gelaten de waarde van: a. bedrijfsruimten, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd; b. bedrijfsruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openba re bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige roerende zaken die dienen als woning; c. bedrijfsruimten ten behoeve van waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechte lijke rechtspersonen. d. bedrijfsruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelij ke rechtspersonen. e. tot de woon- of bedrijfsruimte behorende, daaraan al dan niet aard- of nagelvast verbonden werktuigen welke verwijderd kunnen worden met behoud van hun waarde als zodanig en niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken; f. bedrijfsruimten voorzover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige bedrijfs ruimten die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; g. bedrijfsruimten voorzover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentui- nen en crematoria. WaardepeiIdatum Artikel 5 De waarde in het economische verkeer is die op 1 janua ri 1997 en vervolgens die op een tijdstip die telkens 4 jaren later valt. Deze waarde vindt toepassing voor elk kalenderjaar vallende in een tijdvak van 4 achtereen volgende jaren, welk tijdvak aanvangt op het tijdstip bedoeld in de eerste volzin. Indien de waarde in het economische verkeer tussen het tijdstip bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid en het begin van het kalenderjaar wijziging ondergaat als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering of afbraak, hetzij verandering van bestemming, is in af wijking van de eerste volzin van het eerste lid, de waarde die, welke in aanmerking zou zijn genomen indien die bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of bestem mingsverandering zijn beslag had gekregen op het eerst- Blad 5 bedoelde tijdstip. Belastingtarieven Artikel 6 1. Voor elke volle f 5.000,- van de waarde in het economi sche verkeer bedraagt: a. de gebruikersbelasting f 14,14; b. de eigenarenbelasting f 16,55. 2. Geen belasting wordt geheven indien de heffingsmaatstaf van de roerende woon- of bedrijfsruimte blijft beneden f 5.000,-. 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele guldens. Wijze van heffing Artikel 7 De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Aangifte Artikel 8 1. De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden bin nen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet 2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzon derlijk raadsbesluit vastgesteld. Termijnen van betaling Artikel 9 De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termij nen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 491