Blad 4 Over de reikwijdte van deze beleidsinstrumenten merken wij het volgende op. Huur Op grond van rijksbeleid heeft de huurder in de afge lopen jaren een steeds groter aandeel van zijn inkomen moet bestemmen voor betaling van de huur. Mede verant woordelijk voor de stijgende huurquote is de oplopende kwaliteitskorting: hoe hoger de huur, hoe minder sub sidie en hoe hoger de eigen bijdrage van de huurder. Vanaf 1 juli 1997 zal de nieuwe Huursubsidiewet een matigende invloed hebben op de netto huurlasten als gevolg van een ander stelsel van kwaliteitskorting. Volgens de Regering zullen de huurquotes van de ver schillende categorieën met enkele procenten dalen. Huishoudens met lagere inkomens zullen extra onder steuning krijgen. Van de huidige huursubsidie-ontvang ers zal, bij een verwachte huurstijging van 3,5%, 70% zelfs een huurdaling ervaren. Ondanks deze verbeteringen zal de situatie ook in de toekomst blijven bestaan dat een huurder met een inkomen ter hoogte van het sociaal minimum een aan zienlijk groter aandeel van het inkomen aan huur dan de laagste huurquote (16 a 17%) moet opbrengen. Com pensatie door middel van bijzondere bijstand is in het algemeen niet mogelijk. Voor de toepassing van de Algemene bijstandswet moet de huursubsidieregeling als een voorliggende, in beginsel toereikende voorziening worden gekwalificeerd, zodat voor aanvullende bijstand als regel geen plaats is. Bijzondere bijstand heeft alleen een beperkte, soms tijdelijke functie in speci fieke gevallen. Indien bijzondere bijstand wordt verstrekt, zal de vaststelling daarvan zo nauw mogelijk moeten aanslui ten bij de uitgangspunten van het huursubsidiestelsel waaronder het principe van kwaliteitskorting, op straffe van ongeoorloofde doorkruising van rijksbeleid door plaatselijk bijstandsbeleidBijzondere bijstand kan dus niet voorzien in relatief hoge woonkosten die het huursubsidiebeleid voor rekening van de huurder laat. Afgezien van deze beleidsmatige overwegingen zijn de financiële consequenties van een aanvullend subsidiestelsel enorm en niet te overzien. Om dezelfde redenen kan bijzondere bijstand ook geen functie vervullen ten aanzien van de kamerbewoner die als huurder van onzelfstandige woonruimte niet in aan merking komt voor huursubsidie. Deze uitsluiting van huursubsidie heeft tot gevolg dat bijstand in beginsel niet aan de orde is, behoudens in geval van individue le, dringende noodsituaties. Blad 5 Uit het voorgaande volgt naar ons oordeel dat de func tie van bijzondere bijstand ter tegemoetkoming van hoge netto huurlasten een beperkte kan zijn. Voor de volledigheid wijzen wij erop dat ook andere instrumenten worden ingezet om situatie van financiële overbelasting te voorkomen, zoals fiatteringsbeleid, toewijzingsbeleid e.d.Vooral in het kader van de nieuwe Huursubsidiewet wordt van de gemeente bijzonde re prestaties in dit opzicht verwacht. Belastingen en heffingen De vaststelling van de hoogte van de afvalstoffenhef fing, de onroerende zaakbelasting, het rioolrecht be hoort tot de beleidsverantwoordelijkheid van de ge meente, evenals het gebruik van de mogelijkheid van kwij tschelding Aan het waterschap komen dezelfde bevoegdheden toe met betrekking tot de ingezetenenomslag en de verontreini gingsheffing Naar ons oordeel is kwijtschelding een effectief mid del om woonlasten meer in overeenstemming te brengen met de draagkracht in het inkomen. Het instrument werkt alleen als de belanghebbende behoort tot de categorie belastingplichtigen. Gebruikers van onzelf standige woonruimten, waaronder onderhuurders, behoren daartoe niet. Zij krijgen de rekening (gedeeltelijk) gepresenteerd zonder de mogelijkheid tot afwenteling (huursubsidie of kwijtschelding) Energieverbruik Beperking van de kosten van energieverbruik behoort in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid van de leverancier en de individuele gebruiker. Ook de rol van de verhuurder mag niet worden onderschat. Alleen als de gebruiker wordt geconfronteerd met extra hoge kosten van energiegebruik, die terug te voeren zijn op bijzondere individuele omstandigheden, zoals gezond heid, woonsituatie of extreme weersgesteldheid, kan bijzondere bijstand soelaas bieden. 3. UITWERKING MOTIE 31 Algemeen In de motie wordt gevraagd om "voor uitkeringsgerech tigden die zijn aangewezen op de nAbw een voorziening middels bijzondere bijstand te treffen als sprake is van onevenredig hoge woonlasten". Gelet op de m de motie aangegeven beperking naar doelgroep én naar instrument menen wij dat onverkorte uitvoering daarvan zeker m juridisch opzicht niet juist is. Het is niet mogelijk- en zal dat ook niet zijn na wijziging van de Algemene bijstandswet met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 240