1.3.4 Informatisering
1.4 Samenvatting en conclusie
spectief is hiermee geen rekening gehouden. Enerzijds omdat een dergelijke maatregel voor
de eerstkomende jaren een extra financiële inspanning vraagt en anderzijds omdat de huidige
systematiek van dekking ten laste van het rekeningsresultaat past binnen het kader van de
huidige comptabiliteitsvoorschriften.
Binnen het aanscherpen van het financiële beleid, past een tweede opschoningsslag. Uit
gangspunt hierbij zal zijn, dat op grond van een programma van eisen de noodzaak van een
voorziening of reserve zal moeten worden aangetoond. Daar waar geen concrete onderbou
wing kan worden gegeven zullen de gelden aan de algemene reserve worden toegevoegd.
Wij stellen u voor
voor het uitbrengen van de volgende perspectiefnota met een nadere analyse en bij
behorende voorstellen te komen met betrekking tot de reserves en voorzieningen
de netto vrijval van de opschoning 'reserves en voorzieningen' ad 1,6 miljoen
voorshands toe te voegen aan de algemene reserve
De stand per 31-12-1996 van de algemene reserve bedraagt dan 20.3 miljoen.
1.3.3 Personeel
De in het collegeprogramma aangekondigde actualisatie van de nota personeelsbeleid heeft
plaats gevonden in het kader van de werkzaamheden van een gemcentcbrede LIS-werkgroep
Personeel en Organisatie. De rapportages "Organisatie van de P&O-functie", "Ken- en stuur
getallen personeelsmanagement", maar vooral de nota "Personeels- en organisatiebeleid"
hebben hier invulling aan gegeven.
Niet is overgegaan tot de voorgenomen positieve en/of negatieve beloning van het gemeente
lijk ziekteverzuim; dit vanwege het feit dat elders gebleken is dat de effecten daarvan geen
duurzaam karakter hebben. De getroffen maatregelen op het terrein van de arbeidsomstandig
heden hebben overigens bewerkstelligd dat het ziekteverzuim is gedaald van ruim 9% (begin
1995) tot nog geen 7% (Bestuursrapportage 1996-11).
De discussie over de inhoud en de effecten van het voorkeursbeleid hebben eind vorig jaar en
begin dit jaar geleid tot de vaststelling van de nota "Het vrouwenvoorkeursbeleid in de ge
meente Leeuwarden, 'in tweede termijn'", waarin een koers voor de komende jaren is uitge
zet.
Mede als gevolg van ombuigings- en efficiency-opraties heeft de tendens van een krimpende
lokale overheid zich ook in afnemende personeelsaantallen uitgedmkt. Zo gaf de gemeentelij
ke organisatie begin 1995 nog 957 mensen (854.43 fte) werk; op 1 september 1996 bedroeg
dat aantal nog 915 (826,18 fte). Dit aantal zal de komende jaren blijven dalen, dit ondanks de
invoering van de 36-urige werkweek.
Aan onze voornemens op het terrein van mobiliteit, flexibele inzetbaarheid en benoeming in
algemene dienst van ambtenaren wordt op dit moment gewerkt bij het ontwikkelen van een
mobilieitscentrum.
De gemeentelijke organisatie heeft te maken met een relatief groot aantal boventalligen en
wachtgelders. Voor betrokkenen heeft dit sociale en financiële gevolgen, voor de organisatie
betekent dit 'kosten zonder produktie' In het kader van het mobiliteitsbeleid zoeken wij naar
mogelijkheden of en op welke wijze aan dit onderdeel van het personeelsbeleid adequaat aan
dacht besteed kan worden.
16
perspectiefnota 1998-2001
Het centraal akkoord dat met de werknemers afgesloten is over de ADV/Flex heeft tot be
hoorlijke gevolgen geleid met betrekking tot de financiën en bedrijfsvoering. Omdat wij ver
wachten dat decentrale deel-akkoorden meer voor zullen gaan komen, zullen wij in de voor
trajecten bij de aansturing nog meer aandacht gaan besteden aan die gevolgen.
De procedure voor de opzet en organisatie van bouwprojecten is inmiddels vastgesteld.
De afgelopen jaren is een start gemaakt met de invoering van een op het B.B.I. concept ge
stoeld model voor de management- en bestuurlijke informatievoorziening. In de richting van
de opdrachtgever/afnemer worden permanent verbeteringen aangebracht om de administratie
ve dienstverlening te optimaliseren. In hoofdstuk drie zal hier nog nader op worden ingegaan.
De invoering van uniforme systemen voor de middelen registraties (PRIS - personeel. Eagle -
financiën en Applex - facilitaire zaken) zijn in een ver gevorderd stadium. Voor wat betreft
het document-beheer is een meer produkt/zaak gericht concept in ontwikkeling.
In het kader van de optimalisatie v an de operationele processen is gestart met de gemeente-
brede koppeling van operationele processy■sternen via zogenaamde basisregistraties voor ad
ministratieve en geometrische gegevens.
Nu dit jaar de balans opgemaakt gaat worden van het collegeprogramma en van de jaarreke
ning 1996, constateren wij dat:
a) heel veel van de gestelde beleidsdoelen gerealiseerd zijn
b) nieuwe beleidsideeën gevormd worden vooral op grond van maatschappelijke ontwikke
lingen
c) onze financiële positie te zwak is en onze vermogenspositie als gevolg van de oplopende
kosten voor (achterstallig) onderhoud aan gemeentelijke eigendommen, van binnenuit
wordt aangetast.
d) door het te lage niveau van de begrotingsposten "onderhoud", wij de begroting in tech
nische zin onbeheersbaar maken; de incidentele tegenvallers worden als het ware gecre-
eerd.
Het niet. of niet v oldoende afdekken v an risico's, of het onv oldoende doordacht en gefundeerd
ramen van kosten dan wel het onvolledig begroten, leidt per definitie weer tot nieuwe
(incidentele) tegenvallers in de toekomst. Een ambitieus en ondernemend toekomstgericht
gemeentebestuur loopt overigens ook. los van het vorenstaande, altijd wel enige onoverzienba
re risico's en dient daarom in termen van financieel beleid ervoor te zorgen, dat het bestuur
binnen redelijke grenzen de tot de bedrijfsvoering te rekenen risico's kan aanpakken.
Ondanks het verhogen van de stelpost voor perspectiv ische vertekening van 1 miljoen
naar/. 1,7 miljoen structureel op jaarbasis (zie ook 2.4.3), kan nog nauwelijks of geen ant
woord worden gegeven op de hiervoor aangediende hoofdproblemen, te weten:
achterstallig onderhoud aan gemeentelijke eigendommen
niveau van de algemene resen e
onvoldoende stabiel en voorspelbaar rekeningresultaat (teveel incidente
le tegenvallers)
perspectief nota 1998-2001
17