Blad 4
- door stimulering van het (water) toerisme wordt naar een
aanzienlijke uitbreiding van de attractiviteit van de
stad gestreefd;
- bevoorrading en reiniging van de stad worden afgestemd op
de toekomstige functie en inrichting;
- het integrale beheer van de binnenstad zal in de toekomst
worden gecoördineerd binnen het 'Centrummanagement
Leeuwarden'
Van eminent belang is de integrale aanpak die met betrek
king tot de binnenstad wordt voorgestaan. De samenhang van
de plannen biedt de kansen voor de stad. Vanzelfsprekend
zal niet alles in een keer in uitvoering kunnen worden ge
bracht. Fasering is noodzakelijk. Een faseringsvoorstel is
bijgevoegd, waarbij de notitie uitdrukkelijk stipuleert dat
integrale uitvoering van de plannen in betrekkelijk korte
tijd essentieel is voor het bereiken van het maximale ef
fect. Dat dit een grote inspanning vergt toont de financië
le paragraaf aan. Het gaat om een totale geschatte investe
ring van rond de 150 miljoen.
Het te verwachten positieve effect van deze investering op
de werkgelegenheid is daarbij van wezenlijk belang.
In deel D van de kadernota wordt ingegaan op het maken van
een uitvoeringsprogramma, waarvan de eerste fase van de
herinrichting het meest hard is. De uitwerking van deze fa
se komt apart in deze raadsbrief nog aan orde.
3. Algemeen financieel kader
Met nadruk vermelden wij hier, dat de aan de kadernota ge
koppelde aanzet tot een financiële meerjaren-planning geba
seerd is op globale ramingen, gerelateerd aan kengetallen
en aannames, waarvan de "hardheid" van het cijfermateriaal
afneemt naar mate de werken verder in de toekomst zijn ge
projecteerd. Omgekeerd is het zo, dat voor de kortere ter
mijn de investeringsomvang beter kan worden ingeschat met
daarbij behorende financiële dekking. Jaarlijks dient de
planning te worden aangepast aan de ontwikkelingen en het
beschikbaar komen van financiële middelen. Ondanks de ge
noemde beperkingen, menen wij, dat met dit instrument een
aanzet kan worden gegeven tot een gestructureerde aanpak
van de investeringsprojecten, die noodzakelijk zijn om de
binnenstad te revitaliseren. In concreto betekent dit, dat
wij thans het verantwoord achten u op basis hiervan een
voorstel te doen om een belangrijk deel van de uitvoering
van de eerder door u vastgestelde eerste fase van de herin
richting van de binnenstad ter hand te nemen.
Blad 5
4. Baatbelasting als bron voor medefinanciering
Bij de inventarisatie van alle mogelijke dekkingsbronnen
voor de financiering van de herinrichting van de binnenstad
hebben wij ook de toepassing van het baatbelastingsinstru
ment onder ogen gezien. Het gaat hier om een vrij complexe
materie, waarvan de daadwerkelijk toepassingsmogelijkheid
op voorhand niet onomstotelijk vaststaat. Verder staat er
een nieuwe wetgeving op stapel. Een bijdrage van het be
drijfsleven is gelet op de omvang van de belangen absoluut
noodzakelijk. Enige vorm van bijdrage wordt als onvermijde
lijk gezien. Baatbelasting is pas als juridisch financiële
achtervang aan de orde wanneer uit nader onderzoek en over
leg blijkt, dat andere vormen van medefinanciering door het
bedrijfsleven geen resultaat opleveren. Wij stellen ons
voor binnenkort hierop afzonderlijk terug te komen.
5Financieel kader van deel A van de eerste fase herinrich
ting binnenstad.
Het verheugt ons u te kunnen mededelen, dat gedekt uit ver
schillende bronnen voor de eerste fase een bedrag in de or
de van grootte van 15 miljoen beschikbaar is. Een overzicht
hebben wij voor u ter inzage gelegd.
Vermeldenswaard is de hierin begrepen recente subsidietoe
kenning van f 3 miljoen door Binnenlandse Zaken voor ver
sterking van de economische structuur van de binnenstad in
het kader van de "Grote Stedenbeleid"- impuls (programma
stedelijke investeringen voor de jaren 1997-1998)Met dit
totale volume aan middelen kan een groot gedeelte van het
autoluwe deel van het winkelgebied als onderdeel van de
door u vastgestelde eerste fase naar het zich laat aanzien
worden uitgevoerd.
Het voorlopige uitvoeringsprogramma omvat behoudens de kor
te termijn (1997-2000) vooralsnog niet meer dan een lijst
met werken voor een periode van ongeveer 10 jaar, waaraan
voor de verdere toekomst nog prioriteiten moeten worden
toegekend. Teneinde het programma verder te kunnen vervol
maken en de benodigde werken tot een investeringsbedrag van
f 9 miljoen tijdig te kunnen voorbereiden en uitvoeren,
stellen wij u voor -boven de reeds eerder beschikbaar ge
stelde kredieten in het kader van het programma infrastruc
tuur voor de jaren 1996 en 1997 (totaal f 2 miljoen)- thans
een aanvullend raamkrediet van f 7.000.000,- beschikbaar te
stellen. Voor dit bedrag staan voorlopig de volgende werken
uit de door u eerder vastgestelde eerste fase geprogram
meerd