Blad 2
1.2 Belastbaar feit.
Het belastbaar feit is het houden van verblijf door perso
nen die niet in het persoonsregister der gemeente zijn op
genomen. In het oorspronkelijke wetsontwerp stond als om
schrijving van het belastbaar feit nog vermeld het houden
van "nachtverblijf". Dit is echter door de aanvaarding van
het amendement Vellenga veranderd. Daarmee is de duur van
het verblijf niet meer uit de wettelijke omschrijving van
het belastbare feit af te leiden. Dat het wel moet gaan om
verblijf van enigszins duurzaam karakter moge duidelijk
zijn. Zo kan van passerende treinreizigers niet worden ge
zegd dat zij in de gemeente 'verblijven'.
In dit kader stellen wij u voor twee verordeningen vast te
stellen terzake van het "verblijf op vaartuigen tegen ver
goeding" de zogenaamde watertoeristenbelasting en terzake
van de overige categorie het "verblijf met overnachten te
gen vergoeding".
Het verschil tussen beide verordeningen heeft betrekking op
het overnachten. Volgens de eerste is slechts het verblijf
voldoende. Bij de de tweede verordening dient er eveneens
sprake te zijn van overnachten.
13 Belastingplicht
Uit de wettelijke omschrijving kan worden afgeleid dat de
wetgever de bedoeling heeft gehad om de heffing van de toe
ristenbelasting bij twee categorieën belastingplichtigen
mogelijk te maken. De toeristenbelasting kan namelijk wor
den geheven van degene die, zonder in het persoonsregister
van de gemeente ingeschreven te zijn, binnen de gemeente
grenzen verblijft, dan wel van degene die gelegenheid biedt
tot het houden van dergelijk verblijf. Ook in de gemeente
lijke verordening op de heffing en de invordering van toe
ristenbelasting kan deze splitsing worden gemaakt. Noodza
kelijk is dat echter niet. Het is mogelijk dat uitsluitend
een van beide categorieën als belastingplichtig voor de
toeristenbelasting wordt aangemerkt.
Ten aanzien van de watertoeristenbelasting stellen wij voor
als belastingplichtige aan te merken degene welke verblijf
houdt in plaats van de verschaffer van het verblijf. Hier
door kan de toeristenbelasting apart in rekening worden
gebracht boven op het havengeld.
1.4 Grondslag of maatstaf van heffing.
De heffing van toeristenbelasting moet aansluiten bij het
aantal personen dat verblijft en bij de duur van het ver
blijf. Dit geldt evenzeer wanneer volgens een forfaitair
tarief wordt geheven.
Blad 3
15 Tarief
Het gehanteerde tarief per overnachting dat wordt voorge
steld is f 1,-,Dit tarief is in overeenstemming met het
landelijk beeld van gemeenten met een soortgelijk voorzie
ningenniveau. Van de tien onderzochte gemeenten hanteerde
50 het tarief van f 1,-- per overnachting. Het gemiddelde
tarief was f 1,39.
20 Uitvoering
Terzake van de uitvoering van de verordening dienen een
aantal zaken van tevoren worden bepaald zoals onder andere
het vastleggen van informatiebronnen.
21 Bronnen
Bronnen ten aanzien van leveren van informatie is de ge
meente zelf ter zake van het verstrekken van vergunningen,
de WV-kantoren en Nederlandse kampeerraad.
Daarnaast dienen er ter plekke controles te worden uitge
voerd
2.2 Convenanten
Uitgangspunt met betrekking tot de invoering van de heffing
is het creëren van een zo groot mogelijk draagvlak bij de
belastingplichtigen. Als belangrijk middel zou gebruik kun
nen worden gemaakt van convenanten. Middels individuele
benadering en al naar gelang de behoefte kunnen convenanten
worden gesloten.
Momenteel wordt in samenwerking met het team Planologie van
de dienst Stadsontwikkeling onderzocht welke mogelijkheden
er zijn ten aanzien van het sluiten van convenanten.
30 Financiën
Bij de berekening van de mogelijke opbrengsten is uitgegaan
van de volgende opvattingen:
-hotels hebben een bezettingsgraad van 40%;
-het kampeerseizoen duurt 3 maanden, bezetting 70%;
-het gehanteerde tarief per overnachting is f 1,-;
3.1 Opbrengst hotels
Uit de opgave van de VW blijkt het aantal bedden 603 te
bedragen. Uitgaande van een bezettingsgraad van 40 en het
tarief van f 1,- bedraagt de opbrengst f 88.038,-.