Blad 35
valt, overschrijdt op grond van artikel 155 juncto ar
tikel 101 van voornoemde wet de som van de inbouwbedra-
gen - voor zover deze geacht kunnen worden betrekking
te hebben op een tijd, overeenkomende met de samenval
lende diensttijd - niet het bedrag van het algemeen
pensioen, dat geacht kan worden betrekking te hebben op
een tijd, overeenkomende met bedoelde samenvallende
diensttijd.
2 Indien een overschrijding als bedoeld in het vorige lid
plaats zou vinden, wordt het voor ieder krachtens deze
verordening toegekend pensioen berekende inbouwbedrag,
voor zover betrekking hebbende op samenvallende dienst
tijd als bedoeld in het vorige lid, verminderd tot een
zodanig deel van het bedrag van het algemeen pensioen,
bedoeld aan het slot van het vorige lid, als elk in
bouwbedrag zich verhoudt tot de som van die bedragen.
3 Indien de som van de inbouwbedragen, ook na toepassing
van het vorige lid, een bedrag gelijk aan 80 percent
van het algemeen pensioen overschrijdt, wordt deze
overschrijding in mindering gebracht op elk inbouwbe
drag in de verhouding, waarin elk van die bedragen
staat tot de som daarvan.
4 Voor de toepassing van de voorgaande leden op pensioe
nen, toegekend krachtens een militaire pensioenwet,
geldt niet als diensttijd de diensttijd, die krachtens
die wet met vier per mille van de pensioengrondslag is
vergolden.
5 Onder pensioen krachtens een andere regeling als be
doeld in het eerste lid wordt verstaan een pensioen ten
laste van de Nederlandse schatkist - anders dan krach
tens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en
anders dan ingevolge wettelijke garanties of ingevolge
overneming van de verplichting tot betaling- ten laste
van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechtelijk
lichaam in Nederland of in evengenoemd ander land, dan
wel ten laste van een door het bestuursorgaan in een
van die landen ingesteld fonds.
6 Op schriftelijk verzoek van de belanghebbende wordt dit
artikel overeenkomstig toegepast, indien aan diens
echtgenoot een of meer pensioenen zijn of geacht worden
te zijn toegekend, hetzij krachtens of op de voet van
de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, hetzij
krachtens een andere regeling als bedoeld in het vijfde
lid. Artikel 52, tweede lid, is daarbij van overeenkom
stige toepassing.
Vermindering inbouwbedragen bij korting op particulier pen
sioen
Artikel 52
1 Op schriftelijk verzoek van degene die aantoont, dat
uit hoofde van zijn recht op algemeen pensioen een ver
Blad 36
mindering plaatsvindt van enig ander pensioen dan be
doeld in artikel 51, vijfde lid, wordt het bedrag van
die vermindering voor zoveel mogelijk in mindering ge
bracht op het inbouwbedrag. De vorige volzin is slechts
van toepassing voor zover bedoelde vermindering betrek
king heeft op tijd die gelijktijdig in de desbetreffen
de betrekking is of geacht kan worden te zijn vervuld.
Aan diensttijd die niet daadwerkelijk in dienstverhou
ding of als politiek ambtsdrager is doorgebracht wordt
een plaats toegekend overeenkomstig het bepaalde bij
artikel 49, onder f.
2 De vermindering van het inbouwbedrag bedoeld in het
vorige lid gaat in met de dag waarop de in dat lid be
doelde omstandigheid is opgetreden, met dien verstande
dat deze niet vroeger ingaat dan een jaar voor de eer
ste dag van de maand waarin het desbetreffende verzoek
werd ingediend.
3 Bij toepassing van het eerste lid wordt, ingeval op
meer dan één pensioen recht bestaat, het bedrag van de
in dat lid bedoelde vermindering op de inbouwbedragen
in mindering gebracht naar verhouding van evenbedoelde
bedragen.
4 Indien de som van het inbouwbedrag en de vermindering
van het andere pensioen, ook na toepassing van de ove
rige bepalingen van dit artikel, een bedrag gelijk aan
80 percent van het algemeen pensioen overschrijdt,
wordt van deze overschrijding een deel in mindering
gebracht op het inbouwbedrag, en wel in de verhouding
waarin de diensttijd, waarnaar het pensioen waarop vo
renbedoeld inbouwbedrag betrekking heeft is of geacht
wordt te zijn berekend, staat tot het totaal van de
diensttijden.
5 Dit artikel is van overeenkomstige toepassing, indien
een vermindering plaatsvindt van enig ander pensioen
dan bedoeld in artikel 51, vijfde lid, toegekend aan de
echtgenoot van de belanghebbende.
Verlaging inbouwbedrag (vóór 1 januari 1986)
Artikel 53
1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen
berekeningen over jaren gelegen voor 1 januari 1986.
2 Indien het bedrag dat tot grondslag heeft gestrekt voor
de berekening van het pensioen, nadat dat bedrag is
aangepast aan de hand van de in artikel 157 bedoelde
regelen, op de dag met ingang waarvan de voorgaande
artikelen van deze paragraaf voor de eerste maal ten
aanzien van het pensioen toepassing vinden lager is dan
f 26.508,-3 wordt het met toepassing van de voorgaande
3
Bedrag geldende op 1 januari 1991