Blad 2 Wanneer er nog geen sprake is van een planologische grond slag in de vorm van een ontwerp-bestemmingsplan kan wor den overgegaan tot toepassing van het voorkeursrecht door middel van vervroegde vestiging met gebruikmaking van de artikelen 8 en 8a van de wet. Daarmee kan de raad -vooruit- lopend op een ontwerp voor een bestemmingsplan- alvast een grondbeleid voeren en inspelen op de actuele ontwikkelingen op de markt (artikel 8). Voorafgaand aan het raadsbesluit kan zelfs al een voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad om zo'n vervroegd voorkeursrecht te vestigen dit rechtsgevolg bewerkstelligen (artikel 8a, voorbescher ming) De artikelen 8 en 8a zijn uitsluitend toepasbaar voor gronden met een beoogde bestemming in de niet-agrari- sche sfeer, waarbij het bestaande gebruik afwijkt van die beoogde bestemming. Er moet dan ook een kaart zijn waarop die beoogde bestemming is aangegeven en ook een met redenen omkleed raadsbesluit waarbij die toekomstige planologische bestemming wordt beschreven. In het onderhavige geval be treft dat de door de raad op 13 november 1995 vastgestelde structuurschets "Leeuwarden, open stad" en de besluitvor ming omtrent de ontwikkeling van de westelijke stadsrandzo ne (raadsbesluit van 18 november 1996). In het laatste geval is besloten in te stemmen met de verdere planontwikkeling van de westelijke stadsrandzone op basis van hetgeen in het desbetreffende raadsvoorstel en de daarbij behorende stukken is omschreven, middels de uitvoe ring van de volgende projecten: Westergopark (Businesspark Leeuwarden) westelijke ontsluitingsweg (Slauerhoffweg) evenementenlocatie (ten westen van FEC-complex) Voor het desbetreffende gebied is inmiddels een bestem mingsplan in voorbereiding genomen (het bestemmingsplan "Businesspark Leeuwarden/FEC e.o."). Er wordt derhalve aan de in de Wet voorkeursrecht gemeenten geëiste criteria voldaan. Hierbij zij nog opgemerkt, dat de planvorming voor de eve nementenlocatie sterk samenhangt met de plannen voor het Businesspark Leeuwarden en de westelijke ontsluitingsweg, zowel inhoudelijk als qua uitvoering, financiering en pro cedure. Aanleiding voor de evenementenlocatie is, dat er door de ontwikkelingen aan de westkant van de stad een gro te parkeerdruk is ontstaan; daarnaast is op dit moment in Leeuwarden geen groot terrein beschikbaar om evenementen van enig formaat te kunnen huisvesten. De geplande locatie ligt ter weerszijden van een nieuwe toegangsweg tot het FEC. De westelijke ontsluitingsweg is niet alleen van be lang voor de ontsluiting van het FEC, maar ook voor andere (toekomstige, zoals het Businesspark Leeuwarden) werkgele- genheidslocaties aan de westkant van de stad. Blad 3 Mede ook gelet op reeds getoonde belangstelling van bedrijven voor vestiging in het Businesspark Leeuwarden is een snelle en integrale ontwikkeling van het desbetreffende gebied van groot belang. Verwerving van de benodigde gronden door de gemeente en haar regisserende rol draagt daartoe in belangrijke mate bij. Uitgangspunt is derhalve het voeren van een actieve grondpolitiekTer uitvoering van de actieve grondpolitiek is het voor de gemeente van belang om over de noodzakelijke instrumenten voor het verkrijgen van de benodigde gronden te beschikken. Om deze reden wordt nu voorgesteld een aanwijzing in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten te geven. Vestiging van het voorkeursrecht zal ertoe leiden, dat (verdere) grondspeculatie zal worden geblokkeerd en (wellicht) een zekere prijsdemping zal worden bewerkstelligd. In principe zijn er dan alleen nog zaken met de gemeente te doen. Eigenaren die hun onroerende zaak willen vervreemden zijn immers verplicht deze eerst aan de gemeente in koop aan te bieden. Vervolgens kan de gemeente besluiten al dan niet tot aankoop over te gaan. Aanwijzing betekent echter niet, dat de eigenaar verplicht is/wordt om tot verkoop van zijn eigendom over te gaan. Slechts in het geval dat hij wil gaan vervreemden is hij verplicht de zaak eerst aan de gemeente aan te bieden. Er is dan ook sprake van een vrijwillige verkoopsituatie. Door de aanwijzing wordt wel voorkomen, dat er transacties plaatsvinden die de ontwikkeling van het betrokken gebied doorkruisen of bemoeilij ken De in de onderhavige aanwijzing betrokken percelen zijn aangegeven op de bij dit voorstel gevoegde kadastrale kaart en zijn genoemd in de bijgevoegde lijst (de kadastrale gegevens zoals vermeld in deze lijst hebben betrekking op de stand per 28 april 1997; deze gegevens waren per 2 juni 1997 ongewijzigd). De aan deze percelen toegedachte bestemming is aangeduid op de eveneens bijgevoegde kaart. De percelen zijn particulier eigendom en niet eerder betrokken in een aanwijzing in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten. De beoogde bestemming is niet- agrarisch en het huidige gebruik wijkt af van die beoogde bestemming. De aanwijzing van het voorkeursrecht is in werking getreden de dag na publicatie van ons voorstel in de Staatscourant op 1 mei 1997. De werkingsduur van die aanwijzing is 8 weken na de dagtekening van dat voorstel. Binnen deze periode zal de raad moeten besluiten tot vervroegde vestiging (bestendiging) van het voorkeursrecht, voorafgegaan door het bieden van de mogelijkheid aan belanghebbenden hun zienswijzen ten opzichte van het voorgenomen raadsbesluit schriftelijk dan wel mondeling naar voren te brengen c.q. (nader) toe te lichten. Dit laatste kon plaatsvinden in de vergadering van de Commissie voor Stadsontwikkeling van 27 mei 1997.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 373