maken van een voorlopig ontwerp; maken van een definitief ontwerp; alle bouwvoorbereidingen alsmede het bijwonen van de gemeentelijke projectgroep bouw; advisering tijdens de bouw; directievoering tijdens de bouw. Het honorarium werd -gelet op de gemaakte afspraken- vastgesteld op f.200.000,— en kan ten laste worden gebracht van het verbouwbudget. De aan deze opdracht ten grondslag liggende offerte van 3 maart 1995 is pas in februari 1997 ingekomen (op verzoek van de huidige projectleider)! In de vergadering van de bouwprojectgroep van 17 januari 19% wordt mondeling informatie verschaft over het bouwbudget. All-in is er een budget van f.3.900.000,—. Hier gaat f. 750.000,— af voor de aankoop van de panden. Resteert f.3.150.000,-. Dit bedrag is niet geïndexeerd. Voor de realisering van een kunstwerk moet 1% van de bouwsom gereserveerd worden. Voor achterstallig onderhoud is geen apart budget. Geschat wordt dat hiervoor een bedrag van f. 165.000,- nodig is. De projectleider zal de kwestie van het achterstallig onderhoud ter sprake brengen in overleg met de directeur Welzijn en Algemene Zaken. Bij memo van 26 januari 1996 legt het hoofd van de afdeling Sacu in het kader van de Perspectiefnota een claim neer bij de controller van de dienst Welzijn voor achterstallig onderhoud aan de panden Raadhuisplein 23 en 25. Daarbij wordt verwezen naar de als bijlage bijgevoegde inventarisatie van het achterstallig onderhoud van eind 1994. Gelet op het feit dat het dan ruim een jaar later is wordt het bedrag aan achterstallig onderhoud op f.200.000,— gesteld. De memo eindigt met een dringend advies aan de controller om een bedrag van f. 200.000,— te claimen. Naar aanleiding van deze claim bericht de controller van de dienst Welzijn (die overigens spreekt van een claim van f. 175.000,—bij memo van 19 februari 19% aan het sectorhoofd van Sacu dat hij ter zake overleg heeft gevoerd met de toenmalige directeur bedrijfsvoering a.i. Tijdens dit overleg kwam het volgende naar voren: "Nu GML/Blauwe Stoep een pand gaan betrekken, is de vraag relevant in hoeverre de boekwaarde van deze (voormalige) panden in overeenstemming zijn met de getaxeerde waarde. Aangezien deze twee oude panden in de verkoop gaan, wil ik weten of de reële opbrengstwaarde in overeenstemming is met de boekwaarde. Om hierop antwoord te krijgen zullen wij de voormalige panden moeten laten taxeren. Ik verzoek je deze taxatie z.s.m. te laten plaatsvinden, opdat bepaald kan worden of er t.a.v. dit specifieke aspect nog een risico te verwachten is Hiervan is in de dossiers geen vervolg te vinden. Uit mondelinge informatie van het afdelingshoofd Vastgoed van Algemene Zaken, blijkt dat de panden door de makelaars van Stadsontwikkeling destijds als volgt zijn getaxeerd: Raadhuisplein 21, 23 en 25: f.3.100.000,-, panden BS en GML: f.1.250.000,-- In de projectgroepvergadering van 9 februari 19% wordt melding gemaakt van het feit dat de projectleider inzake het achterstallig onderhoud een claim heeft neergelegd bij de controller van de dienst Welzijn. Op dat moment vindt gemeentebreed een inventarisatie plaats van claims achterstallig onderhoud. De besluitvorming zal moeten worden afgewacht. Voorts wordt er tijdens deze vergadering aan de hand van een uitgereikte notitie een financieel overzicht gegeven (niet in dossier aanwezig). Vermeld wordt dat op de kwestie van het achterstallig onderhoud in verhouding tot het bouwplan de projectleider in de komende bouwvergadering terug zal komen. Ook tijdens de projectgroepvergadering van 18 april 19% wordt een financieel overzicht uitgereikt (niet bij het verslag aangetroffen). In deze vergadering komt de kwestie van het achterstallig onderhoud niet ter sprake. Wel wordt vermeld dat het bestek zal worden gemaakt, waarna de aanbestedingen zullen volgen. Bij B&W-nota van 14 augustus 19% van Welzijn wordt medegedeeld dat de aanbestedingen van de werkzaamheden voor de verbouw van de panden Raadhuisplein 23 en 25 heeft plaatsgevonden conform de richtlijnen van de Cie de Haan en de algemene richtlijnen voor bouwprojecten. B&W wordt voorgesteld de werkzaamheden aan de laagste inschrijvers te gunnen, t.w. Bouwbedrijf Friso, schildersbedrijf Langhout, vloerbedrijf NVB Vermeulen en electrotechnisch installatiebedrijf Lodema, alle uit Leeuwarden en werktuigbouwkundig installatiebedrijf Otte uit Sneek Het resultaat van de aanbestedingen past binnen het beschikbare bouwkrediet. Op 27 augustus 1996 besluiten Burgemeester en Wethouders conform dit voorstel, de commissie Welzijn wordt, onder bijvoeging van een financieel overzicht en met verwijzing naar de afspraken (m.n. budgetbewaking) op basis van de nota gemeentelijke projecten in haar vergadering van 5 september 1996 om 15 advies gevraagd. Voorts wordt door het college besloten in een volgende Raadsadviescommissie Welzijn een voortgangsrapportage ter kennisneming aan te bieden. De Cie Welzijn stemt in haar vergadering van 5 september 19% in met het voorstel; tijdens de vergadering wordt door het CDA de vraag gesteld of dit