Nummer 5194 JvH/DW DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 mei 1997 (bijlage nr. 58); gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 van de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuurs recht, BESLUIT; vast te stellen de volgende verordening houdende de voor waarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemene begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden: het door of met medewerking van de gemeente treffen van voorzieningen van openbaar nut, waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaken gebaat wor den, dat wil zeggen geschikt of beter geschikt voor be bouwing worden, dan wel anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren; b. exploitatiegebied: een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen gebied, dat gebaat is door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut; c. exploitant: de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een in het exploitatiegebied gele gen onroerende zaak welke door het treffen van voorzie ningen van openbaar nut gebaat is; d. exploitatie-overeenkomst: de overeenkomst, onder welke naam dan ook gesloten, waarin de gemeente met een ex ploitant de voorwaarden overeenkomt waaronder de gemeen te voorzieningen van openbaar nut zal treffen of daaraan medewerking zal verlenen; e. aangevuld bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad, waarin overeenkomstig artikel 222 Gemeen tewet wordt besloten in welke mate de aan de voorzie ningen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 201