Dienst-Begroting 1998
Dienst Stadsbeheer
1 INLEIDING
Hierbij bied ik u de dienst-begroting 1998 aan conform de daarvoor vastgestelde
kaders.
Voor 1998 wordt een resultaat verwacht van f. 40.952.000,- nadelig. Dit betreft het
saldo van lasten en baten van respectievelijk f. 69.201.600,-en f. 28.249.600,- De dienst
Stadsbeheer levert voor een deel producten die kostendekkend of deels kostendekkend
zijn.
Het jaar 1997 staat voor de Dienst Stadsbeheer in het teken van de herstructurering van
de dienst. Onder meer op basis van het marketing-onderzoek, dat voor de sectoren
Beheer Openbare Ruimte, Reiniging Technisch Onderhoud en Sport Recreatie is
uitgevoerd, is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van verzelfstandiging van de
twee laatst genoemde sectoren. Voor dit onderzoek zijn project-organisaties opgericht
met daaronder een aantal werkgroepen. Indien in de tweede helft van 1997 wordt
besloten tot verzelfstandiging en daarmee tot opheffing van de dienst, zal dit leiden tot
een begrotingswijziging waarmee hieraan financieel vorm wordt gegeven. De sector
Middelen en Directie zal worden opgeheven waarna de producten en de daarmee
gepaard gaande budgetten, na realisering van integratie-winst, worden verdeeld over de
diverse sectoren. Deze integratie-winst, die ontstaat na opheffing van de dienst, is in de
begroting opgenomen.
In maart 1997 is overgegaan tot opsplitsing van de sector Management-ondersteuning
over de sectoren Beheer Openbare Ruimte, Reiniging Technisch Onderhoud en
Middelen Directie. Deze organisatorische opsplitsing is in de verschillende
sectorbegrotingen en deze dienstbegroting nog niet verwerkt.
De personeelsformatie bedraagt voor het jaar 1998 261,8 fite. Ten opzichte van het jaar
1997 (243,7 fte) houdt dit een stijging in van 18,1 fte.
Een specificatie van deze toename is opgenomen in hoofdstuk 3.
Het college-programma is de basis van waaruit gewerkt wordt. De genoemde
hoofdelementen: werkgelegenheid, milieu en leefbaarheid staan centraal bij de
activiteiten die worden ondernomen. Bij de uitvoering van de activiteiten dient voorts
rekening gehouden te worden met de randvoorwaarden uit LIS, namelijk:
een gezonde financiële huishouding en een goede bedrijfsvoering;
een bestuurlijk vernieuwende werkwijze.
2