2. FINANCIEEL KADER 2.1 Algemeen 2.2 Inkomsten 2.2.1 Uitkering uit het gemeentefonds 2.2.2 Belastingen De belangrijke doelstellingen in de beleidsperiode zijn de versterking van de centrale sturing door de Raad en een verhoging van de beheersbaarheid en sturing van de organisatie. Deze doelstellingen vormen de leidraad voor het opstellen van het meerjarenperspectief 1998-2001 naast de financiële hoofddoelstelling "een structureel sluitende begroting". Om de sturing (afwegingsfunctie) door de gemeenteraad te kunnen versterken worden drie vernieuwende stappen noodzakelijk geacht: 1. bevorderen van de budgettaire discipline 2. onderscheid aanbrengen tussen structurele- en incidentele inkomsten en uitgaven, en 3. het beperken van het aantal afwegingsmomenten tot tw ee maal per jaar (perspectiefnota en begroting) Bevorderen van de budgettaire discipline Bij het opstellen van het meerjarenperspectief wordt hiermee zoveel als mogelijk rekening gehouden. Concreet betekent dit. dat wij de diensten vragen nog meer aandacht te besteden aan de inventarisatie met financiële gevolgen van beleidsontwikkelingen en overige financiële risico's. Alle thans reeds voorzienbare noodzakelijke budgetuitzettingen dienen in beeld te worden gebracht, om de juiste keuzen te kunnen maken. Daarbij zal meer dan in het verleden onderscheid worden gemaakt tussen structureel en incidenteel te dekken lasten. De afwegings functie kan verder worden versterkt door af te spreken, dat tussentijdse en niet in het kader van de samenstelling van de perspectiefnota aangemelde budgetuitzettingen niet dan wel alleen in geval van hoge uitzondering kunnen worden gehonoreerd. Alleen bij de behandeling van het meeijarenperspectief in het voorjaar en de begroting in het najaar kunnen beleidswij zigingen met financiële gevolgen worden doorgevoerd. Een dergelijke werkwijze dwingt ambtenaren en bestuurders meer planmatig en toekomstgericht te werken en tc denken. Onderscheid tussen structurele en incidentele uitgaven en inkomsten Kritische beoordeling van het perspectief 1997-2000 leert, dal hei bcgroiingsbeeld in sterke mate nadelig wordt beïnvloed door niet structurele ontwikkelingen. Om de v ertroebeling te voorkomen zal onderscheid gemaakt moeten worden tussen beleidswijzigingen met een structurele doorwerking in de begroting en beleidsontwikkelingen met een incidenteel karak ter. Het voordeel van deze systematiek is dat de incidentele- en structurele componenten in zichtelijk worden gemaakt. Het uiteindelijke resultaat wordt hierdoor met beïnvloed. De niet bij de samenstelling van de perspectiefnota aangemelde nieuwe beleidsontwikkelingen zullen na aanvaarding door het college van burgmeester en wethouders worden verzameld op twee lijsten: de beleidsontwikkeling met een structurele doorwerking in de begroting op de "Lijst van structureel te dekken uitgaven" en de beleidsontwikkelingen met een incidenteel karakter op de "Lijst van eenmalig te dek ken uitgaven". Bij het samenstellen van de perspectiefnota en de begroting kan dan een zorgvuldiger inte grale afweging plaatsvinden. 20 perspectiefnota 1998-2001 Dit zijn ook de twee momenten waarop aanpassingen doorgev oerd worden. Bij de begroting 1998 willen wij hiermee beginnen. De gemeentelijke inkomsten bestaan uit: uitkering uit het gemeentefonds doeluitkeringen gemeentelijke belastingen en retributies. eigen inkomsten Naar verwachting zal de regering vanaf 1998 middelen 200 a f 300 miljoen) vrij maken ter verlaging van de gemeentelijke lastendruk. Wij gaan er v anuit dat dit om een structurele maatregel gaat en budgettair neutraal verloopt. Tegelijk moeten wij rekening houden met ontwikkelingen zoals het nieuwe fenomeen "onderuitputting" er één is. Volgens afspraak wordt de bij het Rijk opgetreden onderuitputting verhoudingsgewijs doorberekend in de uitkering uit het gemeentefonds. Dus een correctie achteraf. Volgens recente ramingen zal dit voor onze gemeente betekenen dat de uitkering over 1996 met 1,3 miljoen zal worden verminderd. De VNG en het Rijk zijn inmiddels in het kader van het z.g. •behoedzaamheidsscenario' ov ereengekomen op voorhand jaarlijks ƒ460 miljoen minder aan de gemeenten uit tc keren, zodat de gemeenten achteraf niet meer met onverwachte tegenvallers geconfronteerd worden. Wij zijn hierdoor genoodzaakt structu reel een tegenvaller op te nemen van 2.800.000 (2x ƒ1.400.000). Voor het begrotingsjaar 1997 neemt het Rijk éénmalig- als een overgangsmaatregel- 50% van dit bedrag voor haar rekening. Bovendien komt de nacalculatie 1996 (zijnde f 1,3 miljoen) te vervallen. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen. Als achtergrond worden ook de tarieven van andere gemeenten weergegeven, die wat centrum functie en sociale structuur betreft, sterke overeenkomsten met de gemeente Leeuwarden hebben. De gegevens zijn opgevraagd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (infogroep sector overheid). De tarieven zijn uitgedrukt in guldens per inwoner, zodat er eenzelfde basis is. Wij hadden ook voor een andere mogelijkheid kunnen kiezen, bijvoorbeeld door de tarie ven uit tc drukken per woonruimte. Welke mogelijkheid men ook kiest, het blijft arbitrair. Een recente publikatie plaatst Leeuwarden in de top-3 van de bclastingstijgers. Deze "eer" valt ons met name te beurt als gevolg van de stijging v an de rioolrechten. Onze verwachting is dat andere gemeenten op relatief korte termijn ons beleid zullen v olgen omdat ook zij genood zaakt zijn op afzienbare termijn op grond van de milieuwetgev ing tc investeren in het onder houd van het rioolstelsel. 2.2.2.1 Afvalstoffenheffing Met ingang van 1997 is een gedifferentieerde heffing voor één- en meerpersoonshuishoudens ingevoerd. In het kader van de uitwerking van het afv alpreventieplan zullen diverse mogelijk heden met betrekking tot het terugdringen van de afv alstromen nader worden onderzocht, alsmede het effect van de invoering van de tariefsdifferentiatie. Het principe van 100% kos tendekking met betrekking tot de tarieven blijft gehandhaafd. In onderstaande tabel is de opbrengst "afvalstoffenheffing" weergegeven op basis van autonome ontwikkeling van de tarieven. perspectiefnota 1998-2001 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 334