Blad 8
zijnde, zoals bruggen. Bouw van de burg vormt hier dus geen
probleem. Bij de bestemming "Water" in het bestemmingsplan
"Schoolstraat e.o." zijn eveneens andere bouwwerken, zoals
bruggen toegestaan, echter met inachtneming van de op de
plankaart aangegeven maten, d.w.z. alleen bestaande brug
gen. Formeel-jundisch gezien is in dit plan dus geen nieu
we brug geregeld. Teneinde desondanks medewerking te kunnen
verlenen aan de bouw van de brug, is het noodzakelijk dat
voor het betrokken stuk grond een voorbereidingsbesluit
wordt genomen. Zoals u bekend is, kan op grond van een der
gelijk besluit vrijstelling worden verleend van het gelden
de bestemmingsplan, mits Gedeputeerde Staten vooraf ver
klaard hebben tegen het verlenen van vrijstelling geen be
zwaar te hebben. In het kader van de anticipatieprocedure
zal een ieder in de gelegenheid worden gesteld eventuele
bedenkingen tegen het bouwplan naar voren te brengen. Het
bouwplan zal te zijner tijd in de Commissie voor Stadsont
wikkeling aan de orde worden gesteld.
Standpunt: ten behoeve van de aanleg van de Harmoniebrug
stellen wij u voor een krediet beschikbaar te stellen van
f 3.100.000,- en in het kader van de noodzakelijke vrij
stellingsprocedure (artikel 19 WRO) een voorbereidingsbe
sluit te nemen. De investering wordt als volgt gedekt:
- GDU-middelenf 1.000.000,-
- Nuon-middelenf 1.350.000,-
- GSB-middelenf 750.000,-
Totale investering: f 3.100.000,
2.8.1.3. Financiering project "Binnenstad Nieuwe Stad"
In het concept-masterplan zelf komt de financiering van het
plan niet aan de orde. Nu het plan naar onze mening vol
doende draagvlak heeft, is het van belang de uitvoerbaar
heid verder financieel te onderbouwen. Specifiek voor de
herinrichting van de binnenstad zijn voorlopig vanaf 1996
gedurende 4 jaar 1 miljoen per jaar aan middelen gereser
veerd. Gekoppeld aan het hiervoor bedoelde uitvoeringspro
gramma zijn wij voornemens in het kader van de integrale
aanpak van de binnenstad een meer gespecificeerd integraal
financieel meerjarig plan voor de binnenstad op te stellen.
In dat kader speelt ook de werving van externe financiering
alsmede het al dan niet toepassen van een baatbelasting in
de afweging mee.
Het ontwerp-masterplan voor de openbare ruimte heeft een
globaal karakter. Gelet hierop is voor wat betreft het ra
men van kosten in deze fase van de besluitvorming ook
slechts een zeer globale kosten-indicatie te geven op basis
Blad 9
van kengetallen gerelateerd aan globale hoeveelheden. Wij
achten het niet verantwoord op basis hiervan een investe
ringsplan vast te stellen. Immers meer gedetailleerde uit
voeringsplannen leveren een betere kostenbegroting op. Om
dat het plan niet in één keer zal worden uitgevoerd is het
belangrijk, dat er een uitspraak wordt gedaan over de fase
ring en de termijnen van uitvoering. Hiervoor werd door ons
reeds de door ons voorgestelde eerste fase geformuleerd. Op
korte termijn dient mede op basis hiervan een integraal
meerjaren uitvoeringsprogramma voor de binnenstad te worden
opgesteld
Voor de financiering dient dekking te worden gevonden uit
reguliere posten op de begroting alsmede de diverse investe
ringsprogramma's voor de komende jaren. Afhankelijk van de
door u vast te stellen prioriteiten kunnen deze dekkings-
posten hoger dan wel lager uitvallen. Daarbij staat ons met
name de besluitvorming over de toedeling van middelen in
het kader van het Investeringsfonds"Grote Stedenbeleid"
GSB)"Programma Infrastructuur", "Verdeelbesluit Stads
vernieuwing" voor ogen. Daarnaast worden ook de mogelijkhe
den onderzocht om externe fondsen te werven. Ook dient de
vraag te worden beantwoord of de toepassing van baatbelas
ting een van de bronnen voor dekking dient te zijn.
In het kader van de integrale aanpak van de functionele
versterking van de binnenstad vormt het ontwerp-masterplan
voor de openbare ruimte weliswaar een belangrijk onderdeel,
maar het dient zoals betoogd in een breder kader te worden
geplaatst. Hoewel het plan op zich op integrale wijze tot
stand is gekomen, blijft het beperkt tot de openbare ruimte
en heeft het hiermee nog niet de status van een integrale
toekomstvisie voor de binnenstad. Daarom zijn wij voorne
mens voor de binnenstad op basis van de reeds vastgestelde
beleidsnota's een integraal toekomstperspectief met daaraan
gekoppelde integrale financiële planning op te zetten. We
gaan ervan uit dat wij na afronding van de besluitvorming
inzake het voorliggende ontwerp-masterplan de uitwerking
tot een integraal toekomstperspectief in het 3e kwartaal
van dit jaar kunnen afronden opdat besluitvorming uiterlijk
in het 4e kwartaal kan plaatsvinden.
Standpunt: de financiering van de herinrichting dient on
derdeel te zijn van een integrale aanpak van de binnenstad.
2.1.8.4. Organisatie.
De door ons voorgestane bredere aanpak onder het motto
"Binnenstad Nieuwe Stad" vraagt tevens om een gewijzigde
organisatorische inbedding. We stellen ons daarbij voor om
de bestaande strategiegroep, die de voorbereiding van het
ontwerp-masterplan heeft begeleid te verbreden tot een