In uitvoerende zin kunnen de provincies Friesland en Drenthe vooralsnog geen
verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het zelf verrichten van archeologisch
onderzoek maar zij zullen hiertoe, afhankelijk van de uitkomsten van hetgeen onder 7.2
vermeld staat, zo mogelijk capaciteit van derden inhuren.
Voor Groningen geldt dat, eveneens afhankelijk van de uitkomsten van hetgeen onder
7.2 staat vermeld, zij zal bezien in hoeverre zij in uitvoerende zin een opgravingstaak op
zich zal nemen, danwel indien mogelijk capaciteit elders zal inhuren.
Kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering
Het rijk acht kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering een voorwaarde voor de in
complementair bestuur uit te voeren taken. De ROB zal hiertoe cursussen en
bijscholingsprogramma's ontwikkelen en waar-mogelijk stageplaatsen aanbieden voor
degenen die betrokken zijn bij de archeologische monumentenzorg (bijvoorbeeld provin
ciale en gemeentelijke beleidsmedewerkers). De provincies kunnen hierin, gezien o.a.
hun centrale plaats binnen ruimtelijke ordeningsprocessen, een rol vervullen.
Relatie met gemeenten
Rijk en provincies geven in de komende convenantperiode gezamenlijk vorm aan de
relatie met de gemeenten. Het streven van partijen is te stimuleren dat gemeenten, nog
meer dan nu reeds het geval is, rekening (kunnen) houden met archeologische belangen.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van de provinciale infrastructuur op het gebied van de
monumentenzorg, alsmede van de schaalvoordelen van bovengemeentelijke coördinatie
door de provincie. Uitgangspunt van handelen vormen de bestaande
verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de gemeenten alsmede hun specifieke
behoeften en ambities.
[plaats][datum]
De Staatssecretaris van Onderwijs, De Gedeputeerde van de Provincie
Cultuur en Wetenschappen Drenthe
A- Nuis Mw. M.M. Kool
De Gedeputeerde van de Provincie
Friesland
Dr. A.J. Mulder
De Gedeputeerde van de Provincie
Groningen
Mw. drs. M.I.. de Meijer
BIJLAGE 3
Cultuureducatie
OCenW stelt voor het gehele convenantsgebied in totaal 6 ton ter beschikking op voorwaarde dat in totaal
minimaal 4 ton door de andere partijen wordt geïnvesteerd.
(bedragen in guldens)
jaar
1997
1998
1999
2000
OCenW
600.000
600.000
600.000
600.000
provincies en ge
meenten te zamen
400.000
400.000
400.000
400.000