Blad 2 Wanneer Leeuwarden getoetst wordt aan deze criteria kan gesteld worden dat onze gemeente in aanmerking komt voor een substantiële additionele bijdrage. In augustus 1996 hebben wij dan ook in de notitie Beeldende Kunst en Vorm geving 1997-2000Uitgangspunten en voorstellen" aangegeven in aanmerking te willen komen voor een bijdrage van f2,- per inwoner (totaal f 175.000,- jaarlijks). In de vorige periode was het f 1,57 f 134.000,- per jaar). Genoemde notitie diende als basis voor de overleggen die met de provincie zijn gevoerd ter voorbereiding op het af sluiten van een nieuw convenant. Voor de provincie bleek een verhoging van de jaarlijkse bijdrage (van f 134.000,- naar f 175.000,-) onbespreekbaar. Enerzijds omdat in het verleden sprake is geweest van on derbenutting van de convenantmiddelen door Leeuwarden, an derzijds omdat de provincie binnen de rijksbijdrage voor beeldende kunst geen ruimte zag om de bijdrage aan Leeuwar den te verhogen zonder te korten op de bijdragen aan de rest van de provincie. Wij hebben uiteindelijk aangegeven bereid te zijn de raad voor te stellen akkoord te gaan met een bedrag van f 1,57 per inwoner. Dit komt neer op een bedrag van f 138.000,- per jaar. Het positieve verschil van f 4.000,- met de bij drage in de vorige periode is het gevolg van het gestegen inwoneraantal van Leeuwarden. Van de zijde van de provincie is toegezegd om na te gaan welke mogelijkheden er zijn om via andere kanalen (dus niet uit de rijksbijdrage voor beeldende kunst) geld voor cul tuur in Leeuwarden beschikbaar te stellen. Ook over de tekst van het convenant en het achterliggende bestedingsplan van Leeuwarden zijn het College van Gedepu teerde Staten en wij het eens geworden. Het oorspronkelijke bestedingsplan van Leeuwarden, zoals opgenomen in de notitie Beeldende Kunst en Vormgeving 1997-2000Uitgangspunten en voorstellen"was gebaseerd op een bijdrage van f 175.000,-. Dat er nu een bedrag van f 138.000,- beschikbaar zal zijn, heeft geen consequenties voor de diversiteit in het plan, wel voor de hoogte van de verschillende bedragen die aan de verschillende bestemmingen worden gekoppeld. Blad 3 Het ziet er als volgt uit: Besteding Convenantmiddelen 1997-2000 Planning 1Opdrachten (aanvullend bij monumentaal, kleinschalig, opdrachten door derden, ook vormgeving) f 40.000,- 2Voorwaardenscheppend collectieve voorzieningen, (Grafisch Atelier) w. o - 20.000,- 3Exposities aan Stichting Beeldende Kunst Fr. - 20.000,- exposities elders (bijv. Romein/ Van Hulsen) - 10.000,- 4Kunstpromotionele activiteiten w.o. open atelierroute - 13.000,- 5Indicidentele subsidies voor beeldende kunst in festivals symposia, bijzondere publicaties, e.a. op aanvraag veld - 35.000,- f 138.000,- Voorliggend convenant geeft naar onze mening goede moge lijkheden om gedurende de komende vier jaren de productie, spreiding en afname van beeldende kunst in Leeuwarden flinke impulsen te geven. Het bestedingsplan biedt onzes inziens voldoende ruimte om in te springen op initiatieven uit het veld en om als ge meente ondersteunend op te treden bij kunstopdrachten door derden Anders dan in de vorige periode wordt dit convenant geslo ten tussen de provincie Fryslan en de gemeente Leeuwarden. Dit biedt voor de toekomst mogelijkheden om voor Leeuwarden als culturele hoofdstad specifieke maatregelen te treffen. Provinciale Staten zullen het Convenant Beeldende Kunst en Vormgeving met Leeuwarden in hun vergadering van 16 april aanstaande behandelen. Indien de Staten en u in kunnen stemmen met bijgaand con ceptconvenant kan de overeenkomst getekend worden. Deze is dan met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 1997.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 128