Onderhoud
gelegd wordt op preventief beleid en veiligheidszorg en het door de politie ontwikkelde
Keurmerk Veiligheid.
De wijkgerichte aanpak heeft een vorm gekregen en zal verder geïntensiveerd en dichter bij
de burger gebracht worden d.m.v. de wijkonderhoudsteams. Dit zal de betrokkenheid van de
wijkbewoners en hun zelfsturend vermogen vergroten.
Inmiddels vindt een jaarlijkse intensivering van de deelname van de D.S.W. aan de onder-
houdsactiviteiten plaats. Hiermede hebben we op contractbasis de maximale groei van inzet
van dit type arbeid bereikt
Aan het ontwikkelen van andere vormen van koppeling van (overhcids)werk aan het arbeids
aanbod wordt gewerkt. Ook aan een betere positionering van additionele werkgelegenheid in
de gemeentelijke organisatie wordt aandacht besteed.
In 1996 heeft uw Raad kritisch stilgestaan bij de precariorechten voor terrassen. Voor een
vergelijking met een aantal Friese gemeenten verwijzen w ij naar paragraaf 2.2.2.4.
Als gevolg van de immer groeiende, omvang en intensiteit van het gebruik van de infrastruc
tuur, de noodzakelijke ombuigingen en onze begrotingssystematiek (waarbij de structurele
onderhoudskosten van aan het beheersbestand toe te voegen gebouwen, wegen, kunstwerken,
etc., niet altijd volledig worden opgenomen) van het afgelopen decennium, zijn er aanzienlij
ke achterstanden in het onderhoud van de fysieke leefomgeving opgelopen. Bij de voorgaande
perspectiefnota is in relatief bescheiden mate een uitzetting van de onderhoudsbudgetten
voorzien, echter de conclusie die wij moeten trekken is dat het onderhoud verder achter uit zal
lopen. In 1996 is er een geautomatiseerd beheerssysteem operationeel geworden voor een
groot deel van de door de gemeente te onderhouden objecten, zoals kunstwerken, wegen,
walmuren etc. Voor het overige vastgoed is een dergelijk systeem nog niet in bedrijf, maar er
is wel onderzoek gepleegd en er is een bedrijfsunit vastgoed als onderdeel van de dienst Al
gemene Zaken ingesteld.
Langs deze weg begint de problematiek van het (achterstallig) onderhoud steeds beter in beeld
te komen. Op grond daarvan is op basis van technische aannames berekend wat het gewenste
(financiële) niveau van onderhoud is. De definitieve besluiten hierover vinden plaats aan de
hand van een onderzoek naar de houdbaarheid van de technische aannames in Leeuwarden.
Een eerste schatting levert jaarlijks voor 24 miljoen extra v raag op v oor liet onderhoud
van de fysieke leefomgeving.. Voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen bedraagt
die schatting 8 miljoen. Voor een toelichting op beide aspecten wordt verwezen naar bij
lage 1.2.
Ons college is van oordeel dat het ombuigingsniveau ons in ieder geval in slaat moet stellen
het huidige niveau van onderhoud niet verder te laten verslechteren en vervolgens het achter
stallig onderhoud gefaseerd (bv. in een periode van 10 tot 15 jaarin te lopen.
1.2.3.6 Subsidiebeleid
Hoewel het subsidiebeleid niet behoort tot de vier zaken die in deze collegeperiode centraal
zouden staan, past zij wel in één van de twee in het collegeprogramma genoemde randvoor
waarden te weten een gezonde financiële huishouding. Bovendien wordt, door er voor te zor
gen dat subsidie terecht komt op plaatsen waar dit het meest nodig is. de toegankelijkheid van
gewenste voorzieningen bevorderd voor mensen met de lagere inkomens. Deze combinatie
10
perspectiefnota 1998-2001
van doelstellingen, het streven naar een gezonde financiële huishouding en het voeren van
een sociaal beleid, is de reden waarom wij hier aan dit onderdeel van de perspectiefnota
(=stand van zaken) aandacht schenken.
Op veel terreinen is er sprake van een grotere toedeling van verantwoordelijkheid door het
Rijk aan de gemeenten. De "efficiencykorting" die met een dergelijke decentralisatie vrijwel
altijd wordt meegegeven is op zichzelf al een belangrijke reden om opzet en aanpak van de
gemeentelijke taken op hun efficiency en effectiviteit te bezien, zo ook de gemeentelijke sub
sidies. Vragen die daarbij rijzen zijn:
komen deze wel terecht waar ze nodig zijn
is het subsidiëren van objecten, niet een vorm van rondpompen van geld.
leidt een dergelijke vorm van betaalbaar gemaakte voorzieningen niet tot een verkeerd
aanbod, in de zin van te weinig markgerichtheid en in termen van behoeften van de be
volking.
1.2.3. 7 Een bestuurlijk vernieuwende werkwijze.
Eén van de tweede randvoorwaarden die in het collegeprogramma genoemd is als middel ter
realisering van gewenst beleid, betreft een bestuurlijk vernieuwende werkwijze.
In het collegeprogramma wordt een bestuurlijk vernieuwende werkwijze noodzakelijk geacht
voor de samenleving. Aan bestuurlijke vernieuwing zijn enerzijds aspecten te onderkennen,
die betrekking hebben op de structuur van het openbaar bestuur en anderzijds op de relatie
tussen het bestuur en de bestuurden.
Op het eerste aspect wordt ingegaan in de volgende paragraaf. In deze paragraaf komt de
verhouding tussen de burger en het bestuur aan de orde.
Aan het ontwikkelen van instrumenten, gericht op het verkleinen van de afstand tussen be
stuur en bestuurden is in de voorgaande jaren de nodige aandacht besteed. Genoemd kunnen
b.v. worden de aanzetten voor de één-lokct-benadering, wijkaanpak, wijkbeheer, wijkgesprek-
ken, het vragen halfuurtje voor burgers bij raadsvergaderingen, klachtenbon op de gemeente
lijke informatiepagina in Huis aan Huis, het houden van spreekuur door de leden van het
college en zorgwethouders voor wijken..
Op het gebied van bestuurlijke integriteit zijn regels vastgesteld om te voorkomen dat er
twijfel zou kunnen rijzen aan de legitimiteit van het openbaar bestuur Uitvoering acties zijn:
beëindigen sponsoring van puur gemeentelijke activ iteiten.
beëindigen advertentiewerving van personeelsblad
Voorts kan bij deze randvoorwaarde worden genoemd het feit dat de beleidsontwikkeling
steeds meer in samenwerking en samenspraak met burgers, bedrijven en andere instellingen
plaatsvindt. Voorbeelden hiervan zijn de planontwikkeling voor de binnenstad, de nota
Jeugdbeleid en de prijsvraag over de invulling van het Oldehoofsterkerkhof.
Om verder gerichte maatregelen te nemen, hebben wij de Thorbecke Academie onderzoek
laten verrichten naar het beeld dat onder de burgers v an Leeuwarden bestaat van de relatie
met het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie. Dit onderzoek heeft vorig jaar
plaatsgevonden door middel van een representatieve steekproef onder de Leeuwarder bevol
king. De dienstverlening van de gemeente kreeg van de bevolking het rapportcijfer 6,7, wat
spoort met vergelijkbare landelijke cijfers. Als polilick bedrijf scoorde de gemeente een 5,8
perspectiefnota 1998-2001
11