V Prioriteiten gemeenten bij de inkoop van educatie: doelgroepen, trajecten (in-
en uitstroom), volume-afspraken
Voor de uitvoering van de volwasseneneducatie in 1997 wordt door de samenwerkende
gemeenten in de regio Noord-Friesland aangesloten aan bij de in 1995 vastgestelde
"Hoofdlijnennotitie Regionaal Educatief Plan 1996" beleidsuitgangspunten (hoofdstuk 5
REP 1996) en taakstellingen (hoofdstuk 6 REP 1996).
Voor 1997 wordt evenals in 1996 prioriteit gegeven aan activiteiten voor de volgende
doelgroepen, waarbij met name de eerste drie doelgroepen voorrang krijgen:
1. Allochtonen
2. Functioneel Analfabeten
3. Langdurig Werklozen
4. Vrouwen
5. Voortijdig schoolverlaters
Daarbij wordt voor 1997 tevens gewezen op de betekenis van de Volwasseneneducatie voor
het doelgroepenbeleid van gemeenten onder meer op het terrein van de nieuwe Algemene
Bijstandswet, waarbij 4 categorieën uitkeringsgerechtigden worden onderscheiden. Met
name ten aanzien van de vierde categorie, de moeilijk of nog niet te bemiddelen
uitkeringsgerechtigden (D-Categorie), kan educatie een bijdrage leveren in het verbeteren
van hun positie op de arbeidsmarkt. Overigens is er in de praktijk vaak sprake van overlap
tussen de bovengenoemde prioritaire doelgroepen 12 en 3.
Tevens geldt dat voor een aantal groepen in de samenleving die een educatieve
achterstandssituatie verkeren en daarmee in een sociaal isolement dreigen te geraken, het
van belang wordt geacht dat ze kunnen deelnemen aan VE-activiteiten gericht op sociale
redzaamheid.
Op grond van bovenstaande wordt het doelgroepenbeleid van gemeenten ten aanzien van
de op de arbeidsmarkt gerichte VE-trajecten voor 1997 aangescherpt tot de D-Categorie:
Uitkeringsgerechtigde allochtonen die het Nederlands nog niet beheersen op City
niveau 2 of 3;
uitkeringsgerechtigden functioneel analfabeten;
Ongekwalificeerde langdurig werklozen;
Ongekwalificeerde uitkeringsgerechtigde vrouwen met kinderen jonger dan 5 jaar;
Ongediplomeerde VBO,MAVO,HAVO of VLO schoolverlaters ouder dan 18 jaar, die
niet meer terug te geleiden zijn naar het regulier voortgezet onderwijs;
en voor de op sociale redzaamheid gerichte VE-trajecten:
functioneel analfabeten
allochtone vrouwen en oudere allochtonen;
In 1997 dienen met name extra inspanningen verricht te worden gericht ten aanzien van de
werving en activering van functioneel analfabeten (o.a. middels lokale netwerken van
vertrouwenspersonen e.d.). Gezien het feit dat er in 1995 slechts 258 van de in de regio
Noord-Friesland geschatte 7.000 personen 4 van de bevolking) deelnamen aan
alfabetiseringsactviteiten, werd voor 1996 in het Regionaal Educatief Plan 1996 reeds
aangegeven dat in 1996 gestreefd diende te worden naar een deelname van 280 personen.
In 1997 dient deze lijn te worden voortgezet tot een deelname van minimaal 300 personen
aan alfabetiseringscursussen.
4
Ten aanzien van de uitvoering van de taakstellingen voor 1997 wordt aangesloten bij het in
1996 uitgevoerde Experiment output-financiering 1996 (hoofdstuk 6 REP 1996;
Taakstelling 2).
In het kader van dit experiment zijn in 1996 met 100 cursisten van verschillende groepen
(dat wil zeggen met verschillen in niveau, sekse, nationaliteit etc.) bij de start afspraken
gemaakt welke doelen er binnen een jaar gerealiseerd worden. In 1997 dient met elke
cursist een onderwijscontract te worden afgesloten. Na een eventuele introductieperiode,
waarbij het einddoel van de educatie kan worden vastgesteld, dient tevens in het
onderwijscontract te worden vastgelegd welke stappen achtereenvolgens gezet worden en
in welke tijdspanne. Tijdens het scholingstraject dienen voortgangsgesprekken gevoerd te
worden met cursisten om vorderingen en eventuele stagnaties te bespreken en indien nodig
doelen bij te stellen.
Voor 1997 dienen instellingen aan te geven op welke wijze zij zowel inhoudelijk als financieel
(in termen van prijs, tijd en kwaliteit/resultaat) invulling kunnen geven aan trajecten voor de
door gemeenten aangegeven aantallen cursisten per doelgroep (zie bijlage 1). Daarbij wordt
door gemeenten aan instellingen de mogelijkheid geboden voor een nog nader gedurende
het kalenderjaar 1997 in te vullen vrije ruimte van 15 van het gemeentelijk budget voor
educatie in 1997. Tevens dienen instellingen aan te geven op welke wijze rekening is
gehouden met zogenaamde doorloopverplichtingen ten aanzien van een aantal
deelnemers die hun opleiding reeds zijn gestart en in de gelegenheid moeten worden
gesteld deze af te ronden.
Ten aanzien van het door instellingen uit te voeren aanbod educatie streven de
samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Friesland naar een evenwichtige en op de
behoefte in de regio toegesneden verhouding tussen
a trajecten algemeen vormende educatie voor cursisten die educatie volgen om in
maatschappelijk/sociaal opzicht assertiever, redzamer te worden en
b doorstroom- en arbeidsmarkt gerichte trajecten voor cursisten die hun positie op de
arbeidsmarkt willen verbeteren.
Bij de uitvoering van activiteiten dienen instellingen te streven naar een zo groot mogelijke
spreiding van lesplaatsen in de regio. De lesplaatsen voor de basiseducatie dienen zo veel
mogelijk in elke gemeente aanwezig te zijn. Voor het VAVO dienen minimaal drie lokaties
aanwezig te zijn in de regio.
5