Blad 4 III. Invloeden op de MJB in de komende jaren a. Leerlingenaantallen en het aantal instellingen: Een van de aspecten met in potentie de meest verstrekkende gevolgen voor de MJB is het leerlingenaantal voor geheel Leeuwarden als ook per wijk, gerelateerd aan het aantal in stellingen per onderwijssoort. Voor alle drie de onderwijs soorten (BO, SP en VO) kan men in Leeuwarden stellen dat de leerlingaantallen, afgezien van kleine schommelingen, door de jaren heen gelijk blijven. Alleen voor het Speciaal On derwijs kan men concluderen dat het geneigd is om te groei en, hetgeen door Rijksbeleid (WSNS) zal worden doorkruisd. Voor het basisonderwijs ligt deze zaak heel anders. Dit on derwijs is sterk wijkgebonden door de verhoudingsgewijs grote aantallen leerlingen die dit onderwijs bezoeken. Per wijk kunnen er echter grote verschillen optreden in groei en daling van de leerlingenaantallen. Er zijn in Leeuwarden wijken die sterk vergrijzen en waar door een (koude of war me) sanering een aantal scholen zullen verdwijnen, scholen waar op dit moment al vele lokalen leeg staan. Anderzijds zijn er wijken die nieuw zijn of sterk groeien en waar dus tijdelijk een tekort aan lokalen zal ontstaan. Deze fluctu aties op wijkniveau zullen investeringen vragen voor aan passingen van bestaande gebouwen, voor nieuwe gebouwen of voor noodlokalen. Daar tegenover staat dat als gevolg van de nieuwe criteria binnen het Gemeentefonds, in combinatie met het praktisch onveranderde aantal leerlingen en jonge ren op gemeentelijk niveau, er geen extra inkomsten op dit punt zijn te verwachten. In het voortgezet onderwijs ligt de zaak anders. Weliswaar stabiliseren de leerlingen aantallen ook daar, maar omdat het hier voorzieningen betreft die voor de hele gemeente bedoeld zijn en ook een bovengemeentelijke functie vervul len, is hier van uitbreiding van accommodaties geen sprake. De ontwikkelingen die hier een belangrijke rol spelen zijn samen te vatten als fusie, gewijzigde onderwijskundige in zichten en het bestrijden van leegstand. Drie van de in Leeuwarden aanwezige scholengemeenschappen hebben vergevor derde plannen om samen te gaan tot één school. Deze combi natie moet de mogelijkheid bieden om de reeds nu bij de in dividuele instituten bestaande overcapaciteit te bestrij den. Verwacht mag worden dat dit leidt tot afstoot van ge bouwen (alleen al door efficiency overwegingen bij de in stellingen) Deze herschikking van gebouwen kan eventueel uitbreiding in vierkante meters of een onderwijskundig noodzakelijke aanpassing vragen van andere gebouwen. Blad 5 Tegenover de hieraan verbonden kosten staat de opbrengst c.q. de waarde van de af te stoten gebouwen die in het be zit zijn/geraken van de gemeente (voor zover het het grond gebied van de gemeente Leeuwarden betreft)Het is thans nog niet te zeggen of deze transacties voorshands budget tair neutraal kunnen verlopen. b. Weer Samen Naar School (WSNS en WEC) De ontwikkeling van het beleid waarbij de deelname aan het Speciaal Onderwijs wordt teruggedrongen ten gunste van de deelname aan het Basisonderwijs heeft tot nu toe in geringe mate gestalte gekregen. De groei van het Speciaal Onderwijs heeft plaats gemaakt voor stabilisatie en de verwachting is dat uiteindelijk het LOM en MLK geheel op zullen gaan in het reguliere basisonderwijs. De regionale samenwerking die daarvoor noodzakelijk is, is al tot stand gekomen. Wanneer dit tot uitvoering zal komen is zeker nog afhankelijk van besluitvorming door het nieuwe kabinet en de vernieuwde Tweede Kamer. Onzekerheid dus over het moment van uitvoe ring. Omdat het hier Rijksbeleid betreft mag men aannemen dat bij nieuw beleid er ook "nieuw geld" beschikbaar zal worden gesteld, ook voor de huisvestingscomponent. Door de nieuwe verdelingssystematiek van het Gemeentefonds, die tot nu toe een gunstig beeld voor Leeuwarden oplevert, kan men er voorlopig van uitgaan dat een en ander budget tair neutraal verloopt c. Kleinere klassen onderbouw-BO Het betreft nieuw beleid van de Rijksoverheid, waarbij de klassen van de onderbouw in het basisonderwijs gebonden worden aan een maximum leerlingenaantal. En ook hier zal het nieuwe kabinet en de Tweede Kamer beslissingen moeten nemen over het vervolg. Gezien echter het meer dan kamer brede draagvlak voor deze maatregel, mag worden aangenomen dat dit beleid wordt uitgebreid. Een eerste aanzet voor de invoering is reeds gegeven. Daarbij is ook geld beschikbaar gesteld voor het Gemeentefonds, geld dat alsnog aan de MJB moet worden toegevoegd. Teneinde vast te kunner. stellen of de beschikbaar komende middelen voldoende zijn is het wen selijk het geld binnen de MJB te oormerken. Weliswaar is het niet gebruikelijk om geld dat ter vrije beschikking van de gemeente staat te oormerken, maar gezien enerzijds van deze onderwijskundige ontwikkeling en de daaruit voortko mende huisvestingsproblematiek de gevolgen nog niet zicht baar zijn en anderzijds de financiële vertaling in het ge meentefonds van de door het Rijk getroffen beleidsmaatrege len aandacht verdient is het beschikbaar houden van dit geld vooralsnog een noodzaak.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 420