Blad 6
Horecabedrijven, waarin geen alcoholhoudende drank wordt
geschonken
Ten aanzien van de Inrichtingseisen merken wij het volgende
op.
In de APV zijn geen inrichtingseisen gesteld aan de zoge
naamde eethoreca, zoals cafetaria's en snackbars. Wij menen
dat hierin een beperkte wijziging moet worden aangebracht.
Die wijzigang bestaat hierin dat in beginsel dezelfde eisen
zoals die gesteld worden in het Besluit inrichtingseisen
Drank- en Horecawet (Sb.1966, 268) op deze bedrijven van
toepassing dient te worden verklaard, met dien verstande
dat de minimale vloeroppervlakte 15 m2 moet zijn in plaats
van 35 m2zoals nu ook al is voorgeschreven. Van de overi
ge eisen kan ontheffing worden verleend indien die om
bouwkundige of stedenbouwkundige overwegingen redelijker
wijs niet te realiseren zijn.
Voor bedrijven die alcoholvrije dranken mogen verstrekken
is in de APV nu reeds als enige inrichtingseis gesteld, dat
de lokaliteit een oppervlakte moet hebben van ten minste
15 m2
Voor de alcoholverstrekkende bedrijven geldt uit overwe
gingen van sociale hygiëne het Besluit inrichtingseisen
Drank- en Horecawet.
Naast de oppervlakte-eis wordt in dit besluit verder be
paald, dat de hoogte van een lokaliteit ten minste 2.60
meter dient te bedragen. Als andere eisen worden gesteld
onder meer een minimale kunstverlichting en een gescheiden
toiletgelegenheid
Uit een oogpunt van sociale hygiëne menen wij dat indien
softdrugs zullen worden verkocht ongeveer dezelfde sociaal-
hygiënische eisen gesteld moeten worden. Om die reden stel
len wij voor dezelfde eisen welke genoemd worden in dat
besluit ook van toepassing te verklaren op deze horecabe
drijven
Ten aanzien van de zedelijkheidseisen zijn wij van mening,
dat de thans voor de horecabedrijven, waarin alcoholhouden
de drank en/of etenswaren worden verstrekt, geldende eisen
van zedelijkheid, ook dienen te gaan gelden voor horecabe
drijven, waarin alcoholvrije dranken worden verstrekt en
wel met betrekking tot de houder, bedrijfsleider en/of be
heerder
Bedoeld worden hier de eisen genoemd in het Besluit eisen
zedelijk gedrag Drank-en Horecawet (Sb. 1967, 298)Deze
eisen komen overeen met die welke worden gesteld ten aan
zien van de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag.
Blad 7
Ingevolge deze eisen mogen de bedrijfsleiders en beheerders
niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. In de
praktijk houdt dit in dat rekening wordt gehouden met ver
oordelingen die binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk
zijn geworden.
Overige sof tdrugspanden
Naast de coffeeshops worden softdrugs ook in andere panden
verhandeld, zoals winkels en afhaalzaken. Tegen deze
ondernemingen kan met het hier voorgestelde instrumentarium
niet zonder meer worden opgetreden, omdat het geen horeca-
achtige-bedrijven zijn. Hierop zijn echter wel andere rege
lingen van toepassing, waarvan de voornaamste zijn de Ves
tigingswet bedrijven, de Winkelsluitingswet en het bestem
mingsplan. Daarnaast kan tegen de veroorzakers van overlast
op grond van de APV worden opgetreden.
Zoals wij hiervoor al hebben vermeld laten de richtlijnen
van de Procureurs-generaal dergelijke verstrekkingspunten
niet toe. Om ook in deze gevallen de mogelijkheid te hebben
tot algehele sluiting over te gaan in het belang van de
openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid,
stellen wij voor de mogelijkheid op te nemen om drugspanden
te kunnen sluiten indien het woon- en leefklimaat in de
naaste omgeving of de openbare orde op ontoelaatbare wijze
nadelig wordt beïnvloed.
Overigens verdient vermelding dat thans een wijziging van
de Gemeentewet wordt voorbereid op grond waarvan de burge
meester ruimere bevoegdheden krijgt op te treden tegen
woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of
bij die woningen of lokalen behorende erven, waarin over
last wordt veroorzaakt. De hier voorgestelde bepaling dient
gezien te worden als aanvullend, ten aanzien van de niet
als woning in gebruik zijnde panden.
De genoemde wijziging van de Gemeentewet treedt in werking
met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad, vermoedelijk nog deze maand.
Resumé
Met de invoering van de exploitatievergunning, de toepas
sing van de criteria, beperkingen en voorschriften en het
stellen van nadere eisen kan worden bereikt, dat:
1. de ongebreidelde groei van coffeeshops wordt tegen
gegaan;
2. de overlast betreffende de gehele horeca beheersbaar
wordt
3. geen aparte vergunning voor eet- of drinkgelegenheid
meer is vereist;
4. geen aparte ontheffing meer nodig is voor de verstrek
king van alcoholische dranken, waar dat thans nog ver
boden is;