Blad 2 Een andere wijziging betreft het feit dat de eindejaarsuit kering deel gaat uitmaken van de berekeningsbasis voor het pensioen en de uitkering. Tenslotte is een aantal wijzigingen aangebracht als gevolg van de intrekking van de Algemene weduwen- en wezenwet en de gelijktijdige invoering van de Algemene nabestaandenwet (Anw)Het ontstane zgn. Anw-gat dat door de komst van de Anw is ontstaan is voor het overheidspersoneel voorlopig - gedeeltelijk - gedicht tot 1 januari 1998. Omdat het vast beleid is om de pensioenafspraken van poli tieke ambtsdragers af te leiden van die van het overheids personeel is in de Appa de zgn. "parapluiebepaling" uit de Anw van toepassing verklaard. Die van toepassingverklaring van de parapluiebepaling zorgt ervoor dat de inwerkingtre ding van de Anw geen - onbedoelde - gevolgen heeft voor het Appa-pensioen De Commissie Bestuur en Middelen heeft op 27 augustus 1997 geadviseerd in te stemmen met dit voorstel Wij stellen voor te besluiten conform bijgevoegd ontwerp besluit Leeuwarden, 9 oktober 1997. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris. Nummer 12 3 94 WR/JG DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 1997 (bijlage nr. Ill) BESLUIT: I. vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de ge meente Leeuwarden zoals deze laatstelijk is gewijzigd con form de negende wijziging Model-Uitkerings- en pensioenver ordening wethouders A. Artikel 2, eerste lid luidt als volgt: 1. De uitkering wordt toegekend voor een duur gelijk aan de tijd waarin de belanghebbende wethouder is geweest, doch tenminste voor de duur van twee jaren en ten hoogste voor de duur van zes jaren. Indien de belanghebbende met een of meer onderbrekin gen wethouder is geweest, wordt in aanmerking genomen de tijd gedurende hij wethouder is geweest in een tijdvak, laatstelijk voordat hij ophield wethouder te zijn, waarin zijn wethouderschap voor ten hoogste een zesde deel van dat tijdvak is onderbroken. B. Artikel 3, eerste lid luidt als volgt: 1. Indien de belanghebbende ten tijde van zijn aftreden als wethouder de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en hij in het tijdvak van twaalf jaren dat direct aan zijn aftreden voorafgaat ten minste tien jaren wethou der is geweest, wordt de uitkering voortgezet tot het tijdstip waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt. C. In artikel 4, eerste, tweede en vierde lid, artikel 4b, tweede vierde, zevende, achtste en negende lid, artikel 5, vijfde lid, wordt de zinsnede vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering" vervangen door: "inclusief vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 471