Blad 24
gegeven aan een andere school of scholen ten behoeve
van het onderwijs aan die school of scholen.
2 Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing
indien het gebruik van die andere school of scholen
kan plaatsvinden in de aan die scholen reeds ter be
schikking staande huisvestingscapaciteit.
3 Indien er zich in meerdere gebouwen leegstand voordoet
wordt
a als eerste de leegstand gevorderd in het gebouw dat
in gebruik is bij een school van hetzelfde bevoegd
gezag, tenzij uit oogpunt van doelmatigheid het
vorderen van leegstand in een ander gebouw een bete
re oplossing biedt;
b vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw
waarin een school van dezelfde richting is gehuis
vest en
c vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw dat
het dichtst gelegen is bij het hoofdgebouw van de
school ten behoeve waarvan de vordering plaatsvindt
4 Burgemeester en wethouders kunnen, indien de bij de
vordering betrokken bevoegde gezagsorganen daarmee in
stemmen, in een individueel geval van de in het derde
lid opgenomen volgorde afwijken.
Artikel 32
Overleg en mededeling
1 Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om
over te gaan tot vordering van leegstand in een lesge-
bouw of gymnastiekruimtevoeren zij daarover overleg
met het bevoegd gezag waarvan de leegstand gevorderd
wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huisvesting
is bestemd. Dit overleg maakt deel uit van het overleg
als bedoeld in artikel 10.
2 Binnen vier weken na de vaststelling van het programma
als bedoeld in artikel 11, doen burgemeester en wet
houders schriftelijk mededeling van de vordering aan
het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze
mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag
in het overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar
tegen de vordering te hebben.
3 Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om
over te gaan tot vordering in het kader van een aan
vraag als bedoeld in artikel 19, voeren zij daarover
zo spoedig mogelijk overleg met het bevoegd gezag
waarvan gevorderd wordt en met het bevoegd gezag waar
voor de huisvesting is bestemd.
Blad 25
4 Binnen een week na afloop van het overleg als bedoeld
in het vorige lid, doen burgemeester en wethouders
schriftelijk mededeling van de vordering aan het be
voegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze medede
ling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het
overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar tegen de
vordering te hebben.
5 De schriftelijke mededeling van burgemeester en wet
houders als bedoeld in de tweede en vierde lid, bevat
in ieder geval
a de naam van de school en het bevoegd gezag ten be
hoeve waarvan wordt gevorderd;
b een aanduiding van het aantal groepen of aantal
leerlingen een behoeve waarvan gevorderd wordt of,
indien het betreft het onderwijs in lichamelijke
oefening, het aantal klokuren dat gevorderd wordt;
c een aanduiding van het gebouw waarop de vordering
betrekking heeft;
d een aanduiding van het aantal en het type ruimten
dat gevorderd wordt;
e de periode waarvoor gevorderd wordt en de ingangsda
tum van het medegebruik.
Artikel 33
Vergoeding
De bevoegde gezagsorganen die het betreft stellen in onder
ling overleg, met inachtneming van de wettelijke bepalin
gen, een vergoeding voor het medegebruik vast. Indien dit
overleg niet tot overeenstemming leidt, geldt het bepaalde
in bijlage IV, deel C.
Paragraaf 5.2 Medegebruik een behoeve van culturelemaat
schappelijke of recreatieve doeleinden
Artikel 34
Aanduiding omstandigheden
Burgemeester en wethouders kunnen overgaan tot vordering
indien
a er sprake is van leegstand van een lesgebouw of een
gymnastiekruimte zoals bepaald in artikel 30;
b er sprake is van onderbenutting van een sportveld van
een school voor voortgezet onderwijs, blijkend uit het
lesrooster van de school of scholen die dat sportveld
voor het onderwijs gebruiken.