Sector/Diens t-Begroting 1998 Bestuur en Concernstaf Inzake de inrichting van de bedrijfsprocessen betekent dit dat in 1998 e.v. kritisch gekeken zal dienen te worden naar ondermeer: een systematische analyse uit welke (hoofd-) activiteiten de totstandkomingsprocessen van producten en diensten bestaan; de mate waarin activiteiten passen in een breed georiënteerd front-office of meer gespecialiseerd back-office; wat dit betekent voor de benoeming en verdeling van activiteiten en verantwoordelijkheden in relatie tot de te leveren producten en diensten (organisatie); wat dit betekent voor de inhoud en de ontwikkeling van functies; wat dit betekent voor de (operationele) automatiseringssystemen en databanken met gegevens; wat dit betekent voor de wijze van besturing van activiteiten (is het in meer of mindere mate mogelijk de activiteiten meer bedrijfsmatig en op zekere afstand van het politiek bestuur aan te sturen). verdere verbetering van de sturing Een heroriëntatie inzake de dienstverlening en taakuitoefening blijft niet beperkt tot het operationeel niveau maar zal ook invloed hebben op de inrichting van het planning- en controlinstrumentarium. De met ingang van 1998 ingevoerde productenbegroting en het hieraan gekoppelde beheersinstrumentarium zal dan ook in 1998 e.v. zich verder dienen te ontwikkelen, waarin ondermeer aandacht zal worden besteed aan: een kritische analyse van de productdefïnitie; de benoeming van (categorieën) activiteiten bij de totstandkoming van producten; de benoeming/koppeling van verantwoordelijken/budgethouders aan de activiteiten en producten; integrale beschrijving van de administratieve organisatie per product op hoofdlijnen; gedetailleerde beschrijving van een aantal kritische procestypen. In het streven naar versterking van de centrale sturing en beheersing (LIS) krijgt de concernstaf een belangrijke rol bij de vormgeving en implementatie van deze ontwikkelingen. Met de herstructurering van de concernstaf is het verbeteringstraject waar LIS voor staat zeker niet afgerond. Wèl is dan de voortgang en bewaking van de met LIS beoogde doelen structureel in de organisatie ingebed. Naast de verdere ontwikkeling van de planning- en controlcyclus zijn zeker nog veranderingen nodig op het terrein van kennis, vaardigheden en houding. 3.2 Financiën De hoofddoelstelling van het financiële beleid is: 'het nastreven van een gezonde financiële huishouding'. Onder gezonde huishouding wordt in dit verband verstaan het vergroten en instandhouden van de financiële soliditeit binnen de totale organisatie. De acties die zijn ingezet voor verbetering van de beheersing van de financiën zullen in 1998 onverkort worden voortgezet. Met ingang van 1998 zal één uniform financieel informatiesysteem worden gebruikt. Verder zullen alle facetten van het financiële beleid in de tijd gezet dan ook tegen het licht worden gehouden. Hierbij moet ondermeer worden gedacht aan het grond-, gebouwen-, belastingen- en tarievenbeleid. 7 Sector/Dienst-Begroting 1998 Bestuur en Concernstaf Het treasurybeleid wordt in het ontwikkelingsproces als hoofdprioriteit aangemerkt. Met betrekking tot de financiële bedrijfsvoering worden de accenten gelegd op de versterking van de samenhang tussen de perspectiefnota, begroting, Marap en jaarrekening/-verslag, alsmede op het bevorderen van de budgetdiscipline, het aanbrengen van onderscheid tussen structurele en incidentele ontwikkelingen, het aanscherpen van de richtlijnen administratieve organisatie en het verbeteren van de kwaliteit van de productenbegroting. Het laatste aspect met name gericht op het verkrijgen van productinformatie en het sturen daarop ter vergroting van het bepalen van de doelmatig- en doeltreffendheid van handelen. 3.3 Personeel De gemeentelijke organisatie is en blijft een organisatie voor en door mensen. Vanuit het strategische organisatiebeleid zal -rekening houdende met de beschikbare capaciteit en kunde- een personeelsbeleid dienen te worden ontwikkeld, dat zo goed mogelijk invulling kan geven aan de gevraagde formatie en kwaliteit. Het is daarbij van belang dat mensen zich prettig kunnen voelen in de organisatie en trots kunnen zijn op de geleverde bijdragen aan de organisatie. Om dit te bereiken is het noodzakelijk meer aandacht te schenken aan: het verkrijgen van beter inzicht in de benodigde en de beschikbare (personele-) capaciteit en kunde; het beter benutten van het binnen de organisatie beschikbare potentieel (loopbaanbeleid); de wijze van aansturing en de cultuur binnen de organisatie; de ontwikkeling en opleiding van het personeel; het vergroten van de flexibiliteit en mobiliteit, mede ter voorkoming van boventalligheid c.a. Waar mogelijk worden de ambities van individuen afgestemd op de organisatiedoelen. Het systematisch beheren van de te leveren producten en de uit te voeren activiteiten vormen de basis voor het ramen van de benodigde personele capaciteit en kunde. Tevens geeft dit een beeld welke prestaties van eenheden en individuen worden verwacht. In 1998 en volgende jaren zal het proces van functie- en formatiebeheer verder worden geïntegreerd in de planningsactiviteiten binnen teams en sectoren. Het revitaliseren van het systeem van functioneringsgesprekken dient zich te richten op de beschikbare capaciteiten en kunde van individuele medewerkers, alsmede de persoonlijke ambities van betrokkenen. Tevens vormt dit een instrument om de wijze van aansturing en de manier van uitvoering van activiteiten enerzijds, alsmede de arbeidsomstandigheden en cultuuraspecten anderzijds, bespreekbaar te maken. Aan de voornemens op het terrein van mobiliteit, flexibele inzetbaarheid en benoeming in algemene dienst van ambtenaren wordt op dit moment gewerkt bij het ontwikkelen van een mobiliteitscentrum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 208