Blad 2 De overstap van de ambtelijke rijksdienst cultuur enige tijd geleden van het voormalige departement WVC naar het ministerie van OCenW, biedt mogelijkheden om het rijkson derwijs- en rijkscultuurbeleid beter op elkaar af te stem men. Het speerpunt cultuureducatie is hiervan een belang rijk resultaat. Het vindt zijn uitwerking in Nuis cul tuurnota 1997-2000 en in de notitie "Cultuur en school" die de staatssecretarissen Netelenbosch en Nuis afgelopen na jaar hebben uitgebracht. Ri jksiinpuls cultuureducatie Deze impuls houdt concreet in dat het ministerie de part ners in het convenant cultuur per convenantsgebied in 1997-2000 jaarlijks een bedrag van f 6 ton beschikbaar stelt voor de uitvoering van projecten op het gebied van cultuureducatie. Dit op voorwaarde dat de convenant gebie den zelf jaarlijks een bedrag van f 4 ton hiervoor inzet ten. Van de f 6 ton die het Rijk aan de noordelijke overhe den beschikbaar stelt, is f 2 ton expliciet afkomstig van de middelen die het Rijk voor de uitvoering van de onder- wijsnotitie 'Cultuur en School' heeft uitgetrokken. De res terende f 4 ton wordt op grond van de cultuurnota 1997-2000 van staatssecretaris Nuis beschikbaar gesteld. Wij zijn verheugd over dit voornemen van de twee staatssecretarissen en we zijn graag bereid om zelf te investeren in cultuur educatie - cultuureducatie is immers een van de aandachtspunten in het gemeentelijk cultuurbeleid voor de komende jaren. In augustus 1996 hebben we naar aanleiding van het advies van de Adviesgroep Cultuur al aangegeven dat we zowel binnenschoolse als buitenschoolse cultuureducatie van belang vinden; - in het Convenant Grote Steden Beleid met de provincie hebben beide convenantparters verklaard zich voor de versterking van cultuureducatie te willen inzetten; - cultuureducatie vormt een belangrijk onderdeel in de positieve aanpak die wij nastreven in het Jeugdbeleid; - de deelname aan het noordelijke convenant cultuur resul teert concreet in een versterking van Leeuwarden als culturele hoofdstad met noordelijke betekenis. Voorwaarden Aan de beschikbaarstelling van rijksmiddelen zijn nog ande re voorwaarden verbonden dan de financiële inzet van de noordelijke overheden. De afspraken tussen het Rijk en het Noorden over de besteding van gelden, worden opgenomen in het noordelijk convenant cultuur: de financiële inzet 1997-2000 van elk der zes convenants partners wordt erin opgenomen, en eventueel ook de te vol gen procedures. Over de definitieve voorwaarden vindt mo menteel nog overleg plaats tussen de vijf noordelijke over heden onderling en tussen het noorden en het Rijk. Blad 3 Tot nu toe zijn met het Rijk de volgende afspraken gemaakt: 1. het Rijk ontvangt van het noorden jaarlijks een beste dingsplan waarin het noorden aangeeft hoe het de f 1 miljoen voor cultuureducatie in dat jaar wil besteden; 2. het Rijk toetst het bestedingsplan marginaal. Dit betekent dat vooral in noordelijk verband een draag vlak nodig is om tot uitvoering van projecten te kun nen overgaan. Het Rijk verwacht van de noordelijke overheden dat zij zelf de projecten al getoetst hebben aan de voorwaarden, alvorens zij projecten in een bestedingsplan bundelen en ter toesting aan het minis terie voorleggen. Financiële inzet Leeuwarden Zoals gezegd vinden wij cultuureducatie van belang, mede vanwege de aansluiting met het convenant GSB en vanwege de functie die cultuureducatie kan vervullen in het jeugdbe leid. Het feit dat het Rijk de lagere overheden stimuleert om zich voor de versterking van cultuureducatie in te zet ten, beschouwen wij als een concreet winstpunt van onze participatie in het bestuursconvenant Cultuur 1997-2000. Wij vinden het van belang om in 1997-2000 een financiële inzet te plegen die even hoog is als die van de andere con venantpartners: elk van de vijf noordelijke partners in het convenant cultuur, dus ook Leeuwarden, zal een bedrag van f 80.000,- per jaar beschikbaar stellen voor cultuureduca tieprojecten. Leeuwarden kan op deze wijze de rijksimpuls ten volle benutten. Wij stellen u derhalve voor om in de jaren 1997-2000 (looptijd Convenant Cultuur) jaarlijks f 80.000,- in de begroting op te nemen ten behoeve van cul tuureducatie. Daarmee wordt de matching van rijksgelden op timaal benut. De eigen financiële inzet zal meerdere effec ten hebben: 1. de cultuureducatieprojecten zullen een verbetering tot gevolg hebben van de relatie cultuur en onderwijs. 2. met de eigen inzet van f 80.000,- genereert Leeuwarden aanvullend een fors bedrag aan toegevoegde rijksmidde len voor dit doel. 3op grond van het Convenant Grote Steden Beleid met de provincie Fryslan zal ook een deel van de provinciale cultuureducatiegelden ten goede komen aan Leeuwarden (jongeren, scholen en instellingen)Op grond van het convenant Grote Steden Beleid tussen Leeuwarden en Fryslan zal ook een deel van de gematchte provinciale cultuureducatiegelden ten goede komen aan Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 134