Blad 8
Projectvoorstellen Leeuwarden
Indien u met ons voorstel instemt, heeft Leeuwarden dus
jaarlijks f 80.000,= in de begroting opgenomen om bij te
dragen in de subsidiëring van projectplannen cultuureduca
tie
Op dit moment hebben wij drie verzoeken om subsidie ontvan
gen voor projecten die voor cultuureducatiesubsidie in aan
merking komen. Voor een beschrijving van deze verzoeken
verwijzen wij hier naar de ter inzage gelegde bijlage 1.
Bedoelde verzoeken leggen een beslag van minimaal
f 28.720,- en maximaal f 35.900,- op de gemeentelijke be
grotingspost van f 80.000,-. Na toekenning hiervan resteert
in deze post ten behoeve van nieuwe projecten in 1997 dus
nog een minimaal f 44.100,- en maximaal f 51.280,- (zie de
ter inzage gelegde bijlage 2)
Wij merken hier op dat met de drie bedoelde projecten (het
Oldehove-projeet voor basisscholen, het jeugdtheaterfesti-
val Springtime en het Wereldkinderfestival) grote groepen
kinderen en jongeren via school op een nieuwe stimulerende
wijze met cultuur in aanraking kunnen komen. Daarnaast is
een aantal onderdelen van de projecten ook vrij toeganke
lijk voor publiek. De projectvoorstellen beantwoorden alle
drie aan de doelstellingen van de cultuureducatiematching
Het Wereldkinderfestival sluit naar onze mening ook aan bij
de doelstellingen van het Grote Steden Beleid.
De drie projecten hebben in totaal een subsidie van
f 93.500,- nodig.
Ervan uitgaande dat u kunt instemmen met beschikbaarstel
ling van middelen voor cultuureducatie, zullen wij in to
taal een bedrag van f 35.900,- uit de begrotingspost cul
tuureducatie 1997 toekennen ten behoeve van het noordelijke
bestedingsplan dat aan het Rijk zal worden voorgelegd. Dit
bedrag kan wellicht nog worden verlaagd tot f 28.720,-,
wanneer het Rijk instemt met de matchingverhouding 40%
noorden en 60% Rijk (zie bijlage 2)
Drie van de cultuureducatieprojecten zijn direct gericht op
Leeuwarden. Voor de uitvoering van alle projecten in het
bestedingsplan is in totaal f 359.000,- subsidie gevraagd.
De noordelijke convenantpartners dragen per jaar elk mini
maal f 44.100,- en maximaal f 51.280,- bij (samen dus mini
maal f 143.600,- en maximaal f 179.500,-). Het Rijk neemt
de rest van de subsidie (minimaal f 179.500,- en maximaal
f 215.400,-) voor zijn rekening.
Samenwerking
Uiteraard zullen de noordelijke overheden hun culturele
instellingen en scholen actief gaan aansporen om projecten
te ontwikkelen. Samenwerkingsvormen zullen door ons extra
worden gestimuleerd.
Blad 9
Samenvattend
Samenvattend stellen wij u voor in de jaren 1997-2000 jaar
lijks een bedrag van f 80.000,= in de begroting op te nemen
ten behoeve van cultuureducatieprojecten welke van belang
zijn voor Leeuwarden en in aanmerking komen voor matching-
gelden van het Rijk en de provincie. Wij stellen u voor
genoemd bedrag van f 8 0.000,= alsvolgt te dekken:
In 1997:
- f 10.000,- t.l.v. de beschikbaar gestelde middelen voor
cultuur (begroting nr. 540.9.4.2);
- f 10.000,- t.l.v. de beschikbaar gestelde middelen voor
onderwijs (begroting subfunctie 480.9);
- f 25.000,- t.l.v. de reservering voor de uitvoering van
de integrale nota Jeugdbeleid onder de voorwaarde dat de
middelen voor onderwijsontwikkeling als achtervang die
nen;
- f 15.000,- t.l.v. middelen GSB 1997, reservering in kader
provinciaal convenant
- f 20.000,- t.l.v. de middelen cultuur die eenmalig be
schikbaar zijn gesteld in het kader van de herschikking
middelen en opheffing Fonds Cultuur.
In 1998 tot en met 2000 jaarlijks:
- f 10.000,- t.l.v. de beschikbaar gestelde middelen voor
cultuur (begroting nr. 540.9.4.2);
- f 10.000, t.l.v. de beschikbaar gestelde middelen voor
onderwijs (begroting subfunctie 480.9);
- f 40.000,- t.l.v. middelen GSB, onder de voorwaarde dat
de middelen voor cultuur als achtervang dienen;
- f 20.000,- t.l.v. middelen Jeugdbeleid, (onder voorwaarde
van vaststelling van de Kadernota Jeugdbeleid en van het
jaarlijkse uitvoeringsplan Jeugdbeleid) en onder de voor
waarde dat de middelen voor onderwijsontwikkeling als
achtervang dienen
De toekenning van middelen die Leeuwarden zelf ten behoeve
van cultuureducatie inzet, willen wij in het vervolg bij
circulatiebesluit doen plaatsvinden.
Wij zullen de toekenning van de genoemde middelen aan de
commissie Welzijn ter kennis te brengen door middel van
jaarlijkse bestedingsplannen.