Blad 29 regeling als bedoeld in het vijfde lid en het totaal van die pensioenen meer bedraagt dan het grensbedrag omschreven in het derde lid, wordt op grond van artikel 154 juncto artikel 93 van genoemde wet, elk eigen pen sioen krachtens of op de voet van die wet beperkt tot een zodanig gedeelte (beperkingsbreuk) van bedoeld grensbedrag als evenredig is aan de verhouding, waarin elk van laatstbedoelde pensioenen staat tot het totaal van die pensioenen. 3 Het grensbedrag is het pensioen dat met toepassing van artikel 19 tot het in het zevende lid van dat artikel genoemde maximum van 70 percent zou zijn toegekend naar een wedde overeenkomend met het hoogste bedrag in bij lage A van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks ambtenaren 1984 (Staatsblad 571) vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering. 4 Indien het bedrag van een of meer van de in het tweede lid bedoelde pensioenen bij berekening naar de maximaal in aanmerking komende diensttijd hoger is of zou zijn dan het grensbedrag bedoeld in het derde lid, treedt dat hogere bedrag of het hoogste van die bedragen voor de toepassing van het tweede lid in de plaats van het grensbedrag. Voor de in de eerste volzin bedoelde vergelijking wor den de pensioenen aangepast overeenkomstig de regelen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en daarmee overeenkomende artikelen in andere pensioenwetten. 5 Onder een pensioen krachtens een andere regeling wordt in dit artikel verstaan een pensioen, een daarmee in aard overeenkomende uitkering, alsmede een onderstand bij wijze van pensioen ten laste van het Rijk, een pro vincie, gemeente of waterschap, van het Algemeen bur gerlijk pensioenfonds, van het Spoorwegpensioenfonds en van de Stichting Administratie Indonesische pensioenen, dan wel ten laste van de Nederlandse Antillen of een publiekrechtelijk lichaam in dat land of een door het hoger bestuursorgaan in een van deze landen ingesteld fonds, met inbegrip van de daarop onder welke benaming ook verleende toeslagen en met uitzondering van een pensioen krachtens de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1947, H 313) en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1947, H 420), van een uitkering krachtens de Wet uitke ringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, van een inva liditeitspensioen met de daarop toegekende verhogingen krachtens een vroegere militaire pensioenwet in de zin van de Algemene militaire pensioenwet, van een invali diteitspensioen, een mvaliditeitsverhoging en een bij zondere mvaliditeitsverhoging krachtens laatstgenoemde wet, alsmede van een uitkering krachtens de Algemene Blad 30 oorlogsongevallenregeling. Onder een pensioen krachtens een andere regeling wordt in dit artikel mede begrepen een ten laste van het Rijk onder welke benaming ook verleende toeslag op een pen sioen, een daarmee in aard overeenkomende uitkering of een onderstand bij wijze van pensioen ten laste van Suriname of een publiekrechtelijk lichaam in dat land. 6 Na beperking van een eigen pensioen volgens lid 1 of lid 2 wordt de toegepaste beperkingsbreuk slechts ge wijzigd, wanneer een pensioen als in dit artikel be doeld wordt toegekend of eindigt dan wel - anders dan wegens aanpassing naar de in artikel 157 van de Algeme ne pensioenwet politieke ambtsdragers bedoelde regelen en daarmee overeenkomende regelen in andere pensioen wetten dan de in dit artikel genoemde - wordt herzien. Grensbedrag nabestaanden- en wezenpensioenen Artikel 42 1 Artikel 41 is van overeenkomstige toepassing indien voor een nabestaande onderscheidenlijk een wees, naast recht op een of meer nabestaandenpensioenen onderschei denlijk wezenpensioenen, krachtens of op de voet van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers recht be staat op een of meer nabestaandenpensioenen, onder scheidenlijk wezenpensioenen krachtens een andere rege ling, met dien verstande dat voor de in het derde lid van dat artikel bedoelde grensbedrag en het in het vierde lid van dat artikel bedoelde hogere bedrag, met betrekking van een nabestaandenpensioen vijf zevende gedeelte, met betrekking tot een wezenpensioen krach tens artikel 32, eerste lid, onder b, twee zevende deel van die bedragen in de plaats komt. 2 Voor de toepassing van dit artikel worden de toeslagen bedoeld in de artikelen 29, 33, 36 en 37 niet onder pensioen begrepen. 3 Artikel 35 wordt overeenkomstig toegepast. Samenloop nabestaandenpensioen na hertrouwen of aanmelding Artikel 43 1 Indien een nabestaande aan wie reeds een nabestaanden pensioen is toegekend, hetzij krachtens deze verorde ning, hetzij krachtens een andere regeling ter zake van een later huwelijk of een latere aanmelding eveneens recht op nabestaandenpensioen verkrijgt, hetzij krach tens deze verordening, hetzij krachtens een andere re geling, wordt samenlopende diensttijd slechts meegeteld bij de berekening van het pensioen waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 421