4
De bouwhoogte is verdubbeld en bedraagt 20 m. De lichtinval
wordt deswege minder dan bij een bebouwingshoogte van 10 m,
zij het dat dit effect deels teniet wordt gedaan door de
weerkaatsing van licht door de glasgevel. De privacy in de
woning is ook verminderd niet zozeer door de inkijk dat
personeel in de woning heeft (aanwezigheid is veelal be
perkt tot kantooruren), doch voornamelijk door de inkijk
vanuit de naastgelegen flat middels het spiegeleffect van
de glasgevel en in mindere mate door die van theaterbezoe
kers
Enerzijds is er derhalve tengevolge van de nieuwbouw van de
Harmonie mede gelet op de gebezigde bouwmaterialen sprake
van een planologisch enigszins nadeliger positie dan voor
heen. Anderzijds heeft de nieuwbouw planologisch een enigs
zins voordeliger positie tot gevolg (er is sprake van
appartementen in een gebouw dat direct naast een nieuwe
moderne stadsschouwburg ligt). Alles samenvattend is des
kundige van mening dat de hiervoor geschetste nadelen door
bedoeld voordeel niet geheel teniet worden gedaan.
Er rest - aldus het advies - derhalve een planologisch
enigszins nadeliger positie waarvan derhalve enige waarde-
drukkende werking uitgaat.
Gelet op het vorenstaande schat deskundige de verkoopwaarde
van de onroerende zaak Zaailand 2b met kelderberging en
eigen parkeerplaats in de parkeerkelder kort voor het nemen
van het vn j stellmgsbesluit, derhalve begin 1992 op
f 190.000,-. Medio 1992 schat deskundige de waarde, gelet
op de waardedrukkende invloed die zoals gezegd, pro resto
overbleef, op f 180.000,-, en derhalve de waardeverminde
ring op f 10.000,-.
Voor de goede orde wijst deskundige erop dat makelaar
Faber, in zijn taxatierapport de vermogensschade schattend
op f 30.000,-, als uitgangspunten daarvoor de feitelijke
maatvoering van oude en nieuwe Harmonie vergelijkt en het
verlies van uitzicht en privacy noemt alsmede het feit dat
de beglazing van het tegenover liggende trappenhuis niet is
uitgevoerd als op tekening is aangegeven.
De uitgangspunten dienen echter gelet op de jurisprudentie
terzake, niet te zijn gebaseerd op vergelijking van de fei
telijke situatie doch op vergelijking van de voorheen gel
dende planologische situatie waarbij, zoals gezegd, de
bouwhoogte van 10 m van wezenlijk belang was, en de nieuw
gerealiseerde situatie met waardeverhogende invloed van de
ligging direct bij de nieuwe schouwburg.
Blad 5
Nu bedoelde planologische verandering niet viel te ver
wachten en er geen andere redenen zijn die meebrengen dat
deze waardevermindering geheel of gedeeltelijk voor reke
ning van belanghebbende zou behoren te blijven, dient deze
geheel aan hem te worden vergoed met de wettelijke rente
vanaf de datum waarop het verzoekschrift bij de gemeente is
binnengekomen
Met betrekking tot vergoeding van deskundigenkosten wordt
in het advies opgemerkt, dat naar het bestendig oordeel van
de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van
State, thans Afdeling bestuursrechtspraak, de kosten van
juridische en deskundige bijstand niet zijn te beschouwen
als rechtstreeks verband houdend met de in artikel 49 WRO
genoemde gronden en daarom niet voor vergoeding in aanmer
king komen. Voorts is in artikel 8:75 van de Algemene wet
bestuursrecht bepaald dat de rechtbank bij uitsluiting be
voegd is een partij te veroordelen in de kosten die een
andere partij in verband met de behandeling van het beroep
bij de rechtbank redelijkerwijs heeft moeten maken. Volgens
de stichting zijn er in het licht van de jurisprudentie
geen termen aanwezig om u te adviseren tot vergoeding van
deze kosten over te gaan.
Wij voegen hier nog aan toe, dat er goede redenen zijn om
in het algemeen geen vergoeding van juridische bijstands
kosten toe te kennen indien schadevergoeding kan worden
gevraagd onder toepassing van een met waarborgen omgeven
procedure, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld artikel 49 WRO,
mits (zoals ook bij de gemeente Leeuwarden het geval is) in
een procedureverordening de inschakeling van onafhankelijke
deskundigen is voorgeschreven.
Wat betreft de peildatum rentevergoeding is het inderdaad
zo dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State heeft geoordeeld, dat voor verzoeken die zijn
ingediend na 1 januari 1992, het tijdstip waarop de rente
ingaat, moet worden gesteld op de datum van ontvangst van
het verzoek door de gemeenteraad. In algemene zin kan hier
over worden opgemerkt dat achtergrond hiervan is dat het al
dan niet bewust erg laat indienen van een schadeclaim voor
de verzoeker niet onvoordelig was vanwege de (hoge) wette
lijke rente die hem bij toewijzing van de schade ten deel
viel
Conclusie
Op grond van het vorenstaande adviseert de stichting u de
heer J. Boersma een schadevergoeding ex artikel 49 WRO toe
te kennen van f 10.000,-, te vermeerderen met de wettelijke
rente vanaf 27 april 1995.