Blad 4 Eerst genoemde is per 31 december 1996 opgeheven. De Kamer van Koophandel heeft ons meegedeeld, met de intrekking van het verbod akkoord te gaan. Weigeringsgronden Er dient naar onze mening in de exploitatievergunning be paald te worden, dat er sprake kan zijn van een weigerings- grond respectievelijk wegens strijd met het bestemmingsplan en wegens aantasting van het woon- en leefklimaat, indien de inrichting zal worden gevestigd in een woonstraat of in het kernwinkelgebied Onder "Woonstraat" dient in dit verband te worden verstaan een straat dan wel een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, waaraan bebouwing is gelegen die uitslui tend of in hoofdzaak dient voor bewoning. Met het term "kernwinkelgebied" wordt het gebied aangeduid dat in de bestemmingsplannen als zodanig is aangegeven. Algemene voorschriften In de APV geldt 18 jaar als leeftijdseis voor een natuur lijk persoon ten aanzien van de houder, beheerder, of be drijfsleider in de horecabedrijven, waarin geen alcoholhou dende drank wordt verstrekt. Voor de horecabedrijven waarin alcoholhoudende drank wordt verstrekt, is die eis krachtens de wet 25 jaar, hoewel in de praktijk, vooruitlopend op een wetswijziging, 21 jaar wordt aangehouden. Wij menen dat voor het verstrekken van softdrugs dezelfde leeftijdseis gesteld moet worden als voor het verstrekken van alcohol houdende drank, dat wil zeggen minimaal 21 jaar. Door aan te sluiten bij categorisering van de horeca in het bestemmingsplan kan de burgemeester voorts aan de exploi tatievergunning de voorwaarde verbinden dat bij gewijzigde bestemming van dat horecabedrijf de vergunning wordt ingetrokken Op deze wijze kan bovendien, met betrekking tot de ver strekking van softdrugs in de horeca worden bepaald, dat de verstrekking in die horecabedrijven zich beperkt tot de coffeeshops Nadere voorschriften die daarnaast in de exploitatievergun ning ten aanzien van de coffeeshops dienen te worden opge legd zijn: 1. in de coffeeshop mag, overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, derde lid, aanhef en onder b, alsmede ar tikel 23, vierde lid, aanhef en onder b, van de Drank en Horecawet geen alcoholhoudende drank worden ver strekt of aanwezig zijn (dus ook geen blikjes en/of flesj es 2. de toegangsdeur van de coffeeshop mag slechts worden geopend voor het laten passeren van komende en vertrekkende bezoekers. Het langdurig of permanent geopend houden van de toegangsdeur is niet toegestaan; Blad 5 3. de houder of bedrijfsleider/beheerder van de cof feeshop dient er op toe te zien dat bezoekers van de coffeeshop niet hun auto's op hinderlijke wijze parke ren, dan wel een opeenhoping fietsen en brom- of snor fietsen veroorzaken, waardoor de vrije toegang voor voetgangers op het trottoir wordt versperd; 4. personen onder de leeftijd van 18 jaar mogen niet aan wezig. zijn in de coffeeshop. Dit dient kenbaar te zijl gemaakt bij de toegang(en) tot de coffeeshop door mid del van een bordje met daarop duidelijk leesbaar het volgende opschrift: "Geen toegang voor personen onder de-18 jaar"; 5. de softdrugs mogen uitsluitend te koop worden aangebo den op een in de coffeeshop duidelijk zichtbare prijs lijst; 6. uitstalling van goederen en/of het vormen van een ter ras is niet toegestaan. Daarnaast geldt op grond van de nieuwste richtlijnen (de zgn AHOJ-G criteria) van de Procureurs-generaal een beper king ten aanzien van de af te leveren hoeveelheid: per transactie mag niet meer dan een hoeveelheid dan 5 gram worden verkocht. Volgens die richtlijnen mag voorts de han delsvoorraad niet groter zijn dan maximaal 500 gram. Toepas selljkheid In het voorafgaande is de nadruk gelegd op de coffeeshops, dat wil zeggen: horecabedrijven, waarin, naast de ver strekking van alcoholvrije dranken, wordt gedoogd, dat te gen vergoeding ook softdrugs worden aangeboden of ver strekt Daarnaast worden softdrugs ook verstrekt in andere inrich tingen (winkel, afhaalzaak, e.d.). Volgens de richtlijnen van de Procureurs-generaal mogen die niet worden gedoogd. Om daartegen te kunnen optreden stellen wij voor daartoe ook een bepaling op te nemen. Overgangsrecht Belanghebbenden moeten bij wijze van overgangsperiode tot 1999 de gelegenheid krijgen zich op de nieuwe regelgeving in te stellen. De burgemeester kan op verzoek in bijzondere gevallen deze termijn met een jaar verlengen. Bovendien kan de burgemees ter voor onbepaalde tijd ontheffing verlenen van de innch tingseisen indien dit uit bouwkundige, stedenbouwkundige o andere bijzondere overwegingen redelijkerwijs niet is te realiseren

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 168