Blad 2
Artikel IV
Artikel 11 wordt gewijzigd en als volgt gelezen:
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat
voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten, in
gevolge artikel 8, eerste lid van de Invorderingswet 1990
(Stb. 221) voor de met de invordering van gemeentelijke be
lastingen belaste gemeenteambtenaar een andere gemeenteamb
tenaar in de plaats treedt.
Artikel V
Artikel 12 wordt gewijzigd en als volgt gelezen:
De verplichting bedoeld in de artikelen 47, 49, en 50 van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb, 1959, 301) en
in de artikelen 58 en 6 0 van de Invorderingswet 1990, dan
wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene
maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeen
tewet (Stb. 1994, 762), gelden mede jegens de door het col
lege van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteamb
tenaren belast met de heffing of de invordering van gemeen
telijke belastingen.
Artikel VI
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de
achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1998.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
voorzitter.
secretaris
Nummer 144 6 7
JV/PM/JG
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
29 oktober 1997 (bijlage nr. 132);
gelet op artikel 221, 220b tot en met 220h van de Gemeente
wet
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING
EN DE INNING VAN ROERENDE WOON- OF BEDRIJFSRUIMTEN BELAS
TINGEN 1998
Artikel I
Artikel 6, lid 1 wordt gewijzigd en als volgt gelezen:
1. Voor elke volle f 5.000,- van de waarde in het economi
sche verkeer bedraagt
a. de gebruikersbelasting f 14,53;
b. de eigenarenbelasting f 17,01.
Artikel II
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de
achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1998.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
voorzitter.
secretaris