1. HOOFDLIJNEN VAN BELEID 4. VOORSTELLEN41 1.1 Algemeen 4.1 Algemeen41 4.2 Wensen41 4.3 Taakstelling42 4.4 Ruimtescheppende mogelijkheden42 4.5 Bedrijfsvoering42 4.5.1 (Structurele) onderuitputting43 4.5.2 Voorzieningen en reserves43 4.5.3 Rentesuppletie43 4.5.4 Inhuur personeel43 4.5.5 ADV/Flex44 4.4.6 Flexibele organisatie44 4.6 Selectiever besteden en scherper prioritcren44 4.7 Ombuigingsvoorstellcn44 4.8 Tussenbalans47 4.9 SAMENVATTING48 4.9.1 Ruimteschepping48 4.9.2 Werkgelegenheid48 4.9.3 Minimabeleid48 4.9.4 Subsidiebeleid48 4.9.5 Onderhoud fysieke leefomgeving en gebouwen49 4.9.6 Ruimtelijke ontwikkeling49 4.9.7 Organisatie49 4.9.8 Financieel resultaat50 LIJST MET AFKORTINGEN51 BIJLAGEN PERSPECTIEFNOTA: zie deel 2 2 perspectiefnota 1998-2001 De Perspectiefnota is samen met het collegeprogramma het belangrijkste aansturingsmiddel voor een gemeenteraad, die op hoofdlijnen wil sturen. De perspectiefnota is niet alleen een voorjaarsnota waarin een halfjaar nadat de begroting vastgesteld is een globaal beeld ge schetst wordt van de financiële ontwikkeling. Het is meer. Het is een instrument waarin wij de bestuurlijke lijn schetsen van allereerst het volgende begrotingsjaar, met een doorkijk naar de daaropvolgende driejaren. Mede op grond van de politieke keuzen die uw Raad maakt naar aanleiding van de perspectiefnota, maar ook op grond van de bcstuursrapportages en de in de komende maanden zich mogelijk nog ontwikkelende maatschappelijke situaties, stellen wij de produktbegroting voor 1998 op. Met de huidige situatie als vertrekpunt en rekening houdend met trends en ontwikkelingen, zijn zowel het Rijk, de Provincie als w ijzelf druk bezig met het formuleren van lange termijn toekomstvisies,. Het gemeentelijk beleid voor de middellange termijn, zoals dat vastgelegd is in het college programma en in de perspectiefnota, dient de ontwikkelingslijnen te bevatten waarlangs de doelstellingen voor de lange termijn kunnen worden gerealiseerd. In hoofdstuk 1 wordt daarom eerst ingegaan op de Visie-2030 en het collegeprogramma. Omdat dit de laatste perspectiefnota is van deze raadsperiode wordt daar globaal ingegaan op de stand van zaken van de hoofdprioriteiten uit het collegeprogramma. Tevens wordt daar waar nodig, aangegeven wat nog is blijven liggen en aandacht blijft houden, mede in het licht van de hoofdprioriteiten zoals die bij de behandeling van de perspectiefnota 1997-2000 zijn vastgesteld. Hoofdstuk 1 wordt afgesloten met een korte samenvatting van vier punten. Deze worden gevolgd door de conclusies die wij daaraan in algemene zin verbinden. Conclusies die er op gericht zijn om binnen aanvaardbare grenzen de gewenste maatschappelijke doelen te kunnen bereiken. Zonder voldoende middelen is realisering van beleid een utopie. Daarom schetsen wij in hoofdstuk 2 op hoofdlijnen de financiële positie in 1997. geven wij aan wat naar onze mening het politiek-bestuurlijk kader op dit gebied dient te zijn voor de periode 1998-2001 en geven wij in algemene zin de financiële mogelijkheden aan. Waar op grond van de stand van zaken van het collegeprogramma (qua inhoud en bedrijfs voering) en in het licht van de toekomst, aanpassing van beleid nodig geacht wordt, komen wij daar in hoofdstuk 3 in meer beschouwende zin op terug. In hoofdstuk 4 wegen wij een en ander af en komen daar met zo concreet mogelijke voorstel len. perspectiefnota 1998-2001 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 324