Blad 6
strekt, worden gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht,
afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of aanwezig zijn,
gesloten verklaren, indien naar zijn oordeel moet wor
den aangenomen dat het woon- en leefklimaat in de naas
te omgeving of de openbare orde op ontoelaatbare wig ze
nadelig wordt beïnvloed.
2. Onder het bevoegde bestuursorgaan, als bedoeld in het
eerste lid, wordt verstaan burgemeester en wethouders,
of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande
gebouwen, als bedoeld in artikel 174 van de Gemeente
wet, de burgemeester.
3. Het is de eigenaar, beheerder, ondernemer of gebruiker
van een gebouw, voertuig, vaartuig of enige andere
ruimte, als bedoeld in het eerste lid, verboden na het
in werking treden van de sluiting, bezoekers tot het
gebouw, het voertuig, het vaartuig of de ruimte toe te
laten of daarin te laten verblijven.
4. Het is een ieder verboden in een bij besluit als be
doeld in het eerste lid, gesloten gebouw, voertuig,
vaartuig of ruimte als bezoeker te verblijven.
5. Onder bezoeker wordt ten aanzien van de toepassing van
het derde en vierde lid niet verstaan:
a. de gezinsleden van de eigenaar, beheerder, onderne
mer of gebruiker van het gebouw, het voertuig, het
vaartuig of de ruimte, niet als woning in gebruik
zijnde, alsmede diens elders wonende bloed- en aan
verwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zij
lijn tot en met de derde graad;
b. de personen, wier tegenwoordigheid in het gebouw,
het voertuig, het vaartuig of de ruimte, niet als
woning in gebruik zijnde, wegens dringende redenen
noodzakelijk is.
6. Het bevoegde bestuursorgaan trekt het in het eerste lid
bedoelde besluit in zodra het woon- en leefklimaat in
de naaste omgeving of de openbare orde naar haar oor
deel de sluiting niet langer vereist.
Artikel 8.
Aan artikel 6.5 wordt een achtste lid toegevoegd, luidend:
"8. Ten aanzien van het gestelde in artikel 2.3.1.1.b, eer
ste lid onder b, kan de burgemeester op verzoek ontheffing
verlenen
a. tot 1 januari 1999; de burgemeester kan op verzoek in
bijzondere gevallen de in dit lid gestelde termijn met
maximaal een jaar verlengen;
Blad 7
b. voor onbepaalde tijd, indien dit uit bouwkundige,
denbouwkundige of andere bijzondere overwegingen
lijkerwijs niet is te realiseren.
Artikel 9.
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1997.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter
secretaris.