4.
VOORSTELLEN
4.1 Algemeen
4.2 Wensen
In het verlengde van dit laatste mogen een aantal studies venvacht worden naar mogelijkhe
den om via elektronische netwerken als internet informatie 'aan huis' aan te bieden.
3.2.5.2 Procesinrchting en administratieve organisatie
Zowel vanuit de optiek van planning en control, als uit hoofde van de operationele processtu
ring door het management en de administratieve organisatie is het ten behoeve van de be
stuurlijke en ambtelijke sturing gewenst om per produkt ook de hoofdactiviteiten te onderken
nen. In 1998 zal een start worden gemaakt om dit systematisch te inventariseren.
3.2.6.3 Informatievenverking en gegevenshuisltouding
Op dit moment wordt een onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen rond concentratie
van middelen-administraties, alsmede voorstellen tot verbetering van de administratieve pro
cesgang. De resultaten hiervan zullen in 1998 geïmplementeerd worden
Naar verwacht mag worden zal in de beleidsperiode de Euro ingevoerd worden. De verwach
ting is dat vanaf 1999 uitsluitend geldleningen in Euro's kunnen worden aangetrokken. Het
lijkt nog ver weg, maar uit verschillende publikaties blijkt dal deze aspecten in de beleidspe
riode de nodige aandacht zullen vragen.
Documenten zijn op dit moment in de operationele fase voornamelijk gerelateerd aan de be
handelende medewerker en in de archiveringsfase aan een bepaalde zaak. Voor de optimali
satie van documentgebruik is het noodzakelijk deze classificaties uit te breiden met ontslui-
tingsmogelijkheden via (deel-) produkten en processtappen. In 1998 mogen aanbevelingen
worden tegemoet gezien hoe hieraan invulling aan kan worden gegev en.
3.2.5.4 Informatie-technologie
Met het gereed komen van het facilitair informatiesysteem kan --onder andere ter onderbou
wing van de integrale management-verantwoordelijkheid- vanuit allerlei gezichtspunten
informatie verstrekt worden over het gebruik en de inzet van (IT-) faciliteiten. Deze gegevens
kunnen door de diensten betrokken worden bij de doelmatigheidsanalyse van processen, e.d..
In de beleidsperiode zal rekening moeten worden gehouden met de aspecten die verbonden
zijn aan de eeuwwisseling.
40
perspectiefnota 1998-2001
Door het meevallende rekeningsresultaat 1996 en de vrijval van 3,7 door de opschoning
'reserves en voorzieningen' is de stand van de algemene reserve ten opzichte van de Bestuurs-
rapportage 1996-2 belangrijk verbeterd. De stand van de algemene reserve bedraagt per 31
december 1996 20,3 miljoen. Op zichzelf genomen een verheugende ontwikkeling. Wij zijn
voornemens het achterstallig onderhoud aan gemeentelijke eigendommen in te lopen ten laste
van de algemene reserve. Door de gunstige ontwikkeling van de algemene reserve kan de
achterstand in het onderhoud wellicht eerder dan verwacht worden ingelopen. Een waar
schuwing voor een al te optimistische benadering is hier echter op de plaats. Bij de dynami
sche koers van onze gemeente zijn ook voor andere beleidsdoelen aanvullende budgetten
(eenmalige middelen) nodig, te weten voor:
grote structuurversterkende projecten in het kader van een toekomstig
noordelijk structuur\>ersterkend programma.
versterking positie van Leeuwarden als hoofdstad en centrum van Friesland
en tweede knooppunt van het Moorden;
dekking van J'rictiekosten voortvloeiende uit ons streven naar een kleine(re),
slagvaardige organisatie
structurele verhoging van onderhoudsramingen
Daardoor zal de druk op de algemene reserve alleen maar toenemen.
Verder wijzen wij op de risico's genoemd in bijlage 2.1 van deze nota, alsmede op het feit dat
we helaas nog steeds onvoldoende zicht hebben op structurele tegenvallers.
Wij zullen u frequent op de hoogte houden van de ontwikkeling van de algemene reserve en
in ieder geval voor de volgende perspectiefnota met voorstellen komen met betrekking tot de
voeding van de algemene reserve en onttrekking van middelen voor de effectuering van be
leidsdoelen.
In paragraaf 2.3.1 hebben wij de wens aangeven om de bodemgrens van de algemene reserve
op circa 10 miljoen vast te stellen Kijkend naar de/c wensen, de risico's en de mogelijkhe
den voor ruimtescheppende maatregelen, w illen w ij u echter voorstellen voor de jaren 1998
t/m 2001 een bandbreedte aan te houden van 10 tol 20 miljoen. Pas als die reserve struc
tureel aanwezig is. ontstaat er ruimte voor beleidsintensivering dan wel voor nieuw beleid.
In het vorige hoofdstuk zijn wij uitvoerig ingegaan op de na te streven doelen. De wensen die
daaruit voortvloeien hebben wij getoetst aan de volgende uitgangspunten:
1onontkoombaarheid
2. gewenstheid gelet op de hoofdprioriteiten
3. financiële haalbaarheid
In algemene zin leidt dit ertoe dat wij in willen zetten op twee hoofdpunten die dekkend zijn
voor de hoofdprioriteiten van beleid:
perspectief nota 1998-2001
41