Blad 23 4, van deze wet tijd, die voor de berekening van meer dan een van die pensioenen meetelt en niet daadwerke lijk gelijktijdig in de verschillende ambten is doorge bracht, slechts meegeteld voor de berekening van het pensioen waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert. 4 Bij de toepassing van de voorgaande leden wordt ten aanzien van het eigen pensioen voor zover artikel 19, tweede en vierde lid, daarop van toepassing is, in alle gevallen gerekend met de franchise bedoeld in artikel 19, vierde lid, onder a. Berekening nabestaandenpensioen tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995 Artikel 29 1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen berekeningen over diensttijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995. 2 De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt en geen recht heeft op pensioen of tijde lijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en We zenwet, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt recht op een toeslag op zijn vol gens artikel 28 berekende pensioen. Deze toeslag be draagt jaarlijks voor elk voor de berekening van het nabestaandenpensioen tellend jaar twee en een half per cent van het tot een jaarbedrag herleide bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a, vermeerderd met het bedrag van de vakantie-uitkering, genoemd in artikel 37b, zesde lid, onder a, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet 3 Wanneer betrokkene voldoet, onderscheidenlijk niet meer voldoet, aan de voorwaarden omschreven in het tweede lid, dient hij hiervan onmiddellijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders. De daar bedoelde toeslag gaat niet eerder in dan een jaar voor de eerste dag van de maand waarin kennisgeving werd gedaan of waarin die toeslag ambtshalve is toegekend. 4 Wanneer het bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a, onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid, on der a, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet wordt ge wijzigd, wordt de in het tweede lid bedoelde toeslag dienovereenkomstig gewijzigd met ingang van dezelfde dag als eerstbedoelde wijziging. Berekening nabestaandenpensioen tussen 31 december 1994 en 1 januari 1996 Artikel 29a 1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen berekeningen over diensttijd tussen 31 december 1994 en 1 januari 1996. Blad 24 2 De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt en geen recht heeft op pensioen of tijde lijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en We zenwet, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt recht op een toeslag op zijn vol gens de voorgaande artikelen berekende pensioen. Deze toeslag bedraagt jaarlijks voor elk voor de berekening van het nabestaandenpensioen tellend jaar 1,25 percent van de franchise, bedoeld in het tweede lid van artikel 19a. 3 Het derde en vierde lid van artikel 29 zijn van over eenkomstige toepassing. Bijzonder nabestaandenpensioen Artikel 30 1 Het bijzonder nabestaandenpensioen wordt op dezelfde wijze berekend als een nabestaandenpensioen, met dien verstande dat slechts de diensttijd meetelt die gelegen is vóór de ontbinding van het huwelijk dan wel vóór het tijdstip waarop de aanmelding is geëindigd. 2 Indien er recht bestaat op meer dan één bijzonder nabe staandenpensioen als bedoeld in artikel 25, eerste of tweede lid, vindt het eerste lid overeenkomstige toe passing met dien verstande, dat voor de berekening van het bijzonder nabestaandenpensioen ontleend aan elk huwelijk en elke aanmelding waaraan een eerder huwelijk dan wel een eerdere aanmelding voorafgaat slechts de diensttijd meetelt die samenloopt of geacht kan worden samen te lopen met de huwelijksduur dan wel de duur van de aanmelding. 3 Indien er bij een overlijden recht bestaat op een of meer bijzondere nabestaandenpensioenen, wordt het nabe staandenpensioen dat aan hetzelfde overlijden wordt ontleend, met het bedrag of de bedragen daarvan vermin derd. Nabestaandenpensioen bij hertrouwen dan wel aanmelding Artikel 31 Indien een nabestaande hertrouwt dan wel partij is bij een aanmelding, wordt zijn pensioen opnieuw vastgesteld met ingang van de maand volgende op die waarin hij hertrouwt dan wel de aanmelding geschiedt. Daarbij wordt uitsluitend de voor pensioen in aanmerking komende diensttijd van de wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder in aanmer king genomen, die gelegen is voor het tijdstip van diens overlijden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 418