Blad 2 start. De gemeente Leeuwarden vatte toen alras het plan op om het MIP zelf ter hand te nemen, vooral vanwege de binnenshuis opgebouwde kennis. De uitvoering van het MIP in Leeuwarden gebeurde vervolgens onder de paraplu van en tegen vergoeding door de provincie Friesland, welke het provinciale MIP-budget onder de hoede had. Leeuwarden presenteerde in 1993 het lijvige eindrapport; binnen de gemeentegrenzen zijn in totaal een kleine 800 objecten geïnventariseerd en vier gebieden als zogenoemde gebieden van bijzondere waarde aangemerkt (Bijlage: MIP-rapport Leeuwarden) Op het moment dat Monumenten Inventarisatie Project Leeuwarden verscheen, was juist het tweede project in het land begonnen: het Monumenten Selectie Project. Het MSP werd wederom aan de provincies en de grote steden toevertrouwd, daar zij (inmiddels) de benodigde expertise in huis hadden. Voor het MSP heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een Handleiding Selectie en Registratie Jongere Stedebouw en Bouwkunst (1850-1940) samengesteld, aan de stringente hand waarvan gewerkt moet worden (bijlage: Handleiding Selectie en Registratie Jongere Stedebouw en Bouwkunst (1850-1940) Uitgangspunt voor het MSP zijn de resultaten van het MIP. Aan de hand van vijf criteria (cultuurhistorische waarden, architectuurhistorische waarden, ensemblewaarden, gaaf heid/herkenbaarheid en zeldzaamheid) wordt uit het MIP een keuze gemaakt van objecten en structuren van landelijk be lang. Deze worden nader onderzocht, gedocumenteerd en be schreven, en vervolgens aan de gemeenteraad voorgelegd die moet beslissen over een voordracht aan de minister. Op 31 december 1998 moeten op deze wijze in heel Nederland al die rijksmonument-waardige objecten en stads- en dorpsgezichten voor bescherming zijn aangeleverd bij de minister van O.C. en W. In beginsel bestaat ook voor middelgrote steden de moge lijkheid het MSP zelfstandig uit te voeren. Er wordt dan een rechtstreekse overeenkomst met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aangegaan. Nu Leeuwarden het MIP zelfstandig heeft uitgevoerd, valt er veel voor te zeggen om ook het MSP zelf ter hand te nemen en het niet door de Provincie Friesland te laten doen. Een belangrijk argument dat pleit voor een "eigen1 MSP, door met zorg uitgekozen medewerkers onder supervisie van de gemeentelijke kunsthistorisch medewerker monumentenzorg, is de gegarandeerde hoge kwaliteit van het archief- en literatuuronderzoek en van de mede daarop gebaseerde redengevende omschrijvingen. Daarbij komt dat, gesteld dat de Provincie Friesland het MSP voor Leeuwarden zou Blad 3 uitvoeren, de gemeente sowieso een deel van de MSP-werk- zaamheden zou moeten verrichten: het onderzoek naar juridi sche eigenaars en anderszins belanghebbenden en het be stuurlijke traject van hoorzittingen en besluitvorming. Tenslotte is het zo, dat het MSP wordt uitgevoerd aan de hand van een aanwijzingsadvies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de Indicatieve Lijst (IL)Deze is gebaseerd op een gemeentelijk voorstel terzake, tot stand- gekomen in ambtelijk overleg tussen rijksdienst en gemeen te, en omvat de objecten en structuren die naar beider voorlopige oordeel rijksmonument-waardig zijn. Nu werd de gemeente Leeuwarden begin jaren '90 gevraagd om mee te wer ken aan het landelijke onderzoek naar de actuele onderhoudsstaat van 's lands historische erfgoed en de omvang van de restauratie-achterstand. Dit onderzoek heeft er eind 1995 in geresulteerd, dat de regering voor de komende jaren een fors extra bedrag aan rijksmiddelen beschikbaar heeft gesteld om tenminste een deel van die achterstanden in te lopen. Bij het landelijke onderzoek moest ook de jonge bouwkunst en stedebouw betrokken worden en daarom is destijds door de gemeentelijke medewerkers monumentenzorg een proefselectie gemaakt, die mettertijd als basis kon dienen voor de Indicatieve Lijst. De afgelopen tijd zijn gesprekken met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg gevoerd over de voornoemde proefselectie, over de opzet van een zelfstandig MSP-Leeuwarden en over de financiële consequenties en randvoorwaarden. Met ons voorstel om het Monumenten Selectie Project zelfstandig uit te voeren, geven wij u meteen inzicht in de opzet en de financiële dekking. Opzet Monumenten Selectie Project Leeuwarden Bepalend voor de opzet van het Monumenten Selectie Project Leeuwarden is de genoemde Handleiding Selectie en Registratie Jongere Stedebouw en Bouwkunst (1850-1940) en de daarin gestelde randvoorwaarden. In de Handleiding en enige circulaires en notities die naderhand ter aanscherping en precisering zijn opgesteld, is het traject van het MSP uiteengezet. De relevante onderdelen zijn op rij gezet in het werkplan voor het Monumenten Selectie Project Leeuwarden (Bijlage: Werkplan Leeuwarden). Zoals het werkplan aangeeft, wordt het MSP Leeuwarden opge deeld in drie fasen, corresponderend met drie deelgebieden. Aan het eind van elke fase kunt u een raadsvoorstel voor het betreffende deelgebied tegemoet zien. Dit opdelen ge beurt mede op verzoek van de RdMzdie de voordrachten uit het hele land bij voorkeur gespreid krijgt aangeleverd voor de administratieve verwerking.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 193