Blad 8 Ten aanzien van de beslissing van de Belastingkamer van het Hof merken wij op, dat volgens de jurisprudentie, voor de bepaling van onroerend-zaakbelasting niet dezelfde normen gelden als voor toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bovendien is aan de onzekerheid over de sloop- en nieuwbouwplannen van de Harmonie intussen een eind gekomen. Wij zijn verder van mening, dat m het advies van de stich ting voldoende is ingegaan op de glasgevel (trappenhuis) in de zuidgevel van de schouwburg en de inkijk in de woning, waarbij wij wel aantekenen dat door de constructie van de erker, inkijk in de woonkamer nauwelijks mogelijk is en van inkijk door theaterbezoekers niet of nauwelijks sprake is, aangezien het trappenhuis deel uitmaakt van een facilitair blok en het bordes aan de westkant (van de Harmonie) slechts in bijzondere gevallen gebruikt wordt. Ten aanzien van de opmerking dat makelaar Faber de door hem geschatte waardevermindering heeft gebaseerd op de voorheen geldende planologische situatie merken wij wel op dat in het taxatierapport staat dat de maatvoering qua bebouwde oppervlakte en hoogte van de te bouwen "nieuwe Harmonie" duidelijk afwijken van "de bestaande maatvoering". Standpunt van het college Met de inhoud van het advies van de stichting kunnen wij ons verenigen. Alles overziende en overwegende, achten wij het, gelet op de situatie zoals die ter plaatse is ont staan, een reële zaak dat de schadevergoeding wordt ver goed Een veel voorkomende, wellicht zelfs de meest gestelde schadeoorzaak, vormen (zoals ook in dit geval) beperkingen van fysieke of visuele aard door planologische ontwikke lingen in de directe nabijheid van iemands woning. Verzoe ken om schadevergoeding wegens waardevermindering door na bije (grootschalige) bebouwing kunnen niet zonder meer wor den afgewezen op grond van de "klassieke" overweging dat "betrokkene geen recht kan doen gelden op een blijvend vrij uitzicht". Beoordeeld moet worden hoe ingrijpend (o.a.) de uitzichtschade is in relatie tot de vraag of en zo ja in hoeverre, deze schade in de lijn der verwachting ligt. Het bedrag dat gemoeid is met deze schadevergoeding (in totaal f 11.287,94 inclusief de wettelijke rente vanaf 27 april 1995) wordt ten laste gebracht van de begrotings functie 810.0 Structuur- en bestemmingsplannen. Dit bedrag kan worden gedekt ten laste van functie 922.0 Onvoorziene uitgaven Dienst Stadsontwikkeling. Blad 9 Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 18 maart 1997 gehouden vergadering heeft geadvi seerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be- sluit Leeuwarden, 3 april 1997. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 116