Blad 2
c. beheerder: degene die onmiddellijk leiding geeft
aan de uitoefening van een horecabedrijf en als
zodanig doorgaans gedurende de openingstijden in
het horcabedrijf aanwezig dient te zijn.
5. Deze paragraaf verstaat niet onder bezoekers:
a. de gezinsleden van de ondernemer, bedrijfsleider o
beheerder, alsmede diens elders wonende bloed- en
aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de
zijlijn tot en met de derde graad;
b. de personen die voorkomen in het register als be
doeld in artikel 438 van het Wetboek van Straf
recht;
c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting we
gens dringende redenen noodzakelijk is.
Artikel 2.
Ingevoegd worden de nieuwe artikelen 2.3.1.1.a, 2.3.1.1.b
en 2311c
Exploitatie horecabedrijf
Artikel 2.3.1.1.a
1. Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonde
vergunning van de burgemeester.
2. Indien de exploitatie van een horecabedrijf, waarvoor
een vergunning als bedoeld in het eerste lid is ver
leend, wordt uitgebreid of (ingrijpend) wordt gewij
zigd, dient een nieuwe vergunning als bedoeld in het
eerste lid te worden aangevraagd.
3. De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het
eerste lid geheel of gedeeltelijk weigeren:
a. wegens strijd met het vigerende bestemmingsplan;
b. indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat
het woon- en leefklimaat in de omgeving van het
horecabedrijf en/of de openbare orde op ontoelaat
bare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aan
wezigheid van het horecabedrijf.
4. Bij de toepassing van de in het derde lid onder b, ge
noemde weigenngsgrond houdt de burgemeester rekening
met het karakter van de straat en de wijk, waarin het
horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard
van het horecabedrijf en de spanning, waaraan het woon
milieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen
te staan door de exploitatie van het horecabedrijf.
5. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1. be
slist de burgemeester in geval van een vergunning
aanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het
horecabedrijf behorende terrassen voor zover deze zich
op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg
ten behoeve van het terras.
Blad 3
6. Onverminderd het gestelde in het derde en vierde lid
kan de burgemeester de in het vijfde lid bedoelde inge
bruikneming van die weg ten behoeve van een of meer bij
een horecabedrijf horende terrassen weigeren:
a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de
weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid
van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik
daarvan;
b. indien dat gebruik een belemmering kan worden voor
het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.
7. Het bepaalde in het vijfde en zesde lid geldt niet,
voo-r zover het Rijkswegenreglement of het Provinciaal
wegenreglement van toepassing is.
Nadere eisen
Artikel 2.3.1.1.b
1. Voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in
artikel 2.3.1.1.a ten aanzien van een horecabedrijf,
waarin geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt:
a. dient de bedrijfsleider en/of beheerder:
- minimaal de leeftijd van 18 jaar te hebben be
reikt, met dien verstande, dat, indien die be
drijfsleider en/of beheerder al dan niet be
drijfsmatig binnen het horecabedrijf softdrugs
wil verkopen, hij de leeftijd van minimaal 21
jaar dient te hebben bereikt;
- te voldoen aan de eisen welke gesteld worden ten
aanzien van de afgifte van een verklaring omtrent
het gedrag;
b. dient het horecabedrijf te voldoen aan de eisen,
die bij artikel 2.3.1.1.c worden gesteld.
2. Van het gestelde in het eerste lid onder a, met betrek
king tot de leeftijdseis kan de burgemeester ontheffing
verlenen voor maximaal een jaar, mits sprake is van een
bijzonder geval, dan wel indien gewichtige belangen
daartoe aanleiding geven.
3. De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in
artikel 2.3.1.1.a, indien niet wordt voldaan aan de
nadere eisen als bedoeld in het eerste en tweede lid
van artikel 2.3.1.1.b, en daarvan geen ontheffing kan
worden verleend.
Inrichtingseisen
Artikel 2 311c
Het horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.1.b, eerste
lid onder b, dient te voldoen aan de volgende eisen:
a. ten aanzien van horecabedrijven, moet één lokaliteit
een oppervlakte hebben van ten minste: