blad 2 B. Van de aanhef tussen artikel 1 en artikel 2 vervalt de zinsnede "premie deeltijd alleenstaande ouders". C. Artikel 2 komt te vervallen. D. Van de aanhef voor artikel 3 vervalt de zinsnede "ove rige uitkeringsgerechtigden" E. Onder vernummering van artikel 3 tot artikel 2 wordt aan dit artikel een vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid toegevoegd, vervalt in lid 2 de zinsnede "Het in artikel 2, leden 4, 5, 6, en 9 en 10 bepaalde is van overeenkomstige toepassing" en wordt tot slot lid 3 vervangen. 3. De in het vorige lid bedoelde termijn van 12 maan den kan voor de uitkeringsgerechtigde, die in fase 4 is ingedeeld of zou zijn als deze indeling zou hebben plaatsgevonden, worden verlengd, indien en zolang hij als gevolg van in de persoon of in het gezin gelegen belemmeringen aangewezen blijft op uitkering 4. De verlening van de premie wordt beëindigd, zodra de uitkeringsgerechtigde niet langer betaalde arbeid verricht. In afwijking van de eerste volzin wordt de premie in geval van arbeidsongeschiktheid voortgezet tot de dag, gelegen één maand na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, mits de dienstbetrekking in stand blijft. 5. Tenzij de verlening van premie eerder is geëin digd, eindigt het recht op premie op de dag, gele gen 12 maanden na de dag waarop de inkomsten uit arbeid in dienstbetrekking voor het eerst zijn verworven, onverminderd het bepaalde in lid 6. 6 De periode van 12 maanden wordt verlengd met de duur van de perioden, waarover de premie niet is verleend vanwege het niet verrichten van arbeid. 7. Aan de uitkeringsgerechtigde wordt een premie bij wijze van een slottermijn verleend, als hij in de periode van 6 maanden na beëindiging van de premie over de volledige periode van 12 maanden onafge broken, dan wel in het tijdvak van 9 maanden na dien over tenminste 6 maanden inkomsten uit arbeid heeft verworven, die in mindering zijn gebracht op de uitkering. 8. De hoogte van de in het vorige lid bedoelde premie bedraagt de helft van het bedrag dat over de laat ste 12 maanden is uitgekeerd aan periodieke pre mies 9Het recht op premie vervalt op het moment dat de uitkeringsgerechtigde in aanmerking komt voor in blad 3 komstenvrijlating op basis van artikel 43, lid 2, onder 1 van de Algemene bijstandswet dan wel op grond van artikel 7 van deze verordening. F. Artikel 4, 5, 6 en 7 worden vernummerd tot artikel 3, 45 en 6 G. Artikel 8 komt te vervallen. H. Onder vernummering van Hoofdstuk III Overige bepalin gen. Aanvraag, betaling, terugvordering tot Hoofdstuk IV Overige bepalingen. Aanvraag, betaling, terugvorde ring wordt een nieuw Hoofdstuk III met artikel 7 in gevoegd Hoofdstuk III Voorwaarden voor het recht op inkomsten- vrij lating Artikel 7 1. Op de uitkering van de uitkeringsgerechtigde die een alleenstaande ouder is waarvan het jongste kind ouder dan 5 jaar maar jonger dan 12 jaar en die een dienstbetrekking in deeltijd heeft of aan vaardt, waarvan de inkomsten minder bedragen dan de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag, wor den de inkomsten uit arbeid, in afwijking van ar tikel 26, tweede lid Algemene bijstandswet, niet in mindering gebracht voorzover de maandelijkse inkomsten uit arbeid niet hoger zijn dan het be drag zoals bedoeld in artikel 43, lid 2, onder m van de Algemene bijstandswet, alsmede de helft van het meerdere tot een maximumbedrag zoals bedoeld in artikel 43, lid 2, onder m van de Algemene bij standswet 2. Het recht op vrijlating van inkomsten wordt beëin digd, zodra de uitkeringsgerechtigde niet langer een dienstbetrekking in deeltijd heeft dan wel wanneer het jongste kind de leeftijd van 12 heeft bereikt I. Artikel 9 en 10 worden vernummerd tot artikel 8 en 9 J. Hoofdstuk IV wordt vernummerd tot Hoofdstuk V. K. Onder vernummering van artikel 11, 12 en 13 tot arti kel 10, 11 en 12 wordt een nieuw artikel 13 inclusief aanhef ingevoegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 353