3 DOELEN
3.1 Politiek-bestuurlijk
Tabel 9 'Ongewijzigd Beleid (absolute bedragen) x f. 1000,00
Omschrijving
1997
1998
1999
2000
2001
Incidentele effecten:
1 - tekorten beleidsplan 1997 - 2000
-1.956
-782
-2.090
-192
-160
- mee- en tegenvallers Perspectief 1998-2001 (bijl. 2.3)
1.211
-165
-824
-304
-150
-"na-ijl effecten "ombuigingsmaatregelen 1997 - 2000
-6.122
-5.756
-863
-845
0
Totaal - Incidentele effecten:
-6.867
-6.703
-3.777
-1.341
-310
Structurele effecten
- beleidsplan 1997 - 2000
- 765
-3.011
-5.184
-7.320
-9.786
- herziening financiële verhoudingswet 1984 (1997-2000)
2.136
4 272
6.408
8.544
11.170
- Vut-verplichtingen op middellange termijn 1997-2000
-1.371
-1.261
-1.224
-1.224
-1.224
- mee- en tegenvallers Perspectief 1998 - 2001(bijl. 2.3)
-316
-580
-1.285
-1.861
297
Totaal structurele effecten
-316
-580
-1.285
-1.861
457
Begrotingstekort Perspectief 1998 - 2001 bij ongewij
zigd beleid (- tekort)
-7.183
-7.283
- 5.062
-3.202
147
in dit verband wordt onder 'na-ijl effecten verstaan het verschil tussen het moment
waarop tegenvallers zich voordoen en het moment waarop de ombuigingen worden ge
realiseerd.
28
perspectief nota 1998-2001
Met het uitvoering gaan geven aan de visie Leeuwarden 2030 en het collegeprogramma dat
opgesteld zal worden na de verkiezingen van maart 1998, zal de dynamische en ondernemen
de koers van onze gemeente verder vorm krijgen. Maar zal dus ook de druk op de algemene
reserve toenemen.
De middellange en lange termijn visie zullen leiden tot het stellen van nieuwe doelen en het
loslaten van oudere doelen, en mogelijk tot koersveranderingen. Dat is een proces van lange
adem. Volharding is de enige kans op succes. Voorbeelden van de lange, moeizame weg zijn:
het streven naar een situatie van volledige werkgelegenheid; het bereiken van een optimale
bedrijfsvoering; het bereiken van een financiële positie, waarbij het gemeentebestuur in staat
is gemeentelijke kerntaken naar behoren uit te voeren en tegelijk ruimte weet te scheppen
voor minimaal het behoud en zo mogelijk de uitbouw van de functie van Leeuwarden tot
centrumplaats van Friesland en tweede stad en knooppunt van het Noorden
Het is nu in bestuurlijk-politieke zin de kunst om de korte- en lange termijn doelen zodanig
selectief en kostenbew ust te kiezen, dat de vermogenspositie van de gemeente niet wordt uit
geput en de slagkracht van de gemeente voor de toekomst voldoende groot blijft. Gebeurt dat
niet, dan blijft elk nieuw beleidsvoornemen een dode letter of leidt al snel tot een situatie
waarbij de gemeente afkoerst op de art. 12 status. De andere kant van de medaille kan zijn,
dat de effecten op de burgers worden verhaald, wat leidt tot een flinke lastenverzwaring.
Intensivering van beleid kan in zijn uitwerking enerzijds leiden tot budgetuitzetting maar
anderzijds kan dat ook een inspanning tot gevolg hebben die (op termijn) leidt tot een efficiën
tere besteding van overheidsmiddelen bij gelijkblijvende taakinhoud.
In de paragrafen 4.5 (Bedrijfsvoering) en 4.6 (Selectiever besteden) gaan wij nader in op
ruimtescheppende mogelijkheden.
Gezien de financiële positie en het nog lopende verbeteringsproces in de bedrijfsvoering,
hebben wij zodanige sturing aan deze perspectiefnola gegeven dat eerst de huidige mogelijk
heden ontwikkeld en benut dienen te worden. Uiteraard blijven er dan nog wensen voor nieuw
beleid. Om u. hoewel de mogelijkheden in deze pcrspecliefnotaperiode nog niet zo groot zijn,
keuzevrijheid te laten, hebben wij een selectieve wensenlijst opgenomen in bijlage 3.1. een
selectiviteit waarbij de voorstellen raken aan de hoofdprioriteiten. Voor een deel zullen deze
wensen wel op termijn te zetten zijn. maar zij zullen zich op den duur steeds meer als on
vermijdelijk gaan aandienen.
Mede in het licht van de noodzaak om de beschikbare middelen nog selectiever te gaan beste
den, willen wij de bestaande hoofdlijnen van beleid nog scherper stellen zonder de essentie
van het collegeprogramma te willen aantasten. Wij stellen u daarom voor om in deze pers
pectiefnota-periode de vorig jaar vastgestelde lijn voort te zetten en wederom hoofdprioriteit
te geven aan de volgende beleidsvelden:
a. het Grote Stedenbeleid;
b. een beleid, gericht op de vergroting van de werkgelegenheid;
c. een financieel herstelbeleid.
perspectiefnota 1998-2001
29