Blad 4
Dit zal zowel voor de scholen als de gemeente de komende
jaren een leerproces zijn. Het project Lokaal
Onderwijsbeleid Leeuwarden is hiervan de start.
In hoofdstuk 9 van het onderzoeksrapport wordt ingegaan op
de taakomvang en de personele consequenties, zowel structu
reel als tijdelijk. Een en ander leidt tot een overzicht
waarbij is aangegeven op welk taakveld er sprake is van een
tekort aan formatie-uren en op welk terrein van een over
schot. Op basis van deze gegevens kan worden geconstateerd
dat er een discrepantie bestaat tussen de huidige formatie
voor beleidsmatige taken en de noodzakelijke formatie.
In het rapport wordt geconcludeerd dat voor onderwijsinhou
delijke/beleidsmatige taken 7675 uur structureel nodig is
(met een onderverdeling in 4140 primaire uren en 3535 se
cundaire) Omgerekend in formatieplaatsen gaat het om 6,52
fte. De sector beschikt binnen de relevante taakvelden
thans over 4,80 fte "beleidsformatie"In kwantitatieve zin
is er sprake van een structureel tekort van 1,72 fte. Het
rapport ondersteunt daarmee de berekening die in de nota
van 23 mei 1996 (nr. 7482) aan ons werd voorgelegd.
De kosten van deze structurele capaciteitsbehoefte worden
geraamd op f 190.000,- (loon werkplekken). Van dit bedrag
kan f 90.000,- structureel worden gedekt binnen het be
drijfsvoeringsbudget van de sector Onderwijs. Het
resterende bedrag ad f 100.000,- kan voor het jaar 1998 ten
laste worden gebracht van het nog niet ingezette
incidentele budget voor de voorbereidingswerkzaamheden van
het lokaal onderwijsbeleid. Bij de behandeling van de
Perspectiefnota 1999- 2002 zal dit bedrag ingaande 1999
structureel in de begroting moeten worden opgenomen. Ten
aanzien van de incidentele capaciteit ten behoeve van het
project Lokaal Onderwijsbeleid Leeuwarden (LOL) merken wij
op dat binnen het beschikbare budget voor het opstellen van
het rapport voldoende ruimte is voor deze kosten en er
derhalve geen extra middelen beschikbaar hoeven te worden
gesteld.
Naar onze mening biedt het rapport een goed overzicht van
de onderwijsinhoudelijke/beleidsmatige taken, die de ge
meente na afronding van de decentralisatie moet (laten)
verrichten. Op heldere wijze wordt uiteengezet op welke
projectmatige wijze vorm kan worden gegeven aan het lokale
onderwijsbeleid en met name aan de rol van de gemeente
daarbijDe verschillende rolopvattingen, de criteria en
het voorstel voor het project Lokaal Onderwijsbeleid
Leeuwarden worden duidelijk beschreven.
De relatie tussen het Lokaal Onderwijsbeleid en speerpunten
van het gemeentelijk beleid zijn duidelijk in het rapport
aangegeven
Blad 5
Hierbij is met name ook de integrale aanpak van het Grote
Stedenbeleid van belang. Binnen het Grote Stedenbeleid
wordt het belang benadrukt van samenwerking tussen gemeente
en externe partners. Het schoolbesturenoverleg is in dit
kader een belangrijk instrument.
Onder vermelding dat de Commissie Welzijn in haar vergade
ring van 27 november 1997 positief heeft geadviseerd over
ons voorstel, stellen wij u voor te besluiten overeenkom
stig bijgaand ontwerp-besluit
Leeuwarden, 4 december 1997
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers secretaris.