Blad 49
zoals bedoelde bepalingen na de zevende wijziging zijn ko
men te luiden, werken terug tot 1 januari 1986.
Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 24 (overgangsbe
paling bij zevende wijziging)
Artikel 87
Alle pensioenen toegekend krachtens artikel 24 van deze
verordening zoals die luidde voor het tijdstip van inwer
kingtreding van de zevende wijziging, worden, voor zover
zij op dat tijdstip worden genoten, met ingang van dat
tijdstip geacht te zijn toegekend krachtens artikel 23.
Overgangsbepaling met betrekking tot het recht op nabe
staandenpensioen (overgangsbepaling bij zevende wijziging)
Artikel 88
1 Er ontstaat geen recht op pensioen ingevolge de zevende
wijziging, indien op de datum van overlijden van de
vrouwelijke wethouder, gewezen of gepensioneerde wet
houder in een overeenkomstig geval geen recht op wedu-
wenpensioen of bijzonder weduwenpensioen zou zijn ont
staan ingevolge het overlijden van een mannelijke wet
houder, gewezen of gepensioneerde wethouder.
2 Het pensioen waarop ingevolge de zevende wijziging
recht ontstaat in verband met een overlijden voor de
datum van inwerkingtreding van deze wijziging wordt
berekend als ware het recht ontstaan op de datum van
overlijden.
Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 40 (overgangsbe
paling bij zevende wijziging)
Artikel 89
Ten aanzien van de aanspraken op nabestaandenpensioen die
ingevolge de zevende wijziging worden verkregen vangt de
termijn van vijf achtereenvolgende jaren zoals bedoeld in
artikel 40 niet eerder aan dan op de datum van inwerking
treding van deze wijziging.
Herberekening wezenpensioen (overgangsbepaling bij zevende
wi j ziging)
Artikel 90
1 Indien ingevolge de zevende wijziging een nabestaanden
pensioen of een bijzonder nabestaandenpensioen wordt
toegekend, terwijl aan hetzelfde overlijden recht op
wezenpensioen is ontleend, wordt het wezenpensioen her
berekend
Blad 50
2 Indien het nabestaandenpensioen of het bijzonder nabe
staandenpensioen met terugwerkende kracht wordt toege
kend en het wezenpensioen wordt herberekend, wordt het
teveel betaalde wezenpensioen over de periode waarop de
terugwerkende kracht betrekking heeft niet teruggevor
derd.
(Overgangsbepaling bij de achtste wijziging)
Artikel 91
1 Met ingang van 1 januari 1995 worden het inkomen van de
wethouder als zodanig en de laatstelijk genoten wedde
dan wel de berekeningsgrondslag, waarvan is afgeleid
een uitkering ter zake van ontslag of aftreden als wet
houder, en een wegens algemene invaliditeit voortgezet
te uitkering, aangepast overeenkomstig de aanpassing
van de salarissen ingevolge artikel 34 van de Wet
financiële voorzieningen ABP.
2 De in het eerste lid bedoelde aanpassing is geen alge
mene bezoldigingswijziging als bedoeld in artikel 57.
Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 57 (overgangsbe
paling bij de achtste wijziging)
Artikel 92
Artikel 57, zoals dat luidde op 31 december 1994, blijft
van toepassing ten aanzien van een wijziging in de bezoldi
ging van het rijkspersoneel voor 1 januari 1995.
Overgangsbepaling ten aanzien van de fictieve diensttijd
(overgangsbepaling bij de achtste wijziging)
Artikel 93
Ten aanzien van degenen die ingevolge deze verordening
recht op nabestaanden- of wezenpensioen hebben verkregen
voor 1 januari 1995, wordt de tijd waarnaar het pensioen is
of geacht wordt te zijn berekend en die niet daadwerkelijk
als wethouder is doorgebracht, voor zover nodig medebegre-
pen onder tijd gelegen voor die datum.
(Overgangsbepaling bij de achtste wijziging)
Artikel 94
1 De artikelen IX tot en met XV van de Wet terugdringing
beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen en de
krachtens artikel XV van die wet gestelde regels zijn
van overeenkomstige toepassing op degene op wie artikel
95, eerste of derde lid, van deze verordening van toe
passing is en die op 31 januari 1992 en sinds 1 januari
1990 recht heeft op uitkering als bedoeld in dat arti
kel