Gemeente |eeuwarden Nummer 123 81 WB\JG DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 1997 (bijlage nr. 110) BESLUIT een aanvullend krediet van f 1.630.000,- ten behoeve van de bouw van een tweetal bergbezinkbassins in het Westeinde en een viertal bergbezinkbassins in Camminghaburen beschikbaar te stellen. In afwachting van een voorstel omtrent de financiële inpas sing van het Gemeentelijke Rioleringsplan wordt deze voor alsnog gedekt uit de egalisatiereserve riolering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van voorzitter. secretaris. Oldehoofsterkerkhof 2 Postbus 21000 8900 JA Leeuwarden Telefoon 0S8 233 88 33 Wijziging Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Leeuwarden Bijlage nr. Ill Aan de gemeenteraad. De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is in december 1996 gewijzigd. De wijziging betreft bepalingen omtrent de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering bij aftreden, het meetellen van uitkeringstijd voor het pensioen en de pensioenbereke ning na een wethouderschap dat in deeltijd werd vervuld. De wijzigingen die betrekking hebben op de duur van de uit kering hebben tot gevolg dat een onderbreking van het wet houderschap van langer dan twee maanden er niet langer au tomatisch toe leidt dat de tijd als wethouder vóór die on derbreking niet meetelt voor de berekening van de uitke ringsduur In het vervolg speelt de lengte van het wethouderschap een belangrijke rol bij het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een "wezenlijke onderbreking"is de onder breking niet langer dan een zesde gedeelte van de duur van het wethouderschap, dan is er geen sprake van een wezenlij ke onderbreking en telt de hele periode van het wethouder schap mee bij de bepaling van de duur van de uitkering. Daarnaast wordt de regeling van de pensioenopbouw tijdens de uitkeringsperiode versoepeld. Dat heeft tot gevolg dat inkomsten genoten tijdens de uit keringsperiode niet langer leiden tot onmiddellijke beëin diging van de pensioenopbouw. Tijdens de uitkeringsperiode wordt - net als nu - voor de helft pensioen opgebouwd; zijn er inkomsten dan wordt voor een vierde gedeelte opgebouwd en pas op een moment dat het inkomstenniveau zo is dat de gehele uitkering wordt gekort is de pensioenopbouw nihil. Het is mogelijk om als raad te besluiten de vergoeding van de raadsleden niet te beschouwen als inkomsten als hierbo ven bedoeld, omdat tijdens de raadslidperiode meestal geen pensioen wordt opgebouwd. Uw raad heeft in 1996 echter wel besloten tot een dergelij ke pensioenregeling, zodat het - zoals het college van Ar beidszaken ook adviseert - niet nodig lijkt de inkomsten uit het raadslidmaatschap niet te beschouwen als meerbe- doelde inkomsten. Sjoch dizze stêd; sjoch wit der rünom bart - It ilde spegelet him yn wat de takomst hat - Piter Terpstra 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 470