3.1.1.4 Vangnetvoorzieningen 3.1.2 Minima 32 3.1.3 Subsidiebeleid 33 De aanpak op het terrein van sociale activering past binnen het beleid gericht op achter- standsbestrijding dat vorm gegeven wordt binnen het GSB. Het aanbod van activiteiten en voorzieningen kan voor een belangrijk deel gefinancierd worden binnen de bestaande budget ten op het terrein van het welzijnswerk. Maar daarnaast zullen er ook, met name waar het gaat om ontwikkeling van nieuw integraal aanbod, extra middelen nodig zijn. In het kader van het GSB wordt voor deze extra inzet een bedrag vrijgemaakt van 200.000,-. Aanzienlijke delen van het welzijnsbeleid hebben een algemeen karakter. Als basisvoorzie ning stellen wij dit type welzijnswerk niet ter discussie, wel de omvang van de voorzieningen. Prioriteit leggen wij bij het probleemgeoriënteerd welzijnsbeleid. In het bijzonder bij de ont wikkeling van "vangnetvoorzieningen" voor verslaafden en daklozen. Want ondanks alle inspanningen zijn er helaas nog een aanzienlijk aantal onzelfredzamen in de Leeuwarder samenleving. Wij beschouwen het als onze opdracht om op basis van onze regiefunctie priori teiten, doelstellingen, produkten, prestaties en budgetten vast te stellen. Daarbij is een voor waarde dat wij weten welke problemen en vragen bij burgers in Leeuwarden leven. Monito ring op basis van systematisch onderzoek moet de resultaten van beoogde prestaties in beeld brengen en zo nodig leiden tot bijstelling van doelen. Vooral nu de Nederlandse economie een voorspoedige ontwikkeling doormaakt wordt op nieuw duidelijk dat processen van verrijking en verarming hand in hand kunnen gaan. Aan de ene kant herstel van werkgelegenheid en welvaart en aan de andere kant materiële armoede en sociale uitsluiting door het ontbreken van sociaal en economisch perspectief. Vooral door rijksmaatregelen ontstaan grote problemen bij de uitkeringsafhankelijke gezin nen, met name bij hen die reeds langer in die situatie verkeren. De tendens om deze proble men het hoofd te bieden door in toenemende mate aan lokale inkomenspolitiek te gaan doen is begrijpelijk Maar door deze lokale uitgaven wordt de druk op de gemeentelijke begrotingen hoog en dwingen budgettaire overwegingen tot steeds grotere curatieve uitgaven, waar pre ventieve maatregelen ten minste even hard noodzakelijk zijn. De gemeente Leeuwarden wil daar langs diverse wegen in de komende Perspectiefperiode iets aan gaan doen. Zeker zullen wij met andere gemeenten en organisaties er bij het kabinet krachtig op aan dringen om een reëel bestaansminimum te waarborgen. Eventuele rijksmaatregelen kunnen in de plaats treden van gemeentelijke inspanningen op dit gebied. Naast het beleid op het gebied van sociale activering en het gemeentelijk minimabeleid (waarover recent besloten is de inspanning met circa 950.000.- te verhogen tot 5,3 mil joen) zullen wij stevig vasthouden aan de beleidslijn die ook de kern vormt van het Grote Stedenbeleid: een goede balans tussen het wegwerken van sociaal economische bedreigingen en het versterken van de economische infrastructuur, een balans tussen consumptieve en in- vesteringsgerichte bestedingen. Voorts willen wij de doeltreffendheid van gemeentelijke subsidies vergroten in die zin dat bijdragen ook daar terechtkomen waar ze het meest noodzakelijk zijn.. perspectief nota 1998-2001 Wij stellen vast dat op een belangrijk aantal beleidsterreinen een heldere analyse van de noodzaak van (financiële) overheidsbemoeienis gewenst is. Veel subsidies hebben nog steeds een sterk generiek karakter, waardoor het geld over te velen verdeeld moet worden in plaats van terecht te komen waar het het meest noodzakelijk is. Een belangrijk neveneffect is een ongewenste subsidieafhankelijkheid op terreinen waar eigen verantwoordelijkheid bevorderd zou moeten worden. Kort en goed: de ingeslepen (geïnstitutionaliseerde) subsidiestromen dienen kritisch tegen het licht gehouden te worden om gelijke tred te houden met de maatschappelijke ontwikkelingen. In 1998 zullen wij daarom de diverse gemeentelijke begrotingsonderdelen op dit aspect zorg vuldig tegen het licht houden. Als beleidsuitgangspunten zullen daarbij gehanteerd worden: van object- naar subject-gerichte subsidies. stimuleren eigen verantwoordelijkheid door meer met projectmatige aan jaagsubsidies, dan met inflexibele langdurige "regelingen te werken. een verschuiving van aanbodfinanciering (aan de instellingen en voorzie ningen) naar vraagfinanciering (aan de burger). een vergroting van de keuzevrijheid van de burger door methodieken van persoonsgebonden budgetten of voucher-systematiek. meer kwaliteit en kostenbewustzijn door een gezonde concurrentie ook bij zorgaanbieders te bevorderen. Voor de sector Sport omvat de inzet om te komen tot een nieuw subsidiebeleid een aanpak die ook recht doet aan de bedrijfseconomische uitgangspunten. Momenteel wordt er geen subjectsubsidie in de sportsector verstrekt. Hierdoor is elke sport (goedkoop of duur) gelijkwaardig in prijsstelling en wordt het risico volledig bij de gemeente gelegd. Wanneer er overgegaan wordt naar subjectsubsidie dan zal dit beeld wijzigen Niet alle maatschappelijke terreinen lenen zich voor een volledige terugtrekking van de over heidsbemoeienis; de gestelde doelen worden niet altijd gediend door volledige verschuiving naar een vraagfinanciering en een aantal onderwerpen is niet geschikt om uitsluitend door persoonsgebonden budgettering te worden uitgevoerd. De mate waarin dergelijke veranderingen haalbaar en zinvol zijn verschilt derhalve van ter rein tot terrein en moet daarom ook per keer zorgvuldig beoordeeld worden. Steeds moet be oordeeld worden in hoeverre het noodzakelijk is om een basisvoorziening in stand te houden ónder een systeem van keuzevrijheid. Per keer moet afgewogen worden of er geen bodem in het voorzieningen-niveau moet worden gelegd door de overheid. Niet alleen de mate waarin, ook het tempo waarmee veranderingen kunnen plaatsvinden ver eist een zorgvuldige afweging. Sommige veranderingen kunnen op kortere termijn worden in gezet, voor andere is een traject van 10 jaar niet ondenkbaar. Ook zijn er terreinen waar al leen door middel van experimenten kan worden bepaald of een bepaalde methodiek wel werkt, of de markt bepaalde voorzieningen wel overneemt en met welke kwaliteit dat gebeurt. Doortastendheid is derhalve het devies, maar zeker ook zorgvuldigheid. Beide zullen in een planmatige opzet en onderbouwd door zorgvuldige analyses in de volgende Perspectiefperiode perspectiefnota 1998-2001

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 340