Blad 2 Wij verwachten bij ongewijzigd beleid een overschrijding van ongeveer f 500.000,-. Daarmee zien wij ons wederom geplaatst voor het dilemma, wat aanleiding was tot het voeren van een fundamentele dis cussie. Namelijk enerzijds de door de gemeenteraad gevoelde noodzaak tot het voeren van een actief minimabeleid en an derzijds het financiële beslag van de minima-instrumenten in relatie tot overige prioriteiten. Deze raadsbrief bevat voorstellen om uit het geschetste di lemma te komen. Daaraan voorafgaand wordt volledigheidshal ve summier ingegaan op het huidige Leeuwarder minimabeleid. 2. ACTUELE SCHETS VAN HET LEEUWARDER MINIMABELEID 2.1. Financiële ontwikkeling van het minimabeleid In financieel opzicht heeft het minimabeleid de afgelopen jaren een forse ontwikkeling doorgemaakt. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling in de afgelopen jaren van de uitgaven van het minimabeleid op re keningbasis 1992 1993 1994 1995 1996 Bijzondara bijstand 1.923.000 2.126.000 2.336.000 2.368.267 3.540.000 Schuld hulp var la- ning OKB 85.050 96.250 90.675 150.000 94.000 KWijt- sohalding OZB 103.763 42.777 212.000 282.183 380.904 na 63.063 61.127 154.665 363.494 383.637 Op basis van deze tabel kan worden geconcludeerd dat er sprake is geweest van een forse toename van de uitgaven. Behalve deze uitgaven zijn de afgelopen jaren ook extra middelen beschikbaar gesteld voor het minimabeleid. Het gaat daarbij om een bedrag van in totaal f 947.000,-. Dit bedrag is samengesteld uit het voor 1996 beschikbaar ge stelde bedrag van f 57.000,- voor nieuw beleid en het voor 1997 uit de middelen van het GSB beschikbaar gestelde be drag van f 890.000,-. Aan deze extra beschikbaar gestelde middelen is voor f 350.000,- bestemming gegeven. Het gaat hierbij om het bekostigen van de verhoging van de kwijt scheldingsnorm OZB van 95% naar 100%. Voor besteding van het resterende bedrag van f 597.000,- worden u middels deze raadsbrief voorstellen voorgelegd. Blad 3 2.2. Inhoudelijk* ontwikkeling van het minimabeleid In het collegeprogramma 1995-1998 wordt erkend dat niet voor elke uitkeringsgerechtigde perspectief bestaat op ar beidsmarktparticipatie. Een actief minimabeleid wordt daar om van essentieel belang geacht. Een actief minimabeleid bevat een tweetal componenten. 1. Inkomensondersteunende maatregelen. 2. Participatiebevorderende/isolementbestrijdende maatrege len 2.2.1. De Inkomensondersteunende maatregelen De Bijzondere Bijstand, de schuldhulpverlening en de kwijt schelding van belastingen kunnen worden gerekend tot de Inkomensondersteunende maatregelen Bijzondere Bijstand Vooral de Bijzondere Bijstand ontwikkelt zich explosief. Dit is voor een deel een gevolg van geïntensiveerde voor lichting, een toenemend beroep op Bijzondere Bijstand, af schaffing van het drempelbedrag voor bijstandsverlening vanaf 1996 en incidenteel voor 1996, de verlening van een individuele koudetoeslag De stijging in 1996 is uitzonderlijk fors. Deze wordt naast de hierboven genoemde redenen vooral veroorzaakt door de door het Rijk van Algemene naar Bijzondere Bijstand overge hevelde kostensoorten. Voor een nadere analyse wordt verwe zen naar het desbetreffende onderdeel uit de voorlopige jaarrekening van de dienst Welzijn, welke ter informatie naar de leden van de Raadsadviescommissie voor Economische en Sociale Zaken is toegezonden. Op grond daarvan wordt, zoals reeds eerder is aangegeven, voor 1997 een overschrijding verwacht van f 500.000,-. Schuldhulpverlening Onze gemeente kent reeds vanaf 1982 in het Project Overkre- ditering een vorm van integrale schuldhulpverlening. Vanaf 1992 is daar als preventief instrument aan toegevoegd het Budget Advies Centrum (BAC)tot nu toe met incidentele middelen gefinancierd. In 1992 is besloten vanaf 1993 de vergoeding aan de Gemeen schappelijke KredietBank Friesland (GKB-F) voor afhandeling van verzoeken om schuldregeling te halveren. Deze bezuini gingstaakstelling heeft de bank niet kunnen realiseren. Met incidentele middelen is van 1993 tot en met 1995 het oor spronkelijke vergoedingsbedrag van f 350,- per verzoek als subsidie verstrekt. Een en ander is in 1996 als tegenvaller aangemerkt. Tevens is vanaf 1997 nog eens f 47.000,- extra toegevoegd aan de middelen bestemd voor het vergoeden van de schuldregelingsverzoeken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 210