Blad 2 II. De meerjarenbegroting (MJB, Zie bijlage 1) Door de beslissing de middelen voor onderwijshuisvesting beschikbaar te stellen via het Gemeentefonds, wordt die uitkering daarmee onderdeel van een bredere afweging, die elke gemeente in het kader van haar begrotingsmogelijkheden jaarlijks moet maken. En daarmee is het eerste punt van discussie aangegeven. Het kabinet heeft bij de decentrali satieplannen overwogen dat gemeenten in staat zijn om bij de besluitvorming op plaatselijk niveau efficiencyvoordelen te behalen door de huisvesting van alle gemeentelijke acti viteiten beter (lees: goedkoper) te coördineren. De Staats secretaris van OC&W heeft als gevolg hiervan, voordat zij het beschikbare bedrag overdroeg aan het Gemeentefonds, een korting van 10% toegepast op het totale bedrag. Voor Leeu warden is daarmee een bedrag gemoeid van ongeveer structu reel f 730.000,-. Omdat via de nieuwe uitkering uit het Ge meentefonds deze korting volledig terecht is gekomen bij de onderwijsparagraaf van de meerjarenbegroting, en deze effi ciencyverbetering en -korting beoogt om gemeentebreed ef fect te hebben, zal een nader onderzoek omtrent deze pro blematiek noodzakelijk zijn. Het betreft hier een integraal belang binnen de gemeente, dat aandacht dient te krijgen bij de discussie rond "vastgoed"Bij de perspectiefnota 1999-2002 zal de wijze waarop met de korting moet worden omgegaan - in ieder geval voorlopig - worden aangegeven. Op het moment dat de onderwijsuitkeringen onderdeel werden van de uitkeringen uit het Gemeentefonds is de basis waarop het verdeelsysteem berust heroverwogen en opnieuw vastge steld. Zonder al te veel in detail te treden kan men zeggen dat deze nieuwe verdeelcriteria grote verschillen laten zien in de beschikbare financiën bij de onderscheiden ge meenten. Er zijn wat men noemt "voordeelgemeenten" ontstaan en "nadeelgemeenten"Deze constatering van voor- of nadeel is - dat moet gezegd - een momentopname van de overgang van het ene systeem naar het andere. Het zegt dus niets over de nog komende ontwikkelingen en de financiële gevolgen daar van voor de MJB. Gezien het moment van de overgang werd de conclusie getrokken dat de gemeente Leeuwarden een voor deelgemeente is. Dit voordeel werd voor de komende vijf jaren (t/m 2002) on middellijk beperkt doordat de nadeelgemeenten - voor de pe riode van de overgangsregeling - gecompenseerd dienen te worden (zogenaamde integratieuitkering) via een korting op de uitkering van de voordeelgemeenten. Voor de gemeente Leeuwarden betekent het echter dat ook in de overgangsperi ode het voordeel - zij het in mindere mate - blijft be staan Blad 3 Verder zijn er (naast de overgedragen lopende verplichtin gen) een aantal nieuwe jaarlijkse verplichtingen ontstaan, o.a. als gevolg van het feit dat het ministerie van OC&W in de overgangsperiode nog toestemming heeft gegeven voor de uitvoering van aanpassingen en uitbreidingen van gebouwen. Deze verplichtingen liggen vast en zullen daarom in de MJB opgenomen worden Resumerend kan worden gesteld, dat de gemeente Leeuwarden voor het jaar 1997 een saldo meerinkomst ontvangt via de Algemene Uitkering van f 3.363.000,-. Dit bedrag is per 1 augustus 1997 verhoogd met f 76.000,- (op jaarbasis f 185.000,-) ten behoeve van de effecten van de klassenver kleining. Deze laatste bedragen zijn inclusief de korting van 20% respectievelijk f 62.000,- en f 148.000,-. Rekening houdend met de ook overgedragen lopende verplich tingen ad f 1.015.000,-, de kapitaallasten ad f 509.000,- van de aan het primair en voorgezet onderwijs in 1996 toe gezegde investeringsbedragen en de rentelasten ad f 15.000,- van de ingehouden "koopsommen" van de sportvel den bij vo-scholen, betekende dit per 1 januari 1997 een financiële ruimte van f 1.824.000,- (exclusief klassenver kleining) De begroting voor 1997 dient derhalve aangepast te worden met de cijfers zoals aangegeven in bijlage I. Voorts zijn u voorstellen voorgelegd tot het verlenen van kredieten voor de in de loop van 1997 opgestarte spoedpro cedures De kapitaallasten van deze voorzieningen bedragen (voorzover thans verwerkt) in totaal f 285.000,- en (zullen) zijn ten laste (worden) gebracht van de hierboven genoemde financiële ruimte (bijlage II). Ten aanzien van de financiële ruimte in algemene zin merken wij nog op, dat u in uw eerdergenoemde vergadering hebt in gestemd deze te zullen reserveren voor toekomstige huisves- tingsaanvragen, conform de gemaakte afspraken met de schoolbesturen. In dit kader en ten behoeve van de nog af te ronden onderzoeken en afrekeningen (zie hoofdstuk III) is het tevens noodzakelijk het incidentele voordelige sal do, dat over het rekeningjaar 1997 zal ontstaan te reserve ren De financiële effecten van de decentralisatie zijn als to taalbedragen verwerkt in de begroting 1998 en latere jaren. Op zo kort mogelijke termijn zal u een technische begro tingswijziging voor het jaar 1998 worden voorgelegd om de detaillering in de begroting vast te leggen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 419