alles is wat er moet gebeuren, zodat er geen verrassingen komen en wie de post onvoorzien controleert. Wethouder Van Ammers antwoordt dat zij er van uit gaat dat er binnen het bedrag wordt gebleven en dat de projectleider over de post onvoorzien gaat, in overleg met de portefeuillehouder. De ter vergadering aanwezige projectleider antwoordt dat alles is meegenomen; er zijn een aantal dingen geschrapt i.v.m. de beschikbare middelen. De post onvoorzien is voor onvoorziene dingen en niet voor wensen. Op 9 september 1996 worden de werkzaamheden schriftelijk gegund aan de hierbovenomschreven bedrijven. Tijdens de vergadering van de bouwprojectgroep van 3 oktober 19% wordt vermeld dat de aanbesteding inmiddels heeft plaatsgevonden en voorspoedig is verlopen. Er komt tijdens deze vergadering een stuk ter tafel van de directeuren voor KV (niet bij het verslag aangetroffen). Hierover wordt het volgende vermeld: "Er is overeenstemming over de noodzaak van de op de lijst vermelde voorzieningen. De projectleider wil echter niet vooruitlopen op mogelijke ruimte in de post onvoorzien en doet hierover dus geen uitspraken. Op de post onvoorzien in het bouwbudget is alleen een beroep te doen in het geval van onvoorziene werkzaamheden. Indien over bepaalde voorzieningen i.v.m. de bouwkundige planning een uitspraak dient te worden gedaan, krijgt dit prioriteit. De projectleider stelt met klem dat de gewenste (invaliden)lift door de instelling zelf bekostigd dient te worden". Voorts wordt in het verslag vermeld dat twee jaar geleden het achterstallig onderhoud getaxeerd is op f. 175.000,-. De archtecte komt nu dingen tegen die vervangen zouden moeten worden. Werkzaamheden in het kader van het opheffen van achterstallig onderhoud staan los van het beschikbaar gestelde bouwkrediet. Projectleider vraagt bij betreffende afdeling na hoe het staat met de diverse claims op de reserveringen groot onderhoud". Tijdens de vergadering van de bouwprojectgroep van 24 oktober 19% komt de kwestie van het achterstallig onderhoud opnieuw ter sprake. Vermeld wordt dat de onderhandelingen thans nog niks hebben opgeleverd." In het kader van de Perspectiefnota is een fors bedrag geclaimd voor het totale gemeentelijke achterstallige onderhoud. Zodra de Raad de begroting 1997 heeft behandeld kan door de sector een claim worden gelegd op de mogelijk beschikbare middelen. Hoeveel dit is en wat wij krijgen kan op dit moment nog niet worden vastgesteld. Sacu houdt dit in de gaten en de projectleider meldt dit zodra iets bekend wordt". Voorts wordt bij de bespreking van de stand van zaken van het werk vermeld dat de architecte het achterstallige onderhoud buitenom opnieuw heeft geïnventariseerd: "Met name de goot aan pand 25 is slecht en zal vervangen moeten worden. Een kostenopgave volgt nog. Hierover zal t.z.t. nader besluitvorming moeten plaatsvinden afhankelijk van de budgetruimte. Vervanging 7,5 meter muurplaat. Komt niet op de lijst van achterstallig onderhoud voor. Kosten worden geraamd op f.4.500,-- en zal ten laste gebracht kunnen worden van de post onvoorzien van de aannemer". Op 21 november 1996 komt het achterstallig onderhoud opnieuw in de projectgroep ter sprake. "Gemeentebreed is er een budget van circa f. 500.000,- beschikbaar voor achterstallig onderhoud. De claim Raadhuisplein is neergelegd bij dhr. Engbrenghof (gemandateerd onderhoud gebouwen). Cees Jan informeert naar stand van zaken en licht deze in de volgende vergadering toe". Voorts wordt in deze vergadering nog eens uitdrukkelijk gesteld dat meerwerk altijd de toestemming nodig heeft van de projectleider (Slotemaker is vervanger). Tijdens de vergadering van de projectgroep op 12 december 1996 wordt t.a.v. het achterstallig onderhoud het volgende vermeld. "Het College heeft besloten de 5 ton die er voor de dienst Welzijn beschikbaar is voor achterstallig onderhoud geheel te bestemmen voor Onderwijs. De claim van de panden Raadhuisplein is dus niet gehonoreerd. De budgetbeheerder zal overleg plegen met de directeur Welzijn en de portefeuillehouder. Hij wenst, als hiervoor geen oplossing gevonden wordt, geen verantwoordelijkheid meer te dragen voor het beheersen van het bouwkrediet, omdat overschrijdingen dan onvermijdelijk zijn." Voorts wordt in het verslag vermeld dat de architecte een exact overzicht zal maken van het meer-/minderwerk tot nu toe. Tijdens de vergadering van de projectgroep van 16 januari 1997, waarin wordt medegedeeld dat Annette Veenstra de nieuwe projectleider is, wordt t.a.v. het achterstallig onderhoud het volgende vermeld: "Door Annette Veenstra en Cees Jan Slotemaker is een memo geschreven over het achterstallig onderhoud. Dit omdat besluitvorming in deze fase van de bouw noodzakelijk is en langer uitstel zal leiden tot verdere achteruitgang van de onderhoudstoestand waardoor verhoging van posten het gevolg zal zijn. Annette heeft de memo besproken met wethouder Van Ammers. De wethouder legt de kwestie voor aan het College in week 4". 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 313