Blad 4
5. terrein voor zover benodigd voor de realisering van
een onder a sub lo tot en met 4o omschreven
voorz iening
6. inrichting met onderwijsleerpakket of met leer en
hulpmiddelen voor zover deze nog niet eerder voor
bekostiging van rijks- of gemeentewege in aanmer
king is gebracht;
7inrichting met meubilair voor zover deze nog niet
eerder voor bekostiging van rijks- of gemeentewege
in aanmerking is gebracht;
8. medegebruik van een ruimte voor het onderwijs in
een gebouw dat al bij een andere school in gebruik
is, waaronder begrepen een gymnastiekruimte en een
bad voor watergewenning of bewegingstherapie;
b aanpassingen aan gebouwen bestaande uit een of meer
activiteiten zoals onderscheiden in bijlage I;
c onderhoud aan gebouwen voor basisonderwijs en (voort
gezet) speciaal onderwijs bestaande uit een of meer
activiteiten zoals onderscheiden in bijlage I;
d herstel van een constructiefout bestaande uit schade
aan een gebouw veroorzaakt door eigen gebrek of eigen
bederf, alsmede uit kosten gemoeid met het voorkomen
van nog niet manifest geworden materiële schade onmid
dellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoerings-
fouten of wanprestatie;
e herstel en vervanging in verband met schade aan een
gebouw, onderwijsleerpakket of leer- en hulpmiddelen
en meubilair ingeval van bijzondere omstandigheden;
f huur van een sportterrein, dat niet in eigendom is van
een bevoegd gezag, voor een school of scholengemeen
schap voor vwo, avo en vbo ten behoeve van het onder
wijs in lichamelijke oefening.
Artikel 3
Bouwvoorbereiding voorzieningen
Ten aanzien van voorzieningen als bedoeld in artikel 2,
kan een aanvraag worden ingediend voor een vergoeding van
de kosten van bouwvoorbereiding. Hierbij is het bepaalde in
hoofdstuk 4 van toepassing.
Artikel 4
Vaststelling vergoeding voorzieningen
1 Bij toekenning van een van de in artikel 2 genoemde
voorzieningen, of bij toekenning van vergoeding voor
de kosten van bouwvoorbereiding als bedoeld in artikel
3, wordt bij de wig ze van vaststelling van de hoogte
van de vergoeding een onderscheid gemaakt tussen voor
Blad 5
af genormeerde bedragen en bedragen gebaseerd op de
feitelijk voorziene kosten per geval.
2 De genormeerde vergoedingsbedragen worden vastgesteld
met inachtneming van het bepaalde in bijlage IV, deel
A. De vergoedingsbedragen die zijn gebaseerd op de
feitelijke kosten worden vastgesteld met inachtneming
van het bepaalde in bijlage IV, deel B.
3 Deel A van bijlage IV is van toepassing op de voorzie
ningen als bedoeld in artikel 2a onder 1 t/m 6, of bij
toekenning van vergoeding voor de kosten van
bouwvoorbereiding als bedoeld in artikel 3
In bijzondere omstandigheden kunnen b&w van deze
normen afwijken.
Deel B van bijlage IV is van toepassing op de voorzie
ningen als bedoeld in artikel 2a onder 7 en 8 en
artikel 2 b t/m f, of bij toekenning van vergoeding
voor de kosten van bouwvoorbereiding als bedoeld in
artikel 3
Artikel 5
Informatieverstrekking
1 Het bevoegd gezag verstrekt aan burgemeester en
wethouders gegevens die noodzakelijk zijn voor de uit
voering van het bepaalde in deze verordening.
Bij de gegevensverstrekking wordt gebruik gemaakt van
een door burgemeester en wethouders vastgesteld formu
lier
2 De in het eerste lid bedoelde gegevens worden onder
scheiden in:
a basisgegevens, zijnde gegevens die eenmalig in hun
geheel worden verstrekt en vervolgens alleen in
geval van wijziging worden gemeld bij burgemeester
en wethouders;
b periodieke gegevens, zijnde gegevens die regelmatig
door het bevoegd gezag dienen te worden verstrekt.
3 De in het tweede lid onder a genoemde basisgegevens
omvatten
le. gegevens over het bevoegd gezag, bestaande uit
naam, adres, denominatie en vestigingsplaats, als
mede een opgave van een contactpersoon inzake aan
gelegenheden aangaande de huisvesting;
2e. gegevens over de onder het beheer van het bevoegd
gezag staande school of scholen die geheel of ge
deeltelijk gehuisvest zijn in een gebouw gelegen
in de gemeente, bestaande uit het Brin nummer,
naam, adres, onderwijssoort en eventuele onder
wijsafdelingen en, voor zover van toepassing, de
aanduiding of de school bestaat uit een hoofdves
tiging met een of meer nevenvestigingen;