Blad 2
Belastbaar feit
Artikel 2
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen
de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobi
le kampeeronderkomensniet beroepsmatig verhuurde ruimten
en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm
dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeen
telijke basisadministratie van de gemeente zijn opgenomen,
wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belas
ting geheven.
Belastingplicht
Artikel 3
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot
verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschik
king staande ruimten dan wel op hem ter beschikking
staande terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zoda
nig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf
de belasting verschuldigd wordt
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belas
tingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig
degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2
verblijf houdt.
Vrij stellingen
Artikel 4
1. De belasting wordt niet geheven ter zake van het ver
blijf:
a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot
verpleging of verzorging van zieken, van gebrekki-
gen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen ver
blijft;
b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien
hij ter zake van het verblijf in of het ter beschik
king houden van die woning forensenbelasting is ver
schuldigd;
2. van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld
in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die
een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is
beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis
van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een ver
blijfsvergunning heeft, voor zover deze personen ver
Blad 3
blijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel
2, in het kader van de centrale opvang onder verant
woordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoe
kers
Maatstaf van heffing
Artikel 5
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Belastingtarief
Artikel 6
Het tarief per overnachting bedraagt f 1,00.
Belastingj aar
Artikel 7
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Wijze van heffing
Artikel 8
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Aangifte
Artikel 9
1. De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden
na afloop van het kalenderjaar een aangiftebiljet is
uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden bin
nen een maand na het verstrijken van die zes maanden
bij het college van burgemeester en wethouders een
schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een
aangiftebiljet
2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzon
derlijk collegebesluit vastgesteld.