Blad 2
alle inschrijvers uitgenodigd tot het uitbrengen van een
bindende aanbieding.
Naar aanleiding van de uitnodiging werd door 5 leveranciers
een offerte uitgebracht. Deze offertes zijn door de pro
jectorganisatie beoordeeld op basis van:
het reeds genoemde programma van eisen;
op dit project toegesneden algemene contractvoorwaarden,
zoals deze in onze gemeente worden gebruikt bij contrac
ten als deze;
een referentie-onderzoek bij andere vergelijkbare gemeen
ten;
een solvabiliteitsonderzoekbeoordeeld door VB-accoun-
tants alsmede een beoordeling van de, bij twee leveran
ciers aanwezige, zogenaamde IDP-audit (betrouw
baarheidsverklaring) door de accountant
verwachte ontwikkelingen in de sociale zekerheid.
Op basis van het eindadvies van de projectgroep hebben wij
de pro's en contra's voor investering op een rij gezet.
Alle relevante stukken alsmede een uitgebreide overweging
hebben wij voor u vertrouwelijk ter inzage gelegd.
3 Overweging en conclusie
In de nabije toekomst voert de gemeente sociale zekerheids
regelingen uit tezamen met Arbeidsvoorziening en de Uitvoe
ringsinstellingen (UVI's)Deze samenwerking in een Centrum
voor Werk en Inkomen (CWI) zal ongetwijfeld nieuwe investe
ringen vragen in informatie- en communicatietechnologie
ICT)
Gelet op deze toekomstige ontwikkelingen is naar onze me
ning grootschalig investeren in ICT voor Sociale Zaken
slechts geboden wanneer sprake is van niet meer onderhouden
programmatuur en/of een ondermaatse bedrijfsvoering. Daar
van is in onze gemeente geen sprake.
Derhalve stellen wij u voor de aanbesteding volgens de Eu
ropese Richtlijn voor levering, installatie en dienstverle
ning van een softwarepakket voor Sociale Zaken te annule
ren
4. Tijdelijke voortzetting relatie huidige leverancier en
kredietverstrekking voor noodzakelijke, beperkte in
vesteringen
De conclusie dat het op dit moment niet verstandig is over
te gaan tot aanschaf van nieuwe software, betekent dat de
relatie met de huidige leverancier voorlopig wordt geconti
nueerd. Gelet op de door het kabinet vastgestelde datum van
1 januari 2001 waarop het CWI operationeel dient te zijn,
Blad 3
wordt vooreerst uitgegaan van een periode van 2 jaar. In
vesteringen voor die periode moeten en kunnen beperkt blij
ven tot het up-to-date houden van de programmatuur.
De volgende noodzakelijke investeringen worden voorzien:
a) Conform uw besluit van 16 december 1996 dienen de kosten
van evaluatie en onderzoek ten laste gebracht te worden
van de per 1 januari aanstaande vrijkomende investerings
ruimte
Totale investering f 133.153,--. In dit bedrag zijn mee
genomen de kosten van externe advisering voor de samen
werking van de grote gebruikers van Kramers IGA-
programmatuur
b) Voor systeem-upgrading en wijzigingen van programmatuur
als gevolg van nieuwe detailwetgeving wordt een investe-
ringsnoodzaak voorzien van f 291.418,--. Deze post valt
relatief hoog uit door een gewijzigd licentiebeleid van
de leverancier van Oracle-programmatuurGewerkt wordt
aan een concernbrede oplossing voor de kostenverhoging
van licentieverstrekking. Zekerheidshalve is een investe
ring voor Sociale Zaken hier nog meegegenomen
c) Om met nieuwe programmatuur te kunnen werken moet een
aantal diensten zoals training en opleiding voor een to
taalbedrag van f 209.674,-- worden ingekocht.
d) De ervaring heeft geleerd dat een opslag 12,5 op het
berekende investeringsbedrag nodig is om onvoorziene uit
gaven bij deze investeringen te kunnen dekken.
De gedetailleerde begroting hebben wij voor u ter inzage
gelegd
Inclusief B.T.W. komt het totaal te investeren bedrag
hiermee op f 714.300,--. Het jaarlijkse bedrag voor on
derhoud wordt geraamd op f 115.362,--.
Voor de investering is een budget beschikbaar van
f 2.056.000,-- terwijl voor de jaarlijkse onderhoudskos
ten een budget beschikbaar is van f 100.000,--. In de be
groting en meerjarenraming is rekening gehouden met kapi-
taallasten gebaseerd op een afschrijvingstermijn van 5
jaar. Aangenomen wordt dat de investering een economische
levensduur heeft van 2 jaar, gelet op de genoemde ontwik
kelingen op het terrein van de uitvoering van de sociale
zekerheid. Het verkorten van de afschrijvingstermijn
heeft uiteraard hogere kapitaallasten tot gevolg. Door
het lagere investeringsbedrag kunnen die hogere kapitaal-
lasten echter opgevangen worden binnen de reeds in de be
groting resp. meerjarenraming opgenomen bedragen.
Het in de begroting opgenomen onderhoudsbudget is echter
niet toereikend om de met de investering samenhangende
onderhoudskosten op te vangen; de geraamde onderhoudskos
ten zullen f 15.360,-- hoger uitvallen dan het beschikba
re budget. Gelet op het onvermijdelijkheid van deze kos-