VI Procedure toekenning bijdragen VE 1997 Voor de samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Friesland verandert er ten gevolge van de invoering van de WEB het volgende: gemeenten moeten contracten gaan afsluiten met ROC's; de bekostigings-systematiek voor de basiseducatie (voorheen op basis van deelnemerscontacturen) en het VAVO (voorheen op basis van deeltijd equivalenten) komt te vervallen, in plaats daarvan worden bijdragen verleend op basis van te behalen resultaten (aantal deelnemers dat bepaald traject met goed gevolg afrondt); het dt-MBO valt niet meer onder de planningsbevoegdheid van gemeenten; aan het budget educatie is toegevoegd een budget, dat voorheen was verbonden aan het beroepsbegeleidend onderwijs voor programma's voor leerlingen van 18 jaar en ouder, die eigenlijk onderdeel waren van de volwasseneneducatie. Deze program ma's werden aangeduid als programma's oriëntatie en schakeling, maar bestonden voornamelijk uit NT2-activiteiten. Besloten is dat deze programma's vanaf 1979 bekostigd worden via de educatie. instellingen zijn verplicht een uitgebreide verslaglegging te verstrekken aan gemeenten; de verantwoording van gemeenten ten opzichte van het Rijk is beperkt tot het bijhouden en verstrekken van gegevens ten behoeve van ministerieel onderzoek met betrekking tot het te voeren rijksbeleid; De minister van OC&W maakt jaarlijks in september bekend welke rijksbijdrage aan de gemeente voor het daarop volgende jaar wordt verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de educatie (WEB, art. 2.3.2.). Gemeenten worden afzonderlijk geïnformeerd over de budgetten voor de Inburgering van Nieuwkomers. In september 1996 wordt tevens de Ministeriële regeling bekostiging educatie gepubliceerd. Deze regeling vormt de basis voor de bekostiging in 1997 en bevat nadere bekostigingsvoorwaarden. Op grond van de WEB dienen gemeentebesturen jaarlijks voor 1 november ten behoeve van het daarop volgende jaar te besluiten welke bedragen zullen worden toegekend voor educatieve activiteiten, onderscheiden naar soort opleiding en in voorkomende gevallen naar doelgroepen (WEB, art. 2.3.3.). De toekenning en beschikbaarstelling van de bedragen aan instellingen dienen te berusten op een door het gemeentebestuur en het bevoegd gezag gesloten overeenkomst. De overeenkomst heeft ten minste betrekking op: a de aard van de activiteiten; b het aantal deelnemers, in voorkomende gevallen onderscheiden naar doelgroepen; c de periode; d de omvang van het bedrag, dan wel de wijze waarop dit berekend wordt; e de wijze waarop het bedrag ter beschikking wordt gesteld; f de wijze waarop verantwoording ten opzichte van het gemeentebestuur wordt afgelegd. (WEB, art.2.3.4.) De minister is voornemens om ten behoeve van een goede invoering van de WEB aan de bovenstaande voorwaarden in de ministeriële regeling nog de volgende voorwaarden toe te voegen (brief d.d. 29-8-1996 kenmerk BVE/CFI-96022800): het aangaan van contractuele verplichtingen tussen gemeenten en onderwijsinstellingen vóór 1 januari 1997 voor het gehele jaar 1997; het opnemen van afspraken over het afdekken van wachtgeld risico's; het opnemen van afspraken over die deelnemers die hun opleiding reeds zijn gestart en in de gelegenheid moeten worden gesteld deze af te ronden; 6 Tenslotte acht de minister het van belang dat gemeenten en instellingen afspraken maken over: het doorsluizen van budget dat gemeenten ontvangen naar onderwijsinstellingen bijvoorbeeld als gevolg van salarismaatregelen; het inzetten van middelen die gemeenten ontvangen voor nascholing als onderdeel van de rijksbijdrage. Afspraken die in het verleden zijn gemaakt voor het budget basiseducatie en thans gemaakt moeten worden voor het totale budget voor de educatie. Een model-overeenkomst wordt op dit moment voorbereid door de VNG en de LVGO. Voor de procedure en het tijdpad voor de beleidsvoorbereiding en de toekenning van bijdragen voor 1997 door de samenwerkende gemeenten in de WGR-regio Noord-Friesland wordt verwezen naar bijlage 2. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 151