Blad 2 personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basi sadministratie van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "watertoeristenbelasting' een directe belasting geheven Belastingplicht Artikel 3 1. Belastingplichtig is de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig. 2. Indien met toepassing van het eerste lid geen belas tingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf. 3. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zoda nig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt. Vrijstellingen Artikel 4 De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf: 1. door degenen die verblijf houdt aan boord van: a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekki- gen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen; b. kano's roei- en volgboten; c. motor en zeilboten met een lengte van ten hoogste vier meter; d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de over heid in het gemeentelijk watergebied bevindt; 2. waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de veror dening op de heffing en invordering van toeristenbelas ting; 3. van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielzoeker heeft ingediend waarop negatief is be slist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfs vergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoorde lijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers. Blad 3 Maatstaf van heffing Artikel 5 De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat ver blijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend. Belastingtarief Artikel 6 De belasting bedraagt per persoon per etmaal f 1,00. Belastingjaar Artikel 7 Het belastingjaar is gelijk aan een kalenderjaar. Wijze van heffing Artikel 8 De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Aangifte Artikel 9 De belastingplichtige die wie niet binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden bin nen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzon derlijk raadsbesluit vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 483