Blad 17 Atikel 19 1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen berekeningen over jaren gelegen tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995. 2 Het pensioen wordt berekend over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt gevormd door de laatstelijk als wethouder genoten wedde vermeerderd met het percen tage van de vakantie-uitkering, te verminderen met een bedrag als omschreven in het vierde lid (franchise) 3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt ten aanzien van wethouders die voor hun bezoldiging geacht worden niet de volledige werkweek aan het wet houderschap te besteden, onder wedde verstaan, het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarvan die wedde is afgeleid. 4 De franchise bedoeld in het tweede lid is gelijk aan: a twintig zevende maal het tot een jaarbedrag herlei de bedrag genoemd in artikel 9, vijfde lid, onder b, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de bruto-vakantie-uitkering ingevolge artikel 29 van die wet, indien de pensioengerechtigde recht heeft op dat bedrag of op dat bedrag recht zou hebben gehad, indien geen toepassing zou zijn gegeven aan artikel 13 van die wet; b tien zevende maal het tot een jaarbedrag herleide bedrag genoemd in artikel 9, vijfde lid, onder a, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de bruto-vakantie-uitkering ingevolge artikel 29 van die wet, indien de pensioengerechtigde recht heeft op dat bedrag of op dat bedrag recht zou hebben gehad, indien geen toepassing zou zijn gegeven aan artikel 13 van die wet. 5 Wanneer ten aanzien van de gepensioneerde wethouder wijziging optreedt in de toepassing van artikel 9, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, wordt zijn pensioengrondslag herberekend. Het dienovereenkomstig herberekende pensioen gaat in op dezelfde dag als die wij ziging. 6 Wanneer het bedrag bedoeld in het vierde lid, onder a of b, of de hoogte van de daar bedoelde vakantie-uit kering wordt gewijzigd, wordt de franchise herberekend. De dienovereenkomstig herberekende pensioenen gaan in op dezelfde dag als die wijziging. 7 Behoudens het bepaalde in het achtste lid bedraagt het pensioen voor ieder van de eerste vier voor pensioen tellende jaren als wethouder 3,5 percent van de pensi oengrondslag, en voor ieder overig jaar als wethouder 1,75 percent van de pensioengrondslag, in totaal tot een maximum van 70 percent van de pensioengrondslag, aangepast naar de regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. Blad 18 8 Indien recht bestaat op meer dan een pensioen, bedoeld in het zevende lid, dan wel daarnaast recht bestaat op een of meer pensioenen krachtens de tweede en derde afdeling van de Algemene pensioenwet politieke ambts dragers komen voor de toepassing van de pensioenbereke ning naar 3,5 percent per dienstjaar in totaal ten hoogste vier dienstjaren in aanmerking en wordt die berekening voor zover mogelijk toegepast ten aanzien van het pensioen, waarbij die berekening het hoogste bedrag oplevert, en overigens ten aanzien van het ande re pensioen of de andere pensioenen in de volgorde van de hoogte van de wedden berekeningsgrondslag of pensi oengrondslagen. Voor vergelijking van deze wedden, be rekeningsgrondslag of pensioengrondslagen worden deze zo nodig aangepast aan de regelen, vastgesteld bij al gemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van evengenoemde wet. 9 Het vierde en vijfde lid van artikel 18 zijn van over eenkomstige toepassing. 10 Indien een pensioen wordt berekend zowel met toepassing van artikel 18 als met toepassing van dit artikel, wordt in afwijking van het zesde, zevende of achtste lid het percentage van 7 0 percent verminderd met het percentage van het pensioen dat eerst is berekend met toepassing van artikel 18. Berekening van het eigen pensioen over tijd na 31 december 1994 Artikel 19a 1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen berekeningen over tijd doorgebracht als wethouder na 31 december 1994. 2 Artikel 19, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat de in dat lid bedoelde franchise het be drag is, genoemd in artikel F7aa, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet dan wel het met toe passing van het derde lid van dat artikel gewijzigde bedrag 3 Artikel 19, derde en zevende tot en met tiende lid, zijn van toepassing. Berekening eigen pensioen deeltijdwethouders na 31 december 1985 Artikel 20 Indien het pensioen van een wethouder, die voor zijn bezol diging geacht werd niet de volledige werkweek aan het wet houderschap te besteden, wordt berekend met toepassing van artikel 19 of 19a. dan wel met toepassing van beide artike len, is het bedrag van het pensioen gelijk aan de uitkomst van de berekening vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 415