Blad 4 A. 15 m2indien daarin geen softdrugs worden verstrekt of verkocht; B. 35 m2indien daarin ook softdrugs worden verstrekt of verkocht; b. van ieder punt van een lokaliteit uit, ten aanzien van het horecabedrijf bedoeld onder b, moet bij voortduring een deel van de lokaliteit met een oppervlakte van ten minste 152 kunnen worden overzien; c. in een lokaliteit mogen geen voorzieningen zijn aange bracht, die een gehele afzondering van een gedeelte van de lokaliteit mogelijk maken; d. de -hoogte van een lokaliteit moet over ten minste vijf/zesde van de vloeroppervlakte ten minste 2.60 m bedragen; e. de lokaliteit moet een zodanige kunstlichtvoorziening hebben, dat de gemiddelde horizontale verlichtings sterkte, gemeten op 1 m boven de vloer, over de gehele oppervlakte tenminste 50 lux bedraagt; f. het horecabedrijf moet zijn voorzien van ramen met een zodanige oppervlakte dat voldoende daglichttoetreding is gewaarborgd, met dien verstande dat het raamopper- vlak tenminste gelijk moet zijn aan die oppervlakte die in het Bouwbesluit ten aanzien van verblijfsgebieden in woningen worden gesteld; g. in het horecabedrijf moeten de luchtverversing, de elektriciteits- en drinkwatervoorziening voldoen aan het bepaald in het Bouwbesluit; h. in het horecabedrijf moet een voorziening aanwezig zijn om het glas- en vaatwerk met stromend deugdelijk drink water te kunnen reinigen; i. in de inrichting moet ten behoeve van de bezoekers een gescheiden toiletgelegenheid aanwezig zijn met een be hoorlijke voorziening om de handen met stromend deugde lijk drinkwater te kunnen wassen; j. het horecabedrijf moet, mede ten behoeve van de bezoe kers, aangesloten zijn op het telefoonnet, tenzij zulks redelijkerwijs niet mogelijk is. Artikel 3. Artikel 2.3.1.3 komt te luiden als volgt: Toegang ambtenaren van politie Artikel 2.3.1.3 De ondernemer van een horecabedrijf is verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie en die van de gemeente die met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast, vanaf de weg onmiddellijk en onbelemmerd toe gang hebben tot zijn bedrijf: Blad 5 a. gedurende de tijd dat het bedrijf voor bezoekers ge opend is; dan wel b. gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien die ambtenaren van politie, respectieve lijk van de gemeente hun vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn. Artikel 4... De artikelen 2.3.1.7. tot en met 2.3.1.12 vervallen. Artikel 5 Ingevoegd wordt een nieuw artikel 2.3.1.12.a Burgemeester en wethouders als bevoegd bestuursorgaan Artikel 2. 3. 1.12. a Indien een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.1 geen inrichting is in de zin van artikel 17 4 Gemeentewet treedt niet de burgemeester maar het college van burgemees ter en wethouders op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van de artikelen 2.3.1.1.a tot en met 2.3.1.5. Artikel 6. Artikel 2.3.1.13 wordt gewijzigd en gelezen als volgt: Bij overlijden van een vergunninghouder kan het bedrijf worden voortgezet tot drie maanden na het overlijden, of indien binnen die termijn een nieuwe vergunning is aang evraagd, tot het tijdstip waarop op de desbetreffende aan vraag onherroepelijk is beslist. Artikel 7 Na Afdeling 7 wordt een nieuwe afdeling toegevoegd, luidend als volgt: Afdeling 8 Drugsoverlast Sluiting van drugspanden Artikel 2.8.1 1. Het bevoegde bestuursorgaan kan een gebouw, een voer tuig, een vaartuig of enige andere ruimte, niet als woning in gebruik zijnde, waarin middelen als bedoeld m de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet zonder dat daar toe op grond van die wet vereiste verloven zijn ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 